1 Herstructurering bedrijfsleven die samenhangen met schaalgrootte. Voor sommige activiteiten lopen de kosten zo hoog op dat bedrijven die al leen niet meer op kunnen brengen. Een andere, en misschien wel de meest genoemde, motivering is de toe nemende internationalisering. Europa 1992 is wat dat betreft het toverwoord, waarmee veel Nederlandse bedrijven rekening houden. De eenwording van de Europese markt zal namelijk ener zijds meer mogelijkheden bieden om te penetreren op buitenlandse markten, maar anderzijds ook het risico met zich meebrengen van een grotere concur rentie op de traditionele Nederlandse thuismarkt. De uitkomst van deze heroriëntatie processen kan verschillende vormen aannemen. Reorganisatie van het tota le bedrijf is soms een mogelijkheid om kosten te beheersen of om de organi satie flexibeler te maken. De strategie die wordt gehanteerd bij de Philips-re- organisatie, is hier een duidelijk voor beeld van. Afslanken en stroomlijnen van een onderneming gaan vaak ge paard met de afstoting, verkoop van bedrijfsonderdelen. Bij afstoting van bepaalde activiteiten gaat het veelal om niet-essentiële onderdelen. Een bedrijf dat zich op deze manier con centreert op de kernactiviteiten, be perkt zich meestal tot die onderdelen die het sterkst zijn: de 'back-to-the- core-business'-strategie. Hoge kosten voor on Concentratietendens in het derzoek en produkt oogspringend ontwikkeling nopen Een andere wijze van herstructure- soms tot vergaande ring die momenteel wordt toegepast, is samenwerking. het concentratieproces. Twee of meer bedrijven gaan op de een of andere manier samen, meestal gaat het om fusies of overnames. Bij fusie is er sprake van twee min of meer gelijk waardige bedrijven die de krachten bundelen. Samen zijn ze sterker en wellicht kunnen ze op internationale schaal hun partijtje mee gaan spelen. Wanneer het gaat om grote onderne mingen, kan de combinatie misschien een 'global player' worden. Een fusie kan ook uit defensieve overwegingen voortkomen: de nieuwe combinatie is niet zo kwetsbaar voor partijen die een vijandige overname in de zin hebben. De fuserende bedrijven kunnen uit gaan van zogenaamde synergetische effecten: de combinatie is sterker dan de som van de twee aparte bedrijven, doordat bijvoorbeeld deelmarkten opti maal aansluiten of de assortimenten van produkten of diensten elkaar zeer goed aanvullen. Uiteraard kunnen ook kostenaspecten een rol spelen. Dit geldt met name voor branches waar onderzoek en produktontwikkeling zeer kostbaar zijn geworden. De chipont wikkeling, de automobiel- en vliegtuig industrie zijn voorbeelden van bran ches waar vergaande samenwerking plaatsvindt. Overigens gebeurt dat niet altijd in de vorm van fusies. Niet altijd is het noodzakelijk of gewenst om voor volledig samengaan te kiezen. Het is ook mogelijk slechts voor enkele speci fieke activiteiten samen te werken. Een vorm daarvoor is de joint venture. Daarbij wordt voor één of meer activi teiten een gezamenlijke dochteronder neming opgezet. Ook het midden- en kleinbedrijf kiest regelmatig voor deze samenwerkingsvorm. Bedrijfsconcentratie vindt eveneens plaats via overnames: het ene bedrijf koopt een ander bedrijf. Vaak gaat het erom snel de nodige groei te bewerk stelligen; een overname is dan het al ternatief boven interne groei. Het komt ook voor dat ondernemingen door mid del van overnames hun activiteiten verbreden. Een dergelijke diversificatie kan zijn ingegeven door het idee van risicospreiding of door andere strategi sche overwegingen. Een bedrijf wil niet meer afhankelijk zijn van één branche of wil een activiteit toevoegen die met het oog op marktpenetratie interessant is. Overnames ook in MKB Wanneer het gaat om grote onder nemingen. dan zijn fusies en overna mes natuurlijk heel ingrijpende en veel aandacht trekkende processen. Toch wil dat niet zeggen dat het uitsluitend om die klasse bedrijven gaat. Recent onderzoek van het KNOV toont aan dat in de categorie bedrijven met 50-99 werkzame personen maar liefst een kwart van plan is binnen vijf jaar een ander bedrijf over te nemen. In de ca tegorie 5-9 werkzame personen heeft toch ook nog 13% van de ondernemin gen die plannen. Het motief is in de meeste gevallen alleen het realiseren van groei, uitbreiding van de bedrijfs- capaciteit. Uit hetzelfde onderzoek blijkt overigens dat maar weinig bedrij ven op een probleemloze acquisitie re kenen. Vooral financiële problemen worden verwacht. Dat er inderdaad een veelheid aan problemen tegelijkertijd op kan treden bij bedrijfsverkoop, overname of fusie, wordt beaamd door drs. W. van 't Hooft, directeur van Rabo Merchant Bank. Uit hoofde van zijn functie is hij zeer goed bekend met de problema tiek, want de Merchant Bank begeleidt alle aspecten van fusies, overnames en bedrijfsverkoop vaak van begin tot eind. Hij noemt het samenvoegen van de jaarrekeningen en de juridische kanten, maar vestigt ook de aandacht op fiscale problemen. Afrekening over de verkoopprijs -dus inclusief stille re serves en goodwill- en een kapitaalbe lasting van 1% kunnen voor onaange name verrassingen zorgen. Belangrij ker is wellicht nog de waardering, de prijsbepaling van bedrijven. Voor niet ter beurze genoteerde ondernemingen is dat een lastig karwei, omdat een en kele blik op activa en passiva van het aan te kopen bedrijf niet volstaat. Voor een koper die gericht is op een toevoe ging aan het eigen bedrijf, kan een overnamekandidaat namelijk uit strate gisch oogpunt veel meer waard zijn dan voor een belegger. Voor de verko-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1991 | | pagina 20