Herstructurering bedrijfsleven per is het natuurlijk van belang om die partij te vinden die het maximale bod kan doen. Vaak is dat een partij die niet is gericht op de belegging, maar meer op strategische samenwerking, bijvoorbeeld een industriële partner. In zo'n geval vormt de financiering van de aankoop wel eens een obstakel. Deskundigheid nodig Van 't Hooft wijst erop dat er gezien de omvangrijke en veelzijdige proble matiek steeds vaker een beroep wordt gedaan op deskundigheid van bank of accountant. De verkoop van een be drijf is voor een ondernemer een een malige gebeurtenis. Banken hebben als voordeel dat de financiële compo nent ook kan worden ingevuld. Daar om treedt de bank. en met name een merchant bank, steeds vaker op als raadgever en intermediair. Zeker ook middelgrote en kleine bedrijven en coöperatief georganiseerde onderne mingen vragen vaker naar assistentie van de bank. 'Dat is onder andere de reden dat wij als Rabo Merchant Bank dergelijke activiteiten ontplooien. Wij kunnen voor de koper een geschikte kandidaat zoeken, voor de verkoper of de naar fusie strevende ondernemer in binnen- en buitenland een tegenpartij zoeken, we kunnen assisteren bij de waardebepaling van een onderneming en ook de juridische en fiscale aspec ten overzien.' Belangrijk is daarnaast dat een merchant bank in staat is zelf tijdelijk risico te nemen, aandelen in portefeuil le te nemen. Daarmee raken we aan één van de meest essentiële onderde len van fusies, overnames en bedrijf- verkopen, de financiering. Een mer chant bank kan ook daarbij een bemid delende rol spelen, tussen koper en kapitaalverschaffers, of zelf tijdelijk in springen. Vaak zien bedrijven die willen over nemen, zich namelijk geconfronteerd met een tekort aan eigen vermogen wanneer ze hun op zich perspectiefrij ke plannen ten uitvoer willen brengen. Een merchant bank kan dan de fourne ring van (risicodragend) vermogen voor haar rekening nemen. Bij fusies speelt dit probleem overigens niet of nauwelijks. Eigen vermogen cruciaal De problematiek laat zich mooi illus treren aan de hand van de verkoop van een onderneming aan het zittende management (een management-buy- out, MBO). In het MKB doet zich dit verschijnsel met zekere regelmaat voor en het is goed vergelijkbaar met de aankoop van een bedrijf door een onderneming die nog niet voldoende volwassenheid heeft bereikt om tegen aantrekkelijke voorwaarden traditionele financieringsvormen (langlopende ban caire kredieten, obligaties) te verkrij gen. Bij een MBO of een overname is het voor de kopers doorgaans een pro bleem om voldoende financieringsmid delen te vinden. Meestal kunnen deze kopers, het zittende management of de jonge, middelgrote of kleine onderne ming, wel enig eigen vermogen op ta fel leggen, maar het gaat daarbij over het algemeen om een relatief gering deel van het aankoopbedrag. Voor het grootste deel van de koopsom moet dus een lening worden aangegaan bij een financiële instelling. De omvang van de leningen die deze instellingen willen toestaan, wordt bepaald door of wel de activa van het bedrijf of door de toekomstige winst plus afschrijvingen minus belastingen: hieruit moet im mers de lening worden afgelost. Door gaans ligt de toegestane lening stuk ken lager dan het aankoopbedrag. Het verschil moeten de kopers elders zien te vinden. In dat traject is een belang rijke rol weggelegd voor een merchant bank. Van 't Hooft: 'Een merchant bank heeft niet alleen een intermediare func tie tussen bedrijfsleven en geld- en kapitaalmarkt, maar kan ook zelf risico dragende financiering aanbieden. Het gaat dan om een tussenvorm van vreemd en eigen vermogen, bijvoor beeld een converteerbare achterge stelde lening. Op termijn krijgt de bank dan de beschikking over aandelenkapi taal. Overigens kan een merchant bank in sommige gevallen ook meteen eigen vermogen verstrekken.' Van 't Hooft signaleert in het bedrijfsleven door overnames, MBO's en fusies een groeiende behoefte aan risicodragend kapitaal. Die behoefte wordt afhanke lijk van de soort bedrijven ingevuld op de openbare kapitaalmarkt, via institu tionele beleggers, door participatie maatschappijen en in toenemende mate ook door banken. Deze laatste doen dat uiteraard slechts wanneer het gaat om kerngezonde bedrijven, die geen bemoeienis van de investeerder nodig hebben. Grensoverschrijdende transacties Van 't Hooft wijst op de rol die mer chant banks spelen bij internationale, grensoverschrijdende overnames. On der andere bij het coöperatief georga niseerde bedrijfsleven mondt het voor uitzicht van Europa 1992 uit in een wens tot schaalvergroting en tot pene tratie op buitenlandse markten. Een overname van een bedrijf in het buiten land is een zeer geschikt middel om deze doelen te bereiken. Met een der gelijke overname zijn echter vrijwel al tijd grote bedragen gemoeid. De be hoefte aan eigen vermogen is dan groot. Een reden is dat er vaak een im mens bedrag aan goodwill moet wor den betaald. Daar komt nog bij dat ren te op leningen aangegaan ter verwer ving van een buitenlandse onderne ming fiscaal niet aftrekbaar is. Finan ciering van zo'n overname met vreemd vermogen is dus zeer onaantrekkelijk, vandaar een grotere behoefte aan ei gen vermogen. Een beroep op de kapi taalmarkt is in deze gevallen niet goed mogelijk voor ieder overnemend bedrijf (bijvoorbeeld voor een coöperatie). Een merchant bank zou in zo'n geval een oplossing moeten bieden. Ontwikkeling niet ten einde Het is Van 't Hoofts verwachting dat er op het gebied van overnames, fu sies en dergelijke in Nederland nog het nodige staat te gebeuren. 'De concen tratiegraad in de VS bijvoorbeeld is al veel groter. Met name op het gebied van de grote ondernemingen zijn daar toch behoorlijk spectaculaire voorbeel den van te geven. Marktoverwegingen en kosten, vooral van onderzoek en ontwikkeling, gaven er vaak de door slag. In een verenigd Europa zullen die elementen ook sterker gaan tellen. Door een fusie of een overname is het mogelijk op eenvoudige wijze een nieuw afzetkanaal te verkrijgen. Euro pese producenten van elektronica of auto's zijn ook steeds meer op elkaar aangewezen bij de verdediging van hun markten.' De toenadering van Philips en het Franse Thomson in ver band met HDTV noemt Van 't Hooft wat dit betreft illustratief. Ook voor mid delgrote en kleine bedrijven in Neder land is de ontwikkeling nog niet ten einde. Een toegenomen concurrentie zal in dit segment tot concentratie blij ven leiden: vergroting van de afzet markt, versterking van de eigen positie zijn noodzakelijk. Al deze processen hebben ingrijpende financiële conse quenties, waarbij de deskundigheid en creativiteit van een merchant bank vaak noodzakelijk zijn om een goede uitkomst te bewerkstelligen. RdK 21 Rabobank 8/91

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1991 | | pagina 21