Cijfers Trends rustiger vaarwater zijn gekomen. De ontwikkeling van de export blijft vooralsnog positief, met de Duitse markt als duidelijke trekker. In eigen land zetten fiscale maatregelen en de toenemende inflatie de reële koop kracht van grote groepen onder druk. Dit heeft vooral zijn weerslag op de omvang van de consumptieve beste dingen, temeer daar de consument (gezien de onzekere vooruitzichten voor de koopkracht) niet gemakkelijk zal ontsparen. Ook de afzet van inves teringsgoederen neigt naar stagnatie, vooral door de sterk dalende woning bouw. De loonkosten per eenheid produkt nemen sterk toe. De stijging van de loonsom (circa 7%) zal niet kunnen worden gecompenseerd door groei van de arbeidsproduktiviteit. Voor de arbeidsintensieve bedrijfstakken in het MKB, zoals de detailhandel en de dienstverlening, is de achterblijvende arbeidsproduktiviteitsontwikkeling een punt van zorg, temeer daar forse loon eisen in het verschiet lijken te liggen. Het is duidelijk dat al deze ontwik kelingen hun weerslag zullen krijgen in het rendementsbeeld van het MKB. De winstontwikkeling zal dit jaar gematig der zijn dan in 1990, hoewel (enkele bedrijfstakken daargelaten) geen spra ke zal zijn van winstdalingen. Waar schijnlijk zal de bruto-marge van het MKB min of meer gelijk blijven, in de veronderstelling dat de stijging van de kostprijs per eenheid produkt groten deels in de afzetprijzen kan worden verdisconteerd. Meer grensoverschrijdend Er zit economisch gesproken de ko mende jaren meer wind in de lucht dan in de voorbije periode. Of het MKB dat als tegenwind of als wind in de rug zal ervaren, hangt af van zowel de wind richting als de koers en de stuurmans kunst van de (individuele) MKB-onder- nemers en hun belangenbehartigers. Vooralsnog ziet het er echter naar uit dat na de korte aarzeling in 1991 (en wellicht een deel van 1992) er op het gebied van de afzet weer goede kan sen komen, zij het niet op alle deel markten. Eind 1992 vormt immers de startlijn van de Europese eenwording, een begrip dat voor veel ondernemers inmiddels concrete perspectieven biedt en door de recente ontwikkelingen in (Oost- en West-) Europa aan dimensie heeft gewonnen. De Europese integratie die eind 1992 een feit moet zijn, maakt een ver dere herstructurering van het Neder landse MKB zowel mogelijk als nood zakelijk. De belangrijkste exporterende MKB-sectoren zoals de industrie, de groothandel en de vervoersector weten de uitvoerkanalen in Europa inmiddels te vinden. De ontwikkeling van de export van deze sectoren verliep het afgelopen decennium al gunstiger dan hun totale afzetontwikkeling. De MKB- sectoren die nog niet export-georiën teerd zijn, kunnen door de Europese ontwikkelingen tot meer grensover schrijdende activiteiten worden gesti muleerd. Enigszins zwart-wit gesteld zou echter kunnen worden beweerd dat de internationale ontwikkelingen, die het MKB via de exportgroei geen wind eieren hebben gelegd, het bedrijfsleven min of meer 'zijn komen aanwaaien'. De wind heeft toevallig in de goede hoek gezeten. Een scherpe koers en stuurmanskunst blijven voor het MKB dan ook onontbeerlijk om bij het groot bedrijf aansluiting te houden en bij te genwind niet aan lager wal te geraken. Export 'alleen' is een goed begin om internationaal zaken te doen, maar op termijn te vrijblijvend en eenzijdig. Europees zakendoen betekent ook voor het MKB in het komende decen nium het opzetten van buitenlandse vestigingen, joint-ventures of andere vormen van samenwerking, die bijvoor beeld betrekking hebben op ontwikke ling, produktie, verkoop en distributie. Relatie met het grootbedrijf De afgelopen maanden zijn we op geschrikt door tegenvallende resulta ten van enkele grote bedrijven in 1990. De recente berichten over de winsten in het eerste halfjaar van 1991 tonen deels enige opleving, maar nog lang Kerngegevens midden- en kleinbedrijf mutaties t.o.v. voorafgaand jaar) w.v. export Bron: EIM 1990 arbeids product. 1991 1992 niet overal is de kou uit de lucht. Dit roept de vraag op of het MKB - zij het wellicht in mindere mate of met enige vertraging - ook met deze problemen zal worden geconfronteerd. Die vraag klemt temeer nu de faillissementssta tistiek na een dalend verloop geduren de enkele jaren weer een opgaande tendens vertoont. Een eerste analyse van de proble men van grote bedrijven toont aan dat er in het algemeen vrij duidelijke oor zaken voor de knelpunten zijn aan te wijzen. In veel gevallen kunnen ze worden herleid tot ontwikkelingen op de wereldmarkt, ten aanzien van zowel de afzet van produkten als de inkoop van de benodigde grond- of hulpstof fen, zoals energie. Ook de te grote af stand tot de markt en een te starre (be sluitvormingsstructuur zijn in een aan tal gevallen (mede-)oorzaak. Die starre De krachtige produk- tiegroei en de goede winstontwikkeling gaven de ondernemers vorig jaar voldoende vertrouwen om aan zienlijk te investeren in hun bedrijf.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1991 | | pagina 7