Komende
jaren grotere
afhankelijkheid
van Opec-olie?
Oliemarkt
De Iraakse invasie van Koeweit veroorzaakte
vorig jaar een kortstondige oliecrisis met
stijgende prijzen. Na enige tijd werd de olie
weer goedkoper en momenteel bevindt de
prijs zich weer op het relatief lage niveau van
voor de invasie. Toch kunnen de vraag- en
aanbodverhoudingen op de oliemarkt de
komende tijd aanzienlijk veranderen. De
invloed van de landen van de Opec lijkt groter
te worden, overigens zonder dat dit voor de
energieconsumenten tot een gevaarlijke
situatie hoeft te leiden.
De bewezen olievoor
raden in de wereld zijn
sinds 1986 met onge
veer 30% toegeno
men.
Het handelsembargo tegen Irak en
bezet Koeweit van vorig jaar reduceer
de de wereldolie-export in één klap
met bijna 4 miljoen vaten per dag, ofte
wel 6% van de wereldproduktie. Dit
leidde echter niet meteen tot een da
ling van het fysieke olie-aanbod. De
vrees voor een grootschalige vernieti
ging van olie-installaties in vooral
Saudiarabië en het angstige vooruit
zicht dat een groot deel van de wereld-
olieleveranties onder Iraakse controle
zou komen, veroorzaakten wel een stij
ging van de vraag naar olie. Dit ver
taalde zich in fors hogere prijzen: de
toonaangevende Brent-olie kostte niet
langer 18 per vat, maar bijna 40.
Al gauw bleek echter dat er geen
echt olietekort was dankzij de snelle op
voering van de produktie door een aan
tal Opec-landen, met voorop Saudiara
bië. Geholpen door het afnemen van de
economische groei in een aantal indus
trielanden, de verminderde invoer van
duurdere olie door menig ontwikkelings
land, de zachte winter en de hernieuw-
de aanzet tot energiebesparing liep de
vraag naar olie terug. Dit resulteerde
aanvankelijk in een geleidelijke daling
van de prijzen, gevolgd door een scher
pe prijsval in januari tot minder dan 20
per vat. Sindsdien schommelt de prijs
weer rond het niveau van voor de inva
sie 19 per vat), terwijl er een redelijk
evenwicht tussen vraag en aanbod lijkt
te bestaan.
Deze snelle terugkeer naar een
evenwichtige situatie en lagere prijzen
staat in schrille tegenstelling tot eerde
re oliecrises, die wel een aantal jaren
duurden. Bij de oliecrisis van 1979 was
er bijvoorbeeld sprake van een hoge
benuttingsgraad van de capaciteit in
de Opec-landen. Tijdens de afgelopen
mini-crisis bleek dat de produktiecapa-
citeit van de Opec-landen onderbenut
was, waardoor snelle terugkeer naar
een evenwichtige situatie op de markt
mogelijk was. Een aantal Opec-landen
bleek in staat in korte tijd de produktie
met 2 miljoen vaten te verhogen tot
23 miljoen vaten per dag. De bereid
heid van vooral de Golflanden hun pro
duktie op te voeren was bij de stabili
sering dus een belangrijke factor.
Structurele trends
Na de 'storm' staat de oliemarkt nu
opnieuw onder invloed van meer struc
turele veranderingen, die al sinds de
sterke daling van de olieprijzen in 1986
aan de orde zijn. De gevolgen van die
structurele ontwikkelingen zullen de
oliemarkt op lange termijn sterk gaan
beïnvloeden.
Tussen 1986 en 1990 zijn de bewe
zen wereldolievoorraden met 30% ge
stegen tot ruim 1000 miljard vaten, voor
namelijk door herziening van de schat
ting van de voorraden van Opec-landen
als de Golfstaten en Venezuela. Hier
door nam het aandeel van het Midden
oosten in de wereldvoorraden met 10%
toe tot meer dan 65%. Dit verschaft de
Opec en in het bijzonder het Midden-
Oosten op lange termijn een nog grotere
betekenis in de olievoorziening.
De olieprijzen schommelden vanaf