Mengvoeder
industrie bezig
met noodzakelijke
herstructurering
Europese mengvoederindustrie
Na jaren van forse groei heeft de Europese
mengvoederindustrie, vooral in de noordelijke
landen van de EG, nu te maken met een
stagnerende afzet. Via met name
schaalvergroting, kostenbeheersing en
betrokkenheid bij andere schakels in de
dierlijke produktiekolom speelt de bedrijfstak
in op deze nieuwe situatie.
In Nederland nemen
de 15 grootste meng
voederfabrikanten
meer dan de helft van
de produktie voor hun
rekening-
Met haar produkten levert de meng
voederindustrie op indirecte wijze een
belangrijke bijdrage aan het levens
middelenpakket van de consument. Tot
het begin van de jaren tachtig groeide
de mengvoederproduktie in de landen
van de Europese Gemeenschap sterk.
De veestapel breidde zich uit en bo
vendien werd de veehouderij intensie
ver. Dit waren ideale omstandigheden
voor een industrie die de veehouderij
als haar afnemer heeft.
In 1973 werd in de EG-landen 65
miljoen ton geproduceerd, in 1983 was
dat al bijna 100 miljoen ton. Na 1983
stabiliseerde de mengvoederproduktie
zich. Dit werd grotendeels veroorzaakt
door een daling van de vraag naar
rundveevoer als gevolg van de melk
quoteringsregeling. Daar stond tegen
over dat de vraag naar varkens- en
pluimveevoer nog groei bleef vertonen.
Vooral de populariteit van pluimvee
vlees werkt gunstig door op de vraag
naar voer voor mestpluimvee.
De mengvoederindustrie is, vanwe
ge het volumineuze karakter van de
grondstoffen, vaak gevestigd in de
buurt van zee- of binnenhavens. De
bedrijven met een jaarlijkse produktie-
Mengvoederproduktie EG (in 1000 ton)
Noord
1984
1989
groei
Zuid
1984
1990
groei
Rundvee
22,2
19,9
-10,4
10,4
12,3
18,3
Varkens
19,7
21,0
6,6
12,2
13,6
11,5
Pluimvee
11,7
12,0
2,6
14,3
16,7
16,8
Totaal
53,6
53,0
-1,0
36,9
42,6
15,4
Verenigd Koninkrijk, Nederland, Bondsrepubliek Duitsland, Denemarken,
Ierland, België, Luxemburg
Italië, Spanje, Portugal, Frankrijk
Bron: Syncopac/Fefac
capaciteit van meer dan 100 000 ton
nemen het grootste deel van de pro
duktie voor hun rekening. Daarnaast is
in het algemeen de structuur van de
mengvoederindustrie kleinschaliger
naarmate de landbouw en infrastruc
tuur minder ver ontwikkeld zijn.
In Europa is de produktie van
mengvoer geconcentreerd in Neder
land, Noord-Duitsland, Vlaanderen, de
Franse regio's Bretagne en Pays de
Loire, het Spaanse Catalonië en het
Po-gebied in Italië Sinds het begin
van de jaren tachtig zijn de ontwikke
lingen in de zuidelijke EG-staten bedui
dend gunstiger geweest dan die in de
noordelijke landen (zie de tabel).
De Nederlandse mengvoederindus
trie produceerde in 1989 ruim 15 mil
joen ton. Niet minder dan 350 bedrij
ven hadden hierin een aandeel, zij het
dat de 15 grootste aanbieders meer
dan de helft van de produktie voor hun
rekening namen.
Minder graan
Voor de produktie van mengvoer
kunnen vele grondstoffen gebruikt wor
den. Daarbij let men vooral op het ei
witgehalte en de energiewaarde. De
bekendste grondstoffen zijn granen,
sojaschroot, maisgluten en tapioca. De
grondstoffen bepalen voor ongeveer
22 Rabobank 8/91