1978 1992 1997 1978 1992 1997 1978 1992 1997
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Nederlandse fruitteelt
Produktie van appels naar ras (in van totaal)
Nederland Frankrijk Italië
G./R. Delicious
22
15
10
69
63
58
71
71
67
Cox's
14
12
12
Jonagold
12
19
25
1
1
2
1
3
4
Elstar
10
20
24
0
1
1
0
1
1
Granny Smith
9
11
12
3
3
4
Overige
42
34
29
21
24
27
25
22
24
Totaal
100
100
100
100
100
100
100
100
100
bron: LEI
inmiddels over een beregeningsinstal-
latie ter voorkoming van nachtvorst-
schade. Zelfs in jaren met een lage ge
middelde rentabiliteit zijn er bedrijven
met een goed inkomen. De indruk be
staat dat het verschil in inkomen tus
sen moderne en verouderde bedrijven
steeds groter wordt.
Grafiek 3 geeft aan dat de gemid
delde veilingprijs van appels voor een
groot deel werd bepaald door de aan
voer op de veilingen. Bovendien speel
de ook het internationale fruitaanbod
een rol bij de prijsvorming. De prijs van
de appels had meer nog dan de oogst
invloed op het bedrijfsresultaat van het
gemiddelde fruitteeltbedrijf.
De laatste drie jaren laten -ondanks
een toenemend aanbod- een stijgende
middenprijs voor appels zien. Dit kan
erop wijzen dat het Nederlandse fruit
zich positief onderscheidt van de bui
tenlandse concurrentie, terwijl voor het
groeiende aanbod nieuwe afzetmark
ten zijn gevonden.
Assortiment Nederlands fruit
De Nederlandse fruitteelt heeft de
afgelopen tien jaar een enorme ontwik
keling doorgemaakt. Het assortiment is
drastisch gewijzigd. In dit opzicht is
Nederland (samen met België en in
mindere mate West-Duitsland) toon
aangevend in de EG (zie ook de tabel).
De Golden Delicious is grotendeels
vervangen door nieuwe rassen, zoals
Jonagold en Elstar. Verwacht wordt dat
deze rassen in 1997 ongeveer de helft
van de Nederlandse produktie zullen
uitmaken. Bij de grootste producenten
in Europa blijkt de aandacht nog vooral
op de (verouderde) Golden en Red
Delicious te zijn gericht. In Frankrijk
neemt daarnaast ook de produktie van
de Granny Smith toe.
Uit onderzoek is gebleken dat de
belangstelling voor deze rassen bij de
consumenten in Noord-West Europa
terugloopt. De voorkeur voor appels
met een rode blos is sterk gestegen.
Nederland blijkt met zijn moderne as
sortiment goed bij deze vraag aan te
sluiten. Ook de 'oude' Cox's past hier
goed bij. Zelfs in 1997 zal volgens de
prognose niet meer dan 15% van het
totale aanbod in de EG uit deze rassen
bestaan. Dit aanbod blijft dus beperkt;
de Delicious blijft nog ongeveer de
helft van de produktie in de EG uitma
ken.
Nederland ontwikkelt zich zodoen
de. samen met de omliggende landen,
steeds meer tot de leverancier van een
'uniek' assortiment van rassen, die niet
eenvoudig door de Zuideuropese lan
den geproduceerd kunnen worden.
Ook vanuit het zuidelijk halfrond wor
den deze rassen (voorlopig) niet aan
gevoerd. Dit onderscheidend vermo
gen wordt steeds belangrijker.
Tegelijk met de vervanging van het
assortiment zijn in de afgelopen jaren
nieuwe teeltmethoden geïntroduceerd,
waardoor de produktiviteit stijgt. De bo
men komen eerder in produktie en
worden sneller vervangen. Zodoende
kan beter worden ingespeeld op de
veranderende wensen in de markt.
Ook dit element is van toenemend
belang.
Marktsegmenten
Het wordt steeds duidelijker dat 'de'
consument niet bestaat. Voor een
goed inzicht in de markt moet een ver
deling worden gemaakt in segmenten
van consumenten met een gelijksoorti
ge vraag op terreinen als prijs, kwali
teit, smaak, produktiewijze. distributie,
presentatie etc. Zo zullen er altijd con
sumenten blijven die zo veel mogelijk
appels willen kopen voor een zo laag
mogelijke prijs (de bekende zak Gol
den Delicious beantwoordt grotendeels
aan deze vraag). Op dit bulkprodukt
moet de Nederlandse producent zich
niet richten.
Daar de kostprijs in ons land iets
hoger lijkt te zijn dan elders in Europa,
moet de aandacht zich vooral concen
treren op het marktsegment van kwali-
teitsfruit, waar hogere marges te beha
len zijn. De afgelopen jaren is geble
ken dat de consument in dit kwaliteits
segment bereid is prijzen te betalen
die tot voor kort voor onmogelijk wer
den gehouden.
Buitenlandse aanvoerders hebben
een gunstiger uitgangspositie voor het
produceren van massaprodukten. Bo
vendien zal het groeiende Nederland
se aanbod op de EG-markt de produk-
ten van andere aanvoerders, van zo
wel Europese appels als importfruit,
moeten verdringen. Een groei van de
afzet (tegen bevredigende prijzen) lukt
in een verdringingsmarkt alleen als de
produkten zich in kwalitatief opzicht
positief onderscheiden.
Dit sluit bovendien goed aan bij de
ontwikkeling van milieuvriendelijke,
kennisintensieve teeltmethoden, zoals
die thans centraal staan in ons land.
Als het Nederlandse fruit zich ook in
dit opzicht in de markt positief kan on
derscheiden, wordt van de (milieu)-
nood een (commerciële) deugd ge
maakt. In Noord-ltalië zijn overigens
vergelijkbare ontwikkelingen in gang
gezet.
Afzet van fruit
De Nederlandse fruitteelt heeft zich
in het verleden voor haar produktie en
afzet vooral gericht op de binnenland
se markt. Hier werd meer dan 80% van
het eigen produkt geconsumeerd.
Deze markt is echter te klein om een
goed perspectief te bieden voor het
groeiende aanbod. Dit betekent dat de
uitvoer van ons fruit binnen vijf jaar bij
na moet verdubbelen om de groei van
de aanvoer op te kunnen vangen. Het
aandeel van de binnenlandse markt
zal zodoende dalen tot 60%. Het vin
den van exportmogelijkheden is van
doorslaggevende betekenis voor het
perspectief. Een vergroting van het
exportaandeel kan bijdragen aan een
betere en wellicht meer stabiele prijs
vorming.
In een markt van overschotten kun
nen toch tekorten bestaan. Voor een
goede bewerking van onze buitenland
se markten is niet altijd voldoende fruit
beschikbaar. Buitenlandse supermark
ten eisen een constante aanvoer van
bepaalde rassen met een vaste (hoge)
kwaliteit. Nu blijkt het Nederlandse
fruitaanbod nog onvoldoende aan deze
wens te kunnen voldoen. Het is van
belang dat de beschikbaarheid van
kwaliteitsfruit toeneemt. Dit heeft niet
alleen betrekking op het aanbodvolu
me, maar ook op de wijze waarop het
produkt wordt aangeboden.
18 Rabobank 6*7/91