■Élk r~7T Cijfers Trends W. van der Velden Bedrijfstakonderzoek structuur is overigens één van de po tentieel zwakke punten van het groot bedrijf. Het MKB is een geïntegreerd on derdeel van het bedrijfsleven en onder houdt (direkt of indirekt) nauwe relaties met het grootbedrijf. De ontwikkelingen in het grootbedrijf zullen dan ook niet zonder gevolgen blijven voor het MKB. Wellicht kan het in het voordeel van het MKB zijn dat veel grootbedrijven al ver gevorderd zijn met hun noodzake lijke herstructureringsproces en weer aanstalten maken de opgaande lijn op te pakken. Voor zover er algemene trends in het grootbedrijf zijn te signaleren, over heerst veelal de beweging van concen tratie op (winstgevende) kernactivitei ten. Dat betekent dat de uitbestedings tendens, die grote delen van het MKB de afgelopen jaren de wind in de zeilen heeft gegeven, ook in de toekomst kansen biedt. Knelpunten in afzet Het MKB is geen verkleinde uitgave van het grootbedrijf. Om uit de ontwik kelingen in het grootbedrijf lessen voor de kleinere ondernemingen te kunnen trekken, is een splitsing van de pro bleemstelling verhelderend. Veel van de knelpunten hebben een afzet- en een kostenaspect. Zoals reeds gezegd is het grootbe drijf sterk op de export georiënteerd. De uitvoer biedt zeker op termijn zon der twijfel goede perspectieven. Dat is een pluspunt voor het grootbedrijf. Het MKB daarentegen is veel sterker op de (binnenlandse) afzet van consumptie goederen gericht. De verwachtingen ten aanzien van de koopkrachtontwik keling zijn gematigd, mede als gevolg van de opkomende inflatie en over heidsmaatregelen die velen in de por temonnee zullen treffen. Top 10: sterkste groeiers in 1990 1CD-speciaalzaak 2. Groothandel in groenten en fruit 3. Tuincentra 4. Economische en organisatie adviesbureaus 5. Detailhandel gemengde branche 6. Slachterijen en vleesverwerken de industrie 7. Accountants 8. Grafische industrie 9. Elektrotechnische detailhandel 10. Beroepsgoederenwegvervoer Een tweede afzetcategorie die voor het MKB (relatief) belangrijker is dan voor het grootbedrijf, zijn de investe ringsgoederen. Dit deel van de afzet blijkt voor een groot deel afhankelijk te zijn van de ontwikkelingen in de bouw sector. Meer dan 70% van de investe- ringsafzet komt voort uit activiteiten in de woning- en utiliteitsbouw. De ver wachte daling in de bouwsector zal het MKB meer dan het grootbedrijf treffen. Het voorgaande in beschouwing ne mend, zou een eerste deelconclusie kunnen zijn dat het MKB voor wat be treft de afzet meer knelpunten zal ont moeten dan het grootbedrijf. Uiteraard moet hierbij wel worden aangetekend dat deze conclusie is gebaseerd op de historische afzet-oriëntatie. De flexibili teit van het MKB zou wellicht verschui vingen in het afzetpatroon mogelijk kunnen maken, waardoor de genoem de gevoeligheid vermindert. Invloed loonkosten Voor wat betreft de kosten zijn voor al loonontwikkelingen van grote bete kenis. De loonkosten vormen bij het middenbedrijf ongeveer een derde van de totale kosten, bij het groot- en klein bedrijf is dat ongeveer een kwart. Door de 'ontgroening' van de bevolking neemt het aantal schoolverlaters af en daarmee ook het aan bod van jonge, goed kope arbeidskrachten. Het wat lagere loonkostenpercenta ge van het kleinbedrijf hangt samen met de belangrijke (onbetaalde) inzet van de ondernemer, die zijn feitelijke vergoeding uit de winst moet verkrij gen. Dit ondernemersinkomen kan als buffer fungeren bij een tegenvallende winst, uiteraard voor zover de onder nemer in staat en bereid is (tijdelijk) met minder genoegen te nemen. Te genvallende bedrijfsresultaten brengen daarom (op korte termijn) de continuï teit van het MKB niet direkt in gevaar. Daaraan kan worden toegevoegd dat de financiële positie van het MKB dankzij de voorspoedige gang van za ken in de afgelopen jaren aanmerkelijk is aangesterkt. Een extra complicatie voor het MKB is dat door de veranderende bevol kingssamenstelling het aanbod van jonge, goedkope arbeidskrachten de komende jaren geleidelijk terugloopt. Omdat deze categorie werknemers in het MKB relatief oververtegenwoordigd is, zal men hier met meer dan gemid delde loonkostenstijgingen worden ge confronteerd. Of de kostenstijgingen uiteindelijk in winstdalingen resulteren, hangt af van de mogelijkheid de kos tenstijging in de verkoopprijzen door te berekenen. Naar verwachting zal dit door de grote internationale concurren tie op de exportmarkt minder gemak kelijk zijn dan in eigen land. Risicobeheersing Het MKB staat er in het algemeen goed voor. Dat is deels te danken aan de (boven verwachting) voorspoedige ontwikkeling van een aantal factoren, die buiten de invloedsfeer van het MKB liggen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de Duitse eenwording. Maar ook de afloop van de Golfcrisis en de om wenteling in de Sovjetunie zijn het MKB (deels indirekt) niet onwelgevallig geweest. Het perspectief had er aan merkelijk anders uitgezien, wanneer deze zaken op een andere wijze zou den zijn afgerond. Ondernemen is risico lopen en risi co proberen te beheersen. Risicobe heersing vraagt het trekken van een eigen lijn en flexibel anticiperen op ver anderingen. Maar ook het kennen van de eigen sterke en zwakke kanten, als individueel bedrijf binnen de bedrijfstak en als gehele bedrijfstak ten opzichte van het (inter)nationale bedrijfsleven. De vijftiende editie van Cijfers Trends kan zowel de ondernemer als zijn adviseur daarbij van dienst zijn. 8 Rabobank 10/91

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1991 | | pagina 8