J - '"^*1
Wat ons bezighoudt
Vollegrondsgroente:
een regelmatig en ge
varieerd aanbod van
vooral nieuwe produk-
ten biedt kansen op
een redelijke prijsvor
ming.
lijke Rabobank is een financiële dienst
verlener omringd door concurrerende
marktpartijen: een oriëntatie op die
markt is belangrijk. Maar de plaatselij
ke Rabobank is ook en niet in het
minst een coöperatieve vereniging ge
worteld in de plaatselijke gemeen
schap: betrokkenheid bij die gemeen
schap en de ondernemers daarbinnen
is een opdracht.
Deze drie aspecten zullen met el
kaar in evenwicht moeten zijn voor een
optimaal functioneren van de plaatselij
ke bank. Uiteraard spelen bij het vin
den van een dergelijke balans de
grootte en de aard van het werkgebied
en de ontwikkelingen die zich daarbin
nen voordoen, een grote rol. Mede op
grond daarvan zal de optimale grootte
van een bank per situatie verschillen.
Zeker is wel dat er ook bovengrenzen
zijn voor de gewenste bankomvang.
Het onderwerp 'fusies en bankom
vang' staat met enige regelmaat ter
discussie binnen de Rabobankorgani-
satie. Uitgangspunt daarbij was en is
dat de zelfstandige plaatselijke banken
bepalen welke stappen zij willen zet
ten; Rabobank Nederland voert geen
vestigingenbeleid. Gezien de snelle
ontwikkelingen op terreinen als concur
rentie, kwaliteit van de dienstverlening
e.d. zal binnen de organisatie de
schaalgrootte van de plaatselijke ban
ken dit najaar opnieuw gespreksthema
zijn.
Teelt vollegrondsgroente
biedt perspectief (1)
Voor akkerbouwers in Nederland
wordt het niet gemakkelijker de conti
nuïteit van hun onderneming te waar
borgen en een aanvaardbaar inkomen
te verwerven. Milieumaatregelen bren
gen extra kosten met zich mee en no
pen tot extra investeringen. Daarnaast
zijn dalende prijzen te verwachten,
vooral door EG-maatregelen. Dit toe
komstbeeld wordt geschetst in de on
langs door de Rabobank gepubliceer
de 'Visie op uw akkerbouwbedrijf'.
De relatief kleinschalige Nederland
se akkerbouw kent op veel bedrijven
intensieve bouwplannen waarbij onder
meer een nauwkeurig geplande vrucht
wisseling moet bijdragen aan de nood
zakelijke hoge opbrengsten per hecta
re. Een geringer gebruik van meststof
fen en gewasbeschermingsmiddelen
zal grote gevolgen hebben voor de be
drijfsvoering. Vooral bij de teelt van tra
ditionele gewassen (aardappelen, bie
ten, granen) zal het effect van deze
ontwikkelingen op de kostprijs moeilijk
zijn op te vangen.
Mogelijke oplossingen zijn een be
drijfsvoering die minder milieubelas
tend is, en kostenbesparing. Ook een
geïntegreerde teeltmethode behoort tot
de mogelijkheden. Daarbij is niet de
hoogste opbrengst per hectare door
slaggevend, maar wordt gestreefd
naar een optimum tussen milieudoel
stellingen (zo min mogelijk meststoffen
en beschermingsmiddelen) en econo
mische doelstellingen (niet teveel van
de opbrengsten prijs geven).
Een ander bruikbaar alternatief om
tot rendabele bedrijfsvoering te komen
wordt gepresenteerd in een tweede re
cente studie, 'Visie op uw vollegronds-
groentebedrijf'. Een deel van de akker
bouwers zou naast de traditionele ge
wassen ook vollegrondsgroenten kun
nen gaan verbouwen. Uiteraard is
daarvoor wel het nodige vakmanschap
vereist. In de brochure wordt duidelijk
dat de bank voor de teelt van volle
grondsgroente in Nederland goede
perspectieven ziet.
Teelt vollegrondsgroente
biedt perspectief (2)
Het aantal bedrijven dat zich spe
cialiseert op de vollegrondsgroente-
teelt, daalt sinds 1980 licht. Die daling
komt met name voor rekening van be
drijven met (arbeids)intensieve teelten,
waarbij de produkten worden afgele
verd in veilingverpakking of verpakt
voor een contractant.
Toch is sinds 1980 het areaal volle
grondsgroente met 20% gestegen tot
42 000 hectare in 1989. Verantwoorde
lijk voor die groei zijn vooral akkerbou
wers die ook vollegrondsgroente opne
men in het bouwplan. Sinds 1980 kwa
men er ongeveer 600 akkerbouwbe
drijven met vollegrondsgroente bij. Ak
kerbouwers nemen vooral de geme
chaniseerde, extensieve teelt voor hun
rekening.
De kansen voor de vollegronds-
groenteteelt in Nederland liggen vooral
in een goede afzetstructuur, ook in Eu
ropa, en in nauwgezet inspelen op de
markt. Een regelmatig en gevarieerd
aanbod van vooral nieuwe produkten
als ijsbergsla, Chinese kool, broccoli
en venkel biedt kansen op een redelij
ke prijsvorming. Afzetcoöperaties, zo
als veilingen, vervullen daarbij als con
centratiepunt van vraag en aanbod
een belangrijke rol.
In de bedrijfstak dient de factor 'ar
beid' -de grootste kostenpost- een
hoge prioriteit te hebben. De onderne
mer moet zich richten op het efficiënt
omgaan met die arbeid, waarbij vooral
mechanisatie en motivatie van de
werknemers aandacht verdienen. Aan
dacht voor het milieu is een tweede
topprioriteit. Aan de ene kant is de sec
tor slachtoffer van bodem-, water- en
luchtverontreiniging, aan de andere
kant belast de vollegrondsgroenteteelt
het milieu via onder andere meststof
fen en gewasbeschermingsmiddelen.
Zowel de markt, de consument als de
wetgever stellen milieu-eisen, waar
mee de individuele teler rekening moet
houden. Een kennisvoorsprong bij het
oplossen van milieuproblemen is op
termijn een voordeel.
De bank ziet mogelijkheden voor
ecologisch en biologisch-dynamisch
geteelde groenten, omdat de markt
voor die produkten nog kan groeien.
Niet voor niets heeft de Rabobank on
langs steun toegezegd aan een per-
spectievenonderzoek naar ecologische
en biologisch-dynamische landbouw.
Het Landbouw-Economisch Instituut
verricht dat onderzoek in opdracht van
de Nederlandse Vereniging voor Biolo-
gisch-Dynamische Landbouw en de
Nederlandse Vereniging voor de Eco
logische Landbouw.