Over winkel
sluitingstijden en
kant-en-klaar-
maaltijden
De werkende vrouw als consument
Het toenemend aantal vrouwen met een baan
houdt in dat er meer geld te besteden is,
maar tegelijkertijd is er minder tijd om het uit
te geven. Werkende vrouwen hebben een
ander koopgedrag en een ander
consumptiepatroon. Het is zaak voor de
detaillist om hier op in te spelen om zo baat
te kunnen hebben bij deze in omvang
toenemende, koopkrachtige doelgroep.
Nog in 1957 werden vrouwelijke
ambtenaren die trouwden, ontslagen.
Tegenwoordig is dit niet meer denk
baar. De meeste vrouwen blijven wer
ken nadat ze zijn gehuwd en steeds
vaker zelfs ook als er kinderen komen.
De arbeidsparticipatie van vrouwen is
fors toegenomen en het eind is zeker
nog niet in zicht. Elders in dit blad
wordt beschreven dat het een econo
mische noodzaak is dat meer vrouwen
gaan werken. Ook de overheidsmaat
regel die inhoudt dat vrouwen van 18
jaar en ouder zelfstandig in hun le
vensonderhoud moeten kunnen voor
zien, zal effect hebben voor het aantal
werkende vrouwen.
Deze toename van de arbeidsparti
cipatie van vrouwen heeft onder ande
re gevolgen voor koopgedrag en con
sumptiepatroon. Met name tijd en geld
zijn van invloed. De gevolgen zijn het
meest ingrijpend voor tweeverdieners
die beide een full-time baan hebben.
Als één van beide partners part-time
werkt, blijft veelal het traditionele rolpa
troon gehandhaafd.
De wijzigingen in koopgedrag en
consumptiepatroon worden nog ver
sterkt door andere ontwikkelingen, zo
als een toename van het aantal één
persoons-huishoudens: in 1990 be-
drs. F. de Glee
Bedrijfstakonderzoek
stond een kwart van alle Nederlandse
huishoudens uit één persoon, terwijl
naar verwachting in 2000 het aandeel
van de alleenstaanden zal zijn toege
nomen tot 39%. Werkende alleen
staanden worstelen met dezelfde
koopproblemen als tweeverdieners.
Alle boodschappen in één
winkel
Als twee partners beide full-time
werken, doen ze bij voorkeur één keer
per week alle boodschappen in één
winkel. Voor deze 'one-stop-shopping'
wordt veelal de auto gebruikt, zodat
parkeerruimte een belangrijk selectie
criterium is.
Tussendoor gaat men alleen naar
de buurtsupermarkt voor produkten die
vers moeten zijn en voor artikelen die
men was vergeten. De winkel voor
deze dagelijkse boodschappen ligt
meestal nabij de woning van de klant.
Het is echter denkbaar dat -mede door
de beperkte openingstijden van de
winkels- de consument niet in staat is
eerst naar huis te gaan en daar inko
pen te doen. Dan kan een winkel in de
buurt van de werkplek een uitkomst
zijn. Vooral in stadscentra is deze
trend duidelijk zichtbaar. Op andere
werklocaties is dit echter vaak niet mo
gelijk door het ontbreken van (goede)
winkelvoorzieningen.
De factor tijd bepaalt in hoge mate
het aankoop- en winkelgedrag. Het
gaat niet alleen om de tijd die beschik
baar is voor het doen van boodschap
pen, maar ook om de tijd die de consu
ment er voor over heeft. Tegenover de
verplichte boodschappen waaraan veel
consumenten zo min mogelijk tijd kwijt
willen zijn, staat een in belang toene
mend verschijnsel, 'fun-shopping'.
Voor dit recreatief winkelen wil men
wel tijd uittrekken. Regelmatig wordt
een bezoek gebracht aan voornamelijk
in stadskernen gelegen winkels. De
kwaliteit van het winkelaanbod bepaalt
in hoeverre een kern aantrekkelijk is
om te winkelen. Recreatief slaat alleen
op het plezier hebben in het winkelen,
niet op eventuele andere ontspan
ningsmogelijkheden.
In dit kader zijn ook de openingstij
den van de winkels van belang. Uit on
derzoek is gebleken dat slechts 10%
van de alleenstaanden en tweeverdie
ners tevreden is met de huidige winkel
uren. Ook jongeren zien graag andere
openingstijden.
Eind vorig jaar heeft minister
Andriessen van Economische Zaken
een wetsvoorstel ingediend tot wijzi
ging van de winkelsluitingstijden. Vol
gens dit voorstel zou het uiterste slui
tingstijdstip op weekdagen moeten ver
schuiven van 18.00 naar 18.30 uur, op
zaterdag van 17.00 naar 18.00 uur.
Daarnaast wordt voorgesteld de ope-
ningsduur per week uit te breiden van
52 tot 55 uur. Het voorstel is gebaseerd
op een advies van de SER en op af
spraken tussen de meest betrokken or
ganisaties. Toch is niet iedereen tevre
den. Zo meent de Commissie 'toetsing
van wetgevingsprojecten' dat het voor
stel niet ver genoeg gaat en onvol
doende inspeelt op de veranderende
koopgewoonten van consumenten.
Teleshopping en postorder
Die consumenten kunnen hun on
vrede tonen door verschuivingen in
hun koopgedrag. Tekenend is dat in
middels ongeveer een derde van de
uitgaven aan voedings- en genotmid
delen buiten de detailhandel terecht
komt, bijvoorbeeld in de sfeer van fast
food en afhaal-restaurants.
Een andere manier om de openings
tijden te omzeilen -die bovendien tijd
winst oplevert- is teleshopping. Bij dit
elektronisch winkelen vindt selectie
en/of bestelling plaats via een compu
ter of videotexterminal en een telefoon
lijn. Hoewel teleshoppen een voor de
hand liggende oplossing lijkt, is het in
Nederland tot nu toe niet echt van de
grond gekomen. Voor een deel heeft
dat te maken met het feit dat nog maar
een beperkt aantal consumenten over
de benodigde apparatuur beschikt.
Ook willen veel kopers de produkten
kunnen voelen, ruiken en proeven en
missen ze bij teleshopping de sociale
en recreatieve aspecten die aan win
kelen verbonden zijn.
Naar verwachting zullen zowel con
sumenten als aanbieders de komende
tijd meer vertrouwd raken met het elek
tronisch winkelen. Gezien de ervarin
gen in het buitenland wordt verwacht
dat aan aanbodzijde de postorderbe-
12 Rabobank 8/91