Vaker commerciële
samenwerking
in de detailhandel
Commerciële samenwerking
Voerden een aantal jaren
geleden de uithangborden van
de individuele kruidenier,
schoenmaker of doe-het-zelf-
winkel de boventoon in het
straatbeeld, tegenwoordig
lijkt dat heel anders.
Winkelstraten in Nederlandse
steden geven steeds vaker
dezelfde namen te zien. Toch
is het niet zo dat er nog
nauwelijks zelfstandige
detaillisten zijn. Veel
ondernemers in de detail
handel realiseerden zich dat
ze in een veranderende
omgeving samen sterker
zouden staan en kozen voor
commerciële samenwerking
in bijvoorbeeld inkoop
combinaties en franchise-
ketens. Zij behouden dan hun
zelfstandigheid, maar hun
winkels zijn in naam,
assortiment en uiterlijk gelijk.
De samenwerking wordt de
laatste jaren hechter en
intensiever.
Er lijkt een tegenstelling te zitten in
de bewering dat zelfstandige onderne
mers naar commerciële samenwerking
zoeken. Juist op commercieel gebied
immers kunnen ondernemers door hun
eigen zelfstandigheid goed opereren.
Toch geven de cijfers aan dat steeds
meer detailhandelaren zich in één of
ander samenwerkingsverband bege
ven.
Er worden verschillende basisvor
men van commerciële samenwerking
onderscheiden: de inkoopvereniging,
het vrijwillig filiaalbedrijf, de franchise-
organisatie, de verkooporganisatie en
de dealerorganisatie. In de loop der ja
ren steeg het aantal detailhandelaren
dat is aangesloten bij één van deze sa
menwerkingsvormen, fors. Inmiddels
heeft bijna de helft van de middelgrote
en kleine ondernemingen in de detail
handel aansluiting gezocht bij een gro
ter verband. In totaal gaat het daarbij
om een kleine 45 000 winkeliers. Voor
al de inkoopcombinatie en de franchi-
se-formule zijn populair. Sinds 1980
zagen deze samenwerkingsvormen
een aanwas van bijna 50%.
Natuurlijk verschilt de mate waarin
ondernemers zich aansluiten per
branche. Op de markt voor verse pro-
dukten (brood, vlees, zuivel, vis,
groente en fruit, bloemen en planten)
is er vooral sprake van verkooporgani
saties en ook wel van inkoopbunde
ling. De grote stimulans voor samen
werking in deze sector is de sterke
concurrentie van supermarkten. Bij de
detailhandel die andere dagelijkse pro-
dukten afzet (levensmiddelen, tabak,
drogisterij-artikelen, dierenbenodigdhe
den), is de samenwerkingsgraad het
hoogst. Groothandels kiezen in deze
sector voor verschillende vormen van
samenwerking, zoals het vrijwillig fili
aalbedrijf. Daarnaast zijn er de groot
winkelbedrijven zoals de Hema en Al-
bert Heijn, die naast hun eigen filialen
ook een franchise-formule hanteren.
Bundeling van inkoop in verenigin
gen is met name te zien bij de detaillis
ten in kleding, sportartikelen, schoei
sel, meubelen en woningtextiel. Op het
gebied van speelgoed, doe-het-zelf-ar-
tikelen, geluidsdragers, elektrotechni
sche artikelen en andere produkten
zijn met name de franchise-ketens
goed vertegenwoordigd, maar de aan
tallen aangesloten winkeliers en de
omvang van de samenwerkingsver
banden zijn relatief klein.
Toenemende concurrentie
Per branche verschilt duidelijk de
graad van samenwerking. De oorza
ken daarvoor zijn te vinden in de histo
rische ontwikkeling van de bedrijfstak.
In de levensmiddelenbranche bijvoor
beeld zijn nog nauwelijks geheel onge
bonden detaillisten te vinden. Al sinds
het begin van de eeuw bestaat het
grootwinkelbedrijf met vele filialen in
eigendom. Hét voorbeeld daarvan is
natuurlijk Albert Heijn.
Voor de zelfstandige kruideniers
was de bedreiging zo groot dat ze zich
voor wat betreft hun inkoop aaneen
sloten in verenigingen of coöperaties;
een voorbeeld is de Sperwer Groep.
Groothandelaren in levensmiddelen
Volgens Videoland
directeur Broersen
biedt franchising de
ondernemer kans op
een hogere omzet en
tegelijkertijd lagere
kosten.