"saf-v WM VÉi mÊÈ Visie op 1992 schijnen. Ten eerste geldt dat sprake blijft van een positieve economische groei; het bruto nationaal produkt blijft ondanks alles nog steeds toenemen. Ten tweede is in de loop van 1992 weer een verbetering van de economi sche situatie te verwachten. De 'Visie op 1992' gaat ervan uit dat de econo mische tegenwind van dit moment overgaat in een hele lichte meewind in de tweede helft van volgend jaar. Zoals gezegd, is de groeivertraging in 1991 en 1992 slechts tijdelijk: reeds in de loop van volgend jaar worden de eerste kiemen van een nieuwe econo mische opleving zichtbaar. Ondanks het feit dat de Duitse economie slechts matig presteert, kan de groei in Neder land reeds in de loop van 1992 weer toenemen. Bij dit herstel wordt vrijwel volledig gesteund op de exportsector, waarbij de aantrekkende economie in de meeste andere OESO-landen als motor fungeert. Het is echter niet volledig zeker dat het economisch herstel daadwerkelijk zal inzetten. Er is sprake van een aan tal neerwaartse risico's. Ten eerste be treft dit de Duitse economie, waarvan de ontwikkeling met zeer grote onze kerheden omgeven is. Een nog meer tegenvallende economische ontwikke ling bij onze oosterburen zal een (ne gatieve) invloed hebben op de Neder landse economie. Een geringere groei in Duitsland betekent immers ook min der importen uit Nederland. Aangezien 30% van de totale Nederlandse export naar Duitsland gaat, heeft dit direct grote gevolgen. Een tweede risico betreft de moge lijkheid van te hoge looneisen in ons land. Op korte termijn, dat wil zeggen in 1992, leidt dit tot positieve effecten, omdat een hogere koopkracht resul teert in een grotere consumptieve vraag. Dit tijdelijke voordeel zal in de volgende jaren echter volledig teniet worden gedaan door nadelige gevol gen voor de winstontwikkeling van be drijven en daarmee voor investeringen en werkgelegenheid. De invulling van het financieel-eco- nomisch beleid in 1992 is dan ook van cruciale betekenis. Immers, slechts door een goed samenspel van werkge vers, werknemers en overheid zal het mogelijk zijn de loonkosten te beheer sen en daarbij -voorzover de noodza kelijke sanering van de overheidsfinan ciën dit toelaat- de koopkracht te be houden. Indien loonmatiging uitblijft, zal de verbetering van de concurrentie positie van de Nederlandse exporteurs geringer zijn dan indien wel matiging wordt betracht. Hierdoor zal de moge lijkheid van een conjunctuurherstel via de exportsector worden beperkt. De bijdrage van de overheid aan het loonoverleg zal overigens beperkt blij ven tot het -door een consistent eigen beleid- scheppen van een goed over- legklimaat. Voor het begrotingsbeleid geldt dat eventueel uitstel (of afstel) van verdere ombuigingen niet alleen de noodzakelijke vermindering van het financieringstekort in gevaar zal bren gen, maar tevens de mogelijkheid tot verlaging van de collectieve lastendruk zal beperken. Dit vermindert de ruimte voor structurele verbeteringen van on der meer de arbeidsmarkt. Gematigd optimisme Het monetaire beleid zal ook in 1992 gericht blijven op inflatiebestrij- ding. Hierdoor zal de korte rente zich gedurende de eerste helft van 1992 op het huidige hoge niveau stabiliseren. Pas in het tweede halfjaar, als de infla tie duidelijk lager is, zal de Nederland- sche Bank in navolging van de Bun desbank naar verwachting overgaan tot verlaging van de officiële rentetarie ven. Hiermee samenhangend zal ook de lange rente enigermate kunnen da len. De daling van de lange rente zal echter beperkt blijven, omdat de toene mende schaarste aan kapitaal in de wereld (door onder andere vergrijzing en de ontwikkelingen in Oost-Europa) voor een opwaartse druk op de lange rente zorgt. Waar zich in het eerste halfjaar nog een omgekeerde rentestructuur zal voordoen, zullen tegen het einde van 1992 de korte en lange rente vrijwel even hoog zijn. Ook in ons land hoort zelfs een 'normale' rentestructuur tot de mogelijkheden. Naar verwachting ligt de rente dan -zoals ook in de gra fiek aangegeven- iets onder het huidi ge niveau. Al met al resulteert voor de Neder landse economie in 1992 een ge mengd beeld, dat reden geeft tot een gematigd optimisme. Mits een goed financieel-economisch beleid wordt ge voerd, zal na een moeilijk eerste half jaar het in de tweede helft van volgend jaar beginnende conjunctuurherstel zich ook in de jaren daarna kunnen voortzetten. Ook voor de overheid geldt dat de kost voor de baat uitgaat. De nadelige effecten van de bezuinigingen in 1992 moeten dan ook voor lief worden genomen. rente T'^980" 1989 1990 BfjQii! CBS en Rabobank Nederland I 1992 Rente-ontwikkeling in 10 s rente

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1991 | | pagina 9