Europese integratie 22 Rabobank 6-7/91 Nu Nederland voorzit ter is van de EG, wordt de halfjaarlijkse Europese top in ons land gehouden. Eind dit jaar ontvangt pre mier Lubbers zijn col lega-regeringsleiders in het Maastrichtse provinciehuis. het Plan Delors, in een stroomversnel ling gekomen. Soms vragen deze za ken onmiddellijke aandacht vanwege de directe relatie met het interne marktpro- gramma. Zo kwamen onderwerpen als het mededingingsbeleid, de medezeg genschap van werknemers in bedrijven, het vennootschapsrecht, het energiebe leid en de directe belastingen weer ver sterkt in de belangstelling. Zaken, die in de verschillende lidstaten op uiteenlo pende wijze worden uitgevoerd. Voorts bracht het vooruitzicht van een vrije gemeenschappelijke Europe se binnenmarkt de vrees dat de EG zich tegenover derde landen protectio- nistischer zou gaan gedragen. Er ont stond in dit verband allerlei overleg, los van de lopende GATT-onderhandelin- gen. Het meest intensief is het beraad met de leden van de Europese Vrijhan del Associatie, waaronder met name de Scandinavische landen, Zwitserland en Oostenrijk. Deze landen staan feitelijk reeds met één been in de EG, gezien de nauwe handelsrelaties, terwijl enkele van hen tot aanvraag van het EG-lid- maatschap zullen besluiten. Zweden deed dat enkele dagen geleden. Oos tenrijk deed dat al in 1990. Vooralsnog bestaat de verdere toenadering uit het samen met de EG vormen van een gro te economische gemeenschap. Een groot onverwacht beslag op de agenda van de EG kwam daarnaast van de omwentelingen in Oost-Europa en de Golfcrisis. Het was ook tegen de achtergrond van deze schuivende pa nelen dat de EG-leiders de vaart wil den houden in het integratieproces: consolideren wat is bereikt en een ver dere sprong voorwaarts. Vandaar de twee Intergouvernementele Conferen ties over de Economische en Monetai re Unie, respectievelijk de Europese Politieke Unie. Beide conferenties moeten aan het eind van het Neder lands voorzitterschap zijn afgesloten. Het is door dit alles begrijpelijk dat de exclusieve aandacht voor Europa 1992 wat is getaand. Het Europese in tegratieproces heeft inmiddels echter een eigen dynamiek gekregen die niet meer is te stoppen. Een kwestie van tijd Ondanks de historische omwente lingen werd de laatste anderhalfjaar gestaag aan de afwerking van het in terne marktprogramma gewerkt. Medio april had de Europese Commissie alle dossiers van het Witboek aan de Raad overgedragen. Het is nu dus aan de Raad en het Europees Parlement om ervoor te zorgen dat alle voorstellen uit de 282 dossiers voor 1993 zijn goed gekeurd. Tezelfdertijd moeten de natio nale parlementen bewerkstelligen dat alle eruit voortkomende EG-richtlijnen, maatregelen en besluiten in nationaal recht worden omgezet. De Raad keurde in de afgelopen vijfeneenhalf jaar 187 dossiers goed, terwijl een tiental reeds ver in de pijp lijn is opgeschoven. Tezamen is dat ongeveer tweederde van het gehele bestand. Van de goedgekeurde dos siers zijn er inmiddels 152 vastgelegd in Europese wetgeving. De start was traag, maar vooral de laatste vier jaar is er relatief grote voor uitgang geboekt bij de totstandkoming van de interne markt. Voldoende althans om te kunnen constateren dat volgens recente enquêtes ruim de helft van het Europese publiek denkt dat de voltooi ing van de interne markt praktisch nog slechts een kwestie van tijd is. Het doet er volgens die Europeanen niet zozeer toe of het programma eind 1992 of een aantal jaren later wordt afgesloten. Deze stemming heerst vooral in de vijf landen van het Schengen-akkoord (Benelux, Duitsland, Frankrijk), dat ver leden jaar op regeringsniveau werd on dertekend. Met het akkoord is het grensverkeer tussen deze landen voor de gewone passant aanmerkelijk vrijer geworden, hetgeen zijn psychologi sche uitwerking niet mist. Economische stimulans De medio jaren tachtig ontstane hernieuwde dynamiek in het Europese integratieproces heeft tevens geleid tot positieve economische gevolgen. Zo heeft het Europese Monetaire stelsel, waaraan inmiddels ook het Britse pond en de Spaanse peseta meedoen, ge zorgd voor redelijk stabiele wisselkoer sen binnen de EG. Ook is het beeld van het intra-europese handelsverkeer in positieve zin omgeslagen. Na 1985 nam het volume van het EG-handels- verkeer zodanig toe dat de tussen 1973 en 1985 opgetreden volumeda ling in 1988 weer was goedgemaakt. Voorts kan worden gewezen op het krachtige herstel van de bedrijfsinves teringen. Deze namen in volume gemiddeld ruim 6% toe bij een groei van het bruto binnenlands produkt met 3 1/4%. Uiteraard speelde hierbij ook de mondiale opleving van de interna tionale economie een rol, maar het is onmiskenbaar dat het euro-optimisme van groot belang was. Dat het bedrijfsleven zich inmiddels goed voorbereidt op de voltooiing van de interne markt, waarbij zich zowel offensieve als defensieve factoren aan dienen, blijkt ook uit de golf van fusies en overnames sinds 1986. Zo waren de 1 000 grootste Europese bedrijven in de jaren 1988-1989 betrokken bij 478 fu sies en overnames, meer dan een ver dubbeling ten opzichte van de twee jaar ervoor. In 1990 zette deze tendens zich voort, waarbij vooral de grote activiteit op het overnamepad van het Britse en Franse bedrijfsleven opvalt. Men zou kunnen stellen dat de par ticuliere sector 'Europa 1992' met een hoge mate van vertrouwen heeft om-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1991 | | pagina 22