r
Europese integratie
armd. Het betekent echter ook dat de
politiek verdere mijlpalen moet blijven
zetten om de stemming erin te houden.
Helaas schort het hieraan nogal eens,
zoals onder meer blijkt uit het geringe
aantal Europese besluiten dat inmid
dels in nationale wetgeving werd ver
werkt. Slechts één op de zes maatre
gelen werd in alle twaalf landen in na
tionaal recht omgezet. Opmerkelijk is
overigens dat juist de meest eigenzin
nige EG-leden, het Verenigd Koninkrijk
en Denemarken, hierbij vooralsnog het
beste voorbeeld gaven. Italië loopt het
meest achter.
De Nederlandse agenda
Uit het voorgaande blijkt dat er in de
afgelopen jaren op het gebied van de
Europese integratie veel is gebeurd. Er
zijn evenwel nog veel 'beren op de
weg'. Zo zijn de Britten nog steeds
niet geporteerd voor één gemeen
schappelijke munt. De Duitsers zijn in
het bijzonder sceptisch over de oprich
ting van een Europese Centrale Bank,
zolang deze niet dezelfde autonomie
krijgt als die van de Bundesbank. Hier
over maken de Fransen zich weer min
der zorgen. Andere nog niet opgeloste
problemen betreffen uiteenlopende za
ken als de Europese defensie, de be
lastingharmonisatie of bijvoorbeeld de
toelaatbaarheid van beschermingscon
structies bij beursgenoteerde onderne
mingen.
De politieke onenigheid die in 1990
aan de vooravond en tijdens de eerste
maanden van het Golfconflict tussen
de EG-partners ontstond, liet zien dat
er buiten het Witboekprogramma nog
veel splijtstof in de Europese samen
werking zit. Het is duidelijk dat de sa
menhang van de gemeenschap nog al
tijd te wensen overlaat. Hierbij bestaat
voortdurend het gevaar dat het tempo
van de integratie wordt vertraagd.
Een belangrijke taak voor het Ne
derlandse voorzitterschap is het laten
slagen van de Intergouvernementele
Conferenties over de Economische en
Monetaire Unie (EMU) en over de
Europese Politieke Unie (EPU). Van
het succes van eerstgenoemde confe
rentie zal het onder meer afhangen of
er in 1994 een begin kan worden ge
maakt met de oprichting van de Euro
pese Centrale Bank.
Een teer punt is de vraag of de EG
monetair in twee snelheden zal moe
ten voortgaan. Zo kan een monetaire
unie tussen Duitsland en Nederland -in
de woorden van de nieuwe vice-presi-
dent van de Bundesbank- 'morgen be
ginnen'. De economische ontwikkeling
van Duitsland en bijvoorbeeld Grieken
land loopt daarentegen te ver uiteen
om monetaire eenwording op korte ter
mijn tot een goed einde te brengen. De
landen die tot de langzame groep zou
den moeten behoren zullen zich uiter
aard sterk verzetten om tot 'tweede
rangs' leden te worden gedegradeerd.
Op welke terreinen en in welke
mate moet de economische situatie in
de diverse lidstaten gelijkwaardig zijn
om tot monetaire eenheid te komen?
Op die vraag zal onder voorzitterschap
van Nederland een uitgewerkt ant
woord moeten komen. Een tour de for-
ce, die heel wat politieke verbeeldings
kracht zal vergen.
Eigen wensen Lubbers
Grote aandacht zal verder moeten
worden besteed aan de ruim 80 dos
siers die nog moeten worden goedge
keurd en waarvan bijna een derde de
eenstemmigheid van de Raad vereist.
Een groot aantal van de nog te behan
delen kwesties raakt de agrarische
sector (dossiers op veterinair en fyto
sanitair gebied). Voor deze onderwer
pen is gelukkig geen eenstemmigheid
nodig, maar vooralsnog blijft de afwik
keling wel hangen op de vele details.
Voorts resteert er voornamelijk een
harde kern van fiscale dossiers, die
politiek nogal moeilijk liggen.
Eigen wensen ventileerde premier
Lubbers vooral ten aanzien van het op
gang brengen van het Europa van het
transport. Hij pleit voor een toekomst
gericht transeuropees transportbeleid
en een strategische aanpak van de
vervoersproblemen die in West-Europa
een steeds grotere vorm aannemen,
mede ook uit milieu-oogpunt. Dit punt
zullen de Nederlandse bewindslieden
ongetwijfeld willen betrekken bij de
verdere (moeilijke) onderhandelingen
met de landen van de Europese Vrij
handels Associatie. Evenzeer bij de
contacten met de Oosteuropese lan
den, die een belangrijk achterland zul
len gaan vormen.
Ook het energieplan van premier
Lubbers wint aan gewicht. Het zal naar
verwachting in de tweede helft van dit
jaar in een officiële overeenkomst wor
den gegoten. Daarmee wordt de Sov
jetunie een belangrijke commerciële
band met West-Europa geboden.
Tegelijkertijd moet voorzitter Neder
land ervoor waken dat de voortgang
van het Witboekprogramma niet wordt
geremd door een eventuele neiging
van de lidstaten om de eigen economi
sche positie te beschermen. De nei
ging hiertoe ontstaat op momenten dat
de economische wind tegenzit.
De Nederlandse regering wordt tij
dens het EG-voorzitterschap voor een
zeer volle agenda geplaatst. Niet al
leen moet grote druk op de partners
worden uitgeoefend om de moeilijke
Witboekdossiers sneller af te ronden,
maar ook over diverse nieuwe onder
werpen is beraad geopend. Bovendien
staat Nederland op een aantal terrei
nen zelf tegenover de andere partners,
bijvoorbeeld waar het gaat om het de
fensiebeleid en de voorstellen inzake
beschermingsconstructies voor beurs-
fondsen.
Voorts zal het kabinet in volle over
gave moeten werken aan de voortgang
van de Economische en Monetaire
Unie. Succes op dat terrein zou met
een Amsterdam een goede aanbeve
ling opleveren als vestigingsplaats
voor de Europese Centrale Bank. In de
onderhandelingen over dit onderwerp
staat de economische afstemming tus
sen de lidstaten hoog op de agenda.
Hierin neemt de beperking van het
overheidstekort een belangrijke plaats
in. De geloofwaardigheid van voorzitter
Nederland zou aanmerkelijk groter
worden als de Nederlandse regering
het eigen huishoudboekje werkelijk op
orde zou weten te brengen.
J.J. van Antwerpen
Internationaal
Onderzoek
23 Rabobank 6-7/91