Britse economie langzaam op weg naar herstel De Britse economie bevindt zich thans in een pijnlijke recessie. De conjuncturele neergang is vorig jaar na een periode van ruime economische groei ingezet. Toch zijn de vooruitzichten voor de Britten niet ongunstig: al in 1992 wordt voorzichtig herstel verwacht. Op langere termijn zal ook een grotere Europese gezindheid van de Britse politiek hieraan een bijdrage leveren. Sterkere economische banden met Europa zullen een temperende invloed hebben op de traditionele wisselvalligheid van de Britse economie. Visie op een land waar de Rabobank haar aanwezigheid dit jaar aanzienlijk versterkte. Ruim een decennium heeft Marga- ret Thatcher het politieke toneel in het Verenigd Koninkrijk beheerst. In haar regeerperiode heeft zij een duidelijk eigen visie op het economische en maatschappelijke reilen en zeilen in het Verenigd Koninkrijk uitgedragen. Gedurende een aantal jaren heeft haar economische beleid goede resultaten opgeleverd. In de periode 1981 -1988 groeide de Britse economie met een gemiddelde van 3% per jaar. ruim bo ven het EG-gemiddelde. Deze hoge economische groei -met name gevoed door sterke toename van de particuliere consumptie- leidde echter tot oververhittingsverschijnse- len. Om te beginnen verslechterde de handelsbalans door een flink toegeno men import. Het positieve saldo uit het begin van de jaren tachtig was in 1988 geheel verdwenen en er ontstond zelfs een fors tekort. Ook liep de inflatie vanaf midden 1988 sterk op; reden voor de autoriteiten om de rente scherp omhoog te sturen. Die hoge rentelasten bleken bij de conjuncturele teruggang als een mo lensteen door te werken, zowel voor de gezinnen als voor de bedrijven. Voor de huishoudens werden de hypo- theeklasten en de afbetalingen op con sumptief krediet bijna onbetaalbaar. Het gevolg hiervan was dat de con sumptieve uitgaven, die van oudsher een belangrijke stimulans vormen voor de Britse economie, het geheel lieten afweten. Ook de bedrijven kwamen door de afwezigheid van winstgroei in problemen. Investeringen werden in het licht van verslechterde afzetper- spectieven en de moeizame financiële situatie voorlopig uitgesteld. Zowel de afzet als de produktie lieten dus een stagnatie zien. De economische reces sie leverde zoals vaker in Groot-Brit- tannië een groeiende werkloosheid op. Er zijn goede redenen om aan te ne men dat de Britse economie in de na bije toekomst weer zal opkrabbelen uit het huidige dal. De inflatie is inmiddels al aanzienlijk gedaald, net als de rente. Daar waar de rest van West-Europa het komend jaar afnemende groei zal zien, Met de wisseling van de wacht tussen de premiers Thatcher en Major lijkt het Britse gevoel voor Europese samenwerking te zijn toegenomen. lijkt voor het Verenigd Koninkrijk het ergste al weer achter de rug te zijn. Veranderingen op economisch gebied In vergelijking met de economieën van andere Europese landen is de Brit se tot nu toe veel gevoeliger geweest voor conjuncturele ontwikkelingen, zo wel in positieve als in negatieve rich ting. De laatste paar jaar was er in het Verenigd Koninkrijk echter een aantal belangrijke veranderingen te zien, die ertoe kunnen leiden dat grote fluctu aties in de economie minder vaak voorkomen. Om te beginnen is onder de voort varende leiding van premier Thatcher de macht van de vakbonden duidelijk afgenomen. Zo komen grote stakings golven die in het verleden het econo misch leven nogal eens ontwrichtten, nauwelijks meer voor. Bovendien zijn de arbeidsverhoudingen verbeterd, hetgeen stabiliserend werkt. Een ander aspect is de houding van de Britse politiek ten opzichte van de Europese Gemeenschap. Na verloop van tijd is men er achter gekomen dat het afhouden van de Europese boot tot gevolg had dat het Verenigd Koninkrijk in economisch en politiek opzicht ge- isoleerd dreigde te raken. Met name nu de EG de laatste jaren werkt aan verdergaande integratie op econo misch en politiek terrein, kan Groot- Brittannië het zich niet veroorloven aan de zijlijn te blijven staan. Hoewel de bedenkingen van premier Thatcher bij de Europese samenwerking bij veel Britten nog doorwerken, mag toch wor den gesteld dat de nieuwe Britse rege ring onder leiding van premier Major welwillender staat tegenover dit inte gratieproces. Die veranderende houding wordt bijvoorbeeld geïllustreerd door de toe treding van het Britse pond tot het Europese wisselkoersarrangement, het EMS. Door die belangrijke stap in oktober vorig jaar mag de koers van het pond ten opzichte van de andere EMS-valuta's nog slechts binnen be paalde marges fluctueren. De toetre ding tot het EMS had en heeft nogal wat gevolgen voor de Britse economie. Zo'n gekoppelde koers betekent name lijk dat inflatieverschillen tussen het Verenigd Koninkrijk (hoge inflatie) en de EMS-partners niet meer door een waardedaling van het pond kunnen

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1991 | | pagina 26