w L -t-h4 RSsf •- P I "N 11i-'v •^"-1" - - i - Y-] v';- - J k mr. C. Hoogkamer Voorlichting en Externe Betrekkingen voortdurend blijven zoeken naar moge lijkheden om die kosten omlaag te krij gen. Dat is mede nodig om de toezeg ging gestand te doen dat de banken de toegankelijkheid van het betalings verkeer waarborgen. Afgesproken is dat zij - met inachtneming van de be leidsvrijheid om zich te richten op be paalde cliëntgroepen - aan iedereen die daarom vraagt, betaalfaciliteiten ter beschikking zullen stellen. Natuurlijk is het van belang om na te gaan of de diverse maatregelen daad werkelijk leiden tot kostenreductie en kostendekkendheid. Op basis van een onderzoek dat de NVB eerder liet in stellen, bestaat inzicht in de kosten en baten, zoals die in 1989 golden. Verder zijn gegevens bekend over de kosten- verhoudingen tussen de diverse betaal- vormen. In de toekomst zal de NVB pe riodiek dit soort informatie verstrekken, zodat het effect van de afspraken beter kan worden beoordeeld. Over twee jaar worden de afspraken geëvalueerd. Voorlichting en tarieven Een grotere doelmatigheid moet re sulteren in lagere kosten. In een aantal opzichten worden hier de banken zelf aangesproken. De intentieverklaring noemt enkele mogelijkheden, waaron der meer efficiency in de circulatie van chartaal geld. Het in omloop houden van bankbiljetten en munten kost nu jaarlijks niet minder dan f 2 miljard. In overleg met het ministerie van Finan ciën en de Nederlandsche Bank zullen banken onderzoeken hoe dit bedrag omlaag kan. Kostenreductie is verder mogelijk als het bestand aan 'slapen de' rekeningen wordt verminderd: ook een rekening die niet wordt gebruikt, vergt jaarlijks een aanzienlijk bedrag aan beheerskosten. Een grotere effi ciency in de verzending van rekening afschriften kan eveneens helpen de kosten te drukken. In de intentieverklaring stellen de L 5 Telebankieren, een mogelijkheid om de kosten van het zakelijk betalingsverkeer te beperken, wint snel aan populariteit. betrokken partijen vast dat ook in het gebruik van de betaalmogelijkheden nog een aanzienlijk grotere doelmatig heid kan worden bereikt. De verwer kingskosten van de diverse betaalvor- men lopen sterk uiteen. Zo is een handgeschreven overschrijvingsformu lier veel duurder in de verwerking dan een acceptgiro (OLA), terwijl het uit voeren van een incasso-opdracht voor de banken nog weer aanzienlijk goed koper is. De gebruikers dienen gestuurd te worden naar de meest efficiënte be- taalvorm. Zij moeten zich bijvoorbeeld realiseren dat voor betalingen onder de f 100 de eurocheque minder ge schikt is. Datzelfde geldt voor het ge bruik van de betaalautomaat voor be dragen tot f 35. Boven dit bedrag kan de inzet van betaalautomaten verder gestimuleerd worden. Sturing naar doelmatig gebruik kan langs twee wegen worden gereali seerd: met voorlichting en door het hanteren van sturende tarieven. De bij het overleg betrokken organisaties hebben toegezegd hun aandeel te le veren in de voorlichtingsactiviteiten. Een doorbraak is dat gebruikersor ganisaties tarieven niet langer zonder meer afwijzen. De wijze waarop en de vorm waarin tarieven worden inge voerd, is een zaak van individuele ban ken. Wel moeten de tarieven zo zijn gestructureerd dat ze ook daadwerke lijk sturen naar een doelmatig gebruik (dus bijvoorbeeld voor een incasso-op- dracht geen hoger tarief dan voor een OLA). Op grond hiervan moet de voor keur worden gegeven aan een totaal- aanpak boven een aantal incidentele tarieven. Maatschappelijk draagvlak Binnen de Rabobankorganisatie bestaat tevredenheid over de meest recente ontwikkelingen in het betalingsverkeer. Er is een breed Pf 'i- 5 I V }i' i i.. maatschappelijk draagvlak ontstaan voor een doelmatig betalingsverkeer. Partijen aan beide zijden hebben de moed opgebracht om oude dogma's te verlaten. Gebruikersorganisaties slui ten niet meer op voorhand elke vorm van tarifering uit. De banken nemen de verantwoordelijkheid op zich een zo efficiënt mogelijk betalingsverkeer aan gebruikers aan te bieden en overleg met gebruikers niet uit de weg te gaan. Uitgangspunten die nu zijn vastge legd, worden door de Rabobank al in de praktijk gebracht. In de afgelopen jaren is met voortvarendheid gewerkt aan de directe dekking van de kosten van het betalingsverkeer. Langs drie sporen, die nu vrijwel volledig zijn te rug te vinden in de intentieverklaring, wordt daaraan gewerkt. In eigen huis is actie ondernomen om transacties nog doelmatiger en te gen de laagst mogelijke kosten uit te voeren. Er is op dat terrein al veel ge daan, zoals de invoering van een nieuw overschrijvingsformulier, waarbij het re keningnummer van de opdrachtgever automatisch wordt gelezen. De inzet van goedkoper werkende computers is een ander voorbeeld. Een tweede weg is produktvernieuwing. De ontwikkeling van elektronische media als de betaal- en incassodiskette, Telebankieren en de plaatsing van geld- en betaalauto maten zijn daarvan voorbeelden. Tenslotte hanteert de Rabobank het instrument tarifering. De kosten wor den daar gelegd waar ze worden ge maakt. De tarieven worden niet ge bruikt om de winst op te vijzelen, de opbrengsten van tarieven worden naar de cliënten teruggesluisd. Door deze compenserende maatregelen zijn de meeste cliënten dan ook niet duurder uit, in veel gevallen zelfs goedkoper. Er zit wel een sturende werking achter de tarieven. Betaalvormen die minder effi ciënt zijn, hebben een hoger tarief. Vorig jaar voerde de Rabobank een totaalpakket in voor zakelijke cliënten, dat polititiek en in de publiciteit, maar ook zakelijk een positieve weerklank heeft gekregen. Eerder al. begin 1988. werd een aantal maatregelen doorge voerd voor particuliere rekeninghou ders. Daarmee zijn belangrijke stappen gezet, maar om het einddoel volledig te bereiken zijn aanvullende maatregelen nodig in het particuliere betalingsver keer. De wijze waarop daaraan invul ling zal worden gegeven, wordt naast de drie eigen uitgangspunten nu ook bepaald door de intentieverklaring.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1991 | | pagina 14