Groot-Brittannië Dankzij de Kanaaltun nel kunnen Britse ex porteurs het continent straks gemakkelijker en wellicht goedkoper bedienen. tie-ontwikkeling beperkt te houden. Dan pas is te zeggen of toetreding tot het Europese Monetaire Systeem het gewenste effect heeft. Europese oriëntatie Zeker als de inflatie beteugeld kan worden, zal de Britse exportindustrie een concurrerende en expanderende factor worden waar in de Europese in terne markt terdege rekening mee moet worden gehouden. De Kanaal tunnel -geplande opening medio 1993- kan ertoe bijdragen dat de Britten hun eiland wat gemakkelijker verlaten. Een soepele verbinding naar het vasteland illustreert de meer open houding ten opzichte van Europa. Voor de Britse exporteurs opent zich met de tunnel een mogelijkheid om het continent ge makkelijker -en wellicht goedkoper- te bedienen. Nederland kan door zijn strategische ligging een belangrijke toegangspoort vormen voor Britse pro- dukten die bestemd zijn voor de Euro pese markt. Zo is ons land en de Rot terdamse haven in het bijzonder nu al voor diverse Britse goederen (waaron der aardolie) het toneel voor opslag, overslag en doorvoer. De entree op de Britse markt is voor exporteurs uit het buitenland door de meer Europese houding daar ook een voudiger geworden. De waarde van de Nederlandse export naar het Verenigd Koninkrijk liet in 1990 door de recessie weliswaar een daling zien, maar recen te cijfers van het NIPO wijzen op een toenemend aantal exporteurs dat za ken denkt te gaan doen met het Ver enigd Koninkrijk. Momenteel gaat zo'n 10% van de Nederlandse export de Noordzee over; dat betekent dat het Verenigd Konink rijk na Duitsland. België en Frankrijk als ontvanger van Nederlandse pro- dukten de vierde positie inneemt. Voe- 1989 in mrd f in 1990 in mrd f in Duitsland 59,2 25,8 66,1 27,6 België/Luxemburg 33,6 14,6 35,1 14,7 Frankrijk 25,0 10,9 26,7 11,2 Verenigd Koninkrijk 25,4 11,0 24,3 10,2 Italië 15,1 6,6 15,9 6.6 EG-landen 172,7 75,3 183,6 76,7 Totaal 229,4 100,0 239,3 100,0 Nederlandse uitvoer naar Verenigd Koninkrijk 1990 in mrd f in Voeding en levende dieren Dranken en tabak Grondstoffen (beh. brandstoffen) Minerale brandstoffen Dierlijke en plantaardige oliën Chemische produkten Fabrikaten Machines en vervoermaterieel w.v. generatoren en motoren kantoormachines elektrische apparaten voertuigen voor wegvervoer Diverse gefrabiceerde goederen Overige goederen 17.6 1.1 4,8 6.2 0,9 16.7 14,9 28,0 9,7 0,1 Totaal 100,0 Bron: CBS, Maandstatistieken van de buitenlandse handel worden opgevangen. Voor Britse ex porteurs werkt dat kostprijsverhogend. De toetreding tot het EMS was ook een belangrijke stap om iets te doen aan de nog altijd hoge rente- en infla tieniveaus in het Verenigd Koninkrijk. Toen het pond nog vrij zweefde, wilden kapitaalverschaffers het relatief grote valutakoersrisico op het Britse pond gecompenseerd zien door een hoge rente. Ook was de hoge rentestand het belangrijkste wapen in de strijd tegen de inflatie. Door de vaste koppeling van het pond nemen nu dus het ge vaar van waardevermindering van het pond en de inflatieverwachtingen ge zamenlijk af. Dat maakt het mogelijk om geleidelijk de rente te verlagen. Die rentedaling is inmiddels ingezet en dat is een belangrijke voorwaarde voor economisch herstel. De eerste tekenen van herstel die nen zich dus aan. Naar verwachting zal 1992 een economische groei van tegen de 2% te zien geven. Dit is ge zien de huidige recessie zeker niet spectaculair, maar psychologisch wel van belang aangezien hiermee het ein- Nederlandse uitvoer de van de recessie wordt ingeluid. De verwachte verbetering van het economisch klimaat kan uitmonden in een toenemende consumptieve vraag. Daarbij zal het de grote uitdaging voor de Britse autoriteiten zijn om ondanks de aantrekkende conjunctuur de infla- 27 Rabobank 11/91

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1991 | | pagina 27