Plaatselijk karakter blijft profiel organisatie bepalen s Toespraak voorzitter Raad van Beheer 'Onze Rabobankorganisatie is gezond, maar het ligt in onze aard daaraan direct toe te voegen: het kan nog beter'. De voorzitter van de Raad van Beheer liet in zijn toespraak tot de algemene vergadering een aantal zaken de revue passeren die eraan kunnen bijdragen dat het inderdaad nog beter gaat. O) O) O O cc ui O _l Van Verschuer: 'De arbeid, door onze medewerkers verricht, is ons belangrijkste potentieel.' De algemene vergadering van Rabobank Nederland, waarvoor op 6 juni weer meer dan 2 500 vertegen woordigers van plaatselijke Raboban- ken naar Utrecht kwamen, heeft twee hoofddoelen. De beheerscolleges van Rabobank Nederland leggen verant woording af over het door hen gevoer de beleid èn de bijeenkomst biedt de mogelijkheid om als organisatie de klokken gelijk te zetten voor de komen de periode. In de openingstoespraak van mr. O.W.A. Baron van Verschuer, voorzitter van de Raad van Beheer, kwamen beide aspecten aan de orde. 'Ook dit jaar wil ik met u stilstaan bij de vraag of wij het doel waarvoor wij zijn opgericht, de behartiging van de be langen van de leden-banken, naar be horen hebben gerealiseerd'. Een eerste graadmeter daarvoor is het tarief voor het coöperatieve financieringsprodukt, de variabele lening, en in dat opzicht was 1990 naar het oordeel van Van Verschuer een uitzonderlijk goed jaar. 'Een tweede ijkpunt kan zijn de vraag of we voldoende met onze tijd meegaan en voldoende inspelen op de ontwikkelingen en mogelijkheden die op bancair terrein voor ons liggen. Wat ons eigen land betreft maakte ik vorig jaar melding van de toen ondernomen stappen in de richting van Interpolis en Robeco. Aan beide zijn de stormen -de een vanuit de hemel en de ander vanaf de beursvloer- niet ongemerkt voorbij gegaan. Maar van beide kunnen we nu zeggen dat het goede beslissingen wa ren', constateerde de voorzitter van de Raad van Beheer. 'Ook dit jaar is weer duidelijk geble ken dat beslissingen die anderen ne men, vaak even ingrijpend zijn als be slissingen die jezelf neemt. Het voor sorteren op 'Europa 1992' dat rondom ons heen plaatsvond, had tot gevolg dat in Nederland onze positie werd versterkt.' Van Verschuer doelde met name op de toegenomen betrokken heid van de Rabobank bij het grotere bedrijfsleven, dat na de fusie tussen ABN en AMRO op zoek was naar nieu we bancaire contacten. 'Nationaal sterk betekent niet auto matisch dat je ook internationaal sterk bent. Ons tweesporenbeleid zullen we ten dienste van onze leden -en dus ook ten dienste van de kracht van onze organisatie- voortzetten. Dat houdt in uitbreiding en versterking van eigen vestigingen in de wereld waar onze leden komen en ondernemen èn het aangaan van samenwerkingsver banden met buitenlandse banken die passen in ons Rabobank-profiel.' Combinatie klein en groot Het blikveld van de Rabobank mag dan steeds meer nationaal en interna tionaal zijn geworden, dat neemt niet weg dat het profiel van de organisatie volgens Van Verschuer nog steeds in hoge mate bepaald wordt door de plaatselijke gemeenschappen waarin de lokale banken functioneren. En hij liet er geen misverstand over bestaan dat dit zo moet blijven. 'Uit deze ge meenschappen zijn wij ontstaan, voor deze gemeenschappen werken wij. Wij dienen in wat we doen en laten, onder nemen en aan produkten ontwikkelen, hun profiel scherp op ons netvlies te hebben en te houden.' Enerzijds is het van groot belang dat de Rabobankorganisatie als een een heid opereert en naar buiten treedt, maar anderzijds 'zullen wij daarbij uiter aard ruimte moeten laten voor de pluri formiteit van degenen waarvoor we wer ken en de schalen die daarvoor nodig zijn. Als ik over schalen spreek, denk ik aan de grootte van onze banken.' Over die schaalgrootte van plaatse lijke banken zal dit najaar in de organi satie worden gediscussieerd. Van Ver schuer benadrukte dat Rabobank Ne derland geen vestigingenbeleid voert, de beheerscolleges van de aangeslo ten banken maken uit wat de grootte van hun werkgebied moet zijn. Bij be sluitvorming daarover dient uiteraard het belang van de leden voorop te staan, het maken van keuzes mag niet beïnvloed worden door persoonlijke belangen van beheerders.Vooruitlo pend op de discussie plaatste de voor zitter van de Raad van Beheer enkele kanttekeningen. 'Onze banken zijn coöperatieve ver eniging, eigen onderneming en finan ciële dienstverlener. Bij het beoordelen van de gewenste grootte van de bank moeten al deze drie elementen in sa menhang met elkaar worden betrok ken. Daarnaast moet meer dan in het verleden rekening worden gehouden met de grootte en de aard van het werkgebied en vooral de ruimtelijke en economische ontwikkelingen die zich daar voordoen. Bepalend is en blijft de kwaliteit van de dienstverlening in sa menhang met de eisen die met name de ondernemers in uw werkgebied aan u stellen. In tegenstelling tot vroeger houdt de coöperatieve bank zonder concurren tiekracht op te bestaan. Anders ge zegd: vroeger ging het bankieren zeker 6 Rabobank 6-7/91

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1991 | | pagina 6