Grote banken:
activiteiten
groeien sneller dan
resultaat
Het Nederlandse bankenlandschap
In financieel opzicht was 1990 voor de drie
grote Nederlandse banken niet in alle
opzichten even gemakkelijk. De groei van het
activiteitenniveau was weliswaar alleszins
acceptabel, maar de kosten namen sneller
toe dan de opbrengsten. Hierdoor
ontwikkelden de resultaten zich minder
voorspoedig dan in 1989. Het Nederlandse
bankenlandschap in guldens en procenten.
Waren er in 1988 in ons land nog
vijf grote banken, na de fusie van NMB
en Postbank en na het samengaan
van ABN en Amro Bank zijn er nog
drie grote marktpartijen over. Hiermee
is het verhaal van de herverkaveling
binnen het bankenlandschap echter
nog niet compleet: vermelding verdient
ook het samengaan van Rabobank
Nederland met het coöperatieve verze
keringsconcern Interpolis en de fusie
tussen Nationale Nederlanden en de
NMB Postbank Groep.
De hierna volgende financiële ver
gelijking is gebaseerd op de jaarcijfers
over 1990. Omdat laatstgenoemde
fusie pas begin dit jaar een feit werd,
blijven de gegevens van Nationale Ne
derlanden in dit artikel buiten beschou-
Balanstotaal
Bedrag in f mrd
1989 1990
groei in
'89 '89-'90
Rabobankorganisatie
172,4
201,9
6,7
17,1
Idem (excl. Interpolis)
172,4
195,6
6,7
13,5
ABN AMRO Holding
352,9
393,3
4,3
11,4
NMB Postbank Groep
161,3
173,5
9,8
7,6
Uitstaande Kredietverlening
Bedrag in f mrd
groei in
1989
1990
38-'89
'89-'90
Rabobankorganisatie
121,4
135,4
6,5
11,6
ABN AMRO Holding
205,7
225,3
6,5
9,5
NMB Postbank Groep
103,0
111,8
9,6
8,5
Toevertrouwde middelen
Bedrag in f mrd
groei ir
i
1989
1990
38-89
'89-'90
Rabobankorganisatie
120,3
134,3
10,8
11,6
ABN AMRO Holding
182,3
209,9
13,7
15,1
NMB Postbank Groep
109,1
116,5
8,6
6,8
Baten/Lasten-verhouding
1988
1989
1990
Rabobankorganisatie
1,52
1,56
1,52
ABN AMRO Holding
1,48
1,50
1,44
NMB Postbank Groep
1,44
1,46
1,41
wing. Om de drie banken onderling be
ter te kunnen vergelijken, worden de
ontwikkelingen van de Rabobankorga-
nisatie waar dit zinvol en mogelijk is,
zonder de cijfers van Interpolis ver
meld.
Bij alle drie de grootbanken nam in
1990 het balanstotaal, de bedrijfsom
vang, verder toe. De groei liep uiteen
van ruim 7 1/2% bij de NMB Postbank
Groep tot meer dan 17% bij de Rabo
bank. Als gevolg van deze sterke groei
kwam het balanstotaal van de Rabo-
bankorganisatie uit boven de f 200 mil
jard. De consolidatie van Interpolis
heeft bijgedragen aan de sterke ex
pansie van het balanstotaal, maar ook
zonder het Interpolis-effect was met
13,5% stijging sprake van de grootste
toename.
De ABN AMRO Holding realiseerde
de groei van het balanstotaal (tot ruim
f 390 miljard) voor meer dan de helft in
het buitenlands bedrijf. Dit was met
name het gevolg van consolidatie van
nieuw verworven meerderheidsdeelne
mingen in het buitenland. De NMB
Postbank Groep zag de groei van haar
balanstotaal in 1990 wat vertragen ten
opzichte van het voorgaande jaar en
kwam uit op ruim f 170 miljard.
Kredietverlening en middelen
De Rabobankorganisatie en de
ABN AMRO Holding zagen in 1990
een versnelling in de groei van hun
kredietverlening, maar bij de NMB
Postbank Groep trad een lichte vertra
ging op. Voor de Rabobankorganisatie
kwam de sterkste kredietvraag van het
midden- en kleinbedrijf, dankzij de
gunstige economische ontwikkeling in
deze sector. Als gevolg van de hoge
hypotheekrente en de angst voor ver
dere lastenverzwaringen voor eigen
huisbezitters nam de vraag naar
woningfinancieringen af.
Voor alle drie grote banken geldt
dat de groei van de buitenlandse kre
dietverlening sterker was dan die van
de binnenlandse. De buitenlandse kre
dietverlening groeide bij de Rabobank
organisatie met bijna 40% (groei bin
nenlandse kredietverlening 10%), bij
de NMB Postbank Groep met 35%
(5%) en bij de ABN AMRO Holding
met 21% (5%). Het gewicht van de
kredietverlening via de buitenlandse
28 Rabobank 6-7/91