Frankrijk 'en profil'
waardoor de vooroordelen alsnog be
vestigd leken.
Politieke en economische
ommekeer
Op binnenlands politiek terrein nam
de overheersende macht van het Gaul-
lisme zienderogen af. Een stagnatie
van de welvaartsgroei en de opkomst
van jongere generaties brachten ten
slotte een doorbraak in de oude politie
ke verhoudingen. In 1980 werd de so
cialist Mitterrand tot president gekozen
en kort daarop werd een regering ge
vormd van socialisten en communisten.
Het onrealistisch economisch beleid
van deze coalitie bracht Frankrijk op
nieuw in een uitzonderingspositie en in
confrontatie met de overige EG-landen.
Het duurde al met al ruim twee jaar
voordat men het roer op ingrijpende
wijze omgooide. In maart 1983 koos
de Franse regering onomwonden voor
een stabiliteitsbeleid naar Duits model,
waarbij een lage inflatie en een sterke
munt vooropstonden. Het bedrijfsleven
werd minder belast ten behoeve van
een herstel van de investeringen en
een verbetering van de concurrentie
positie. Aldus werden de voorwaarden
geschapen die geleidelijk tot een duur
zame verbetering van de werkgelegen
heid moesten leiden. Zo werd 1983
een belangrijk breukjaar, ook al omdat
het regeringsbeleid meer sociaal-de
mocratische allures kreeg. Een wezen
lijke ommekeer, omdat deze politieke
variant in de verstreken twintig jaar
geen enkele bestaanskans had gekre
gen. Nu werd politieke samenwerking
over een breed front mogelijk. Premier
Rocard kon zelfs een minderheidsre
gering vormen van socialisten met
steun van gedogende middenpartijen,
die vanaf mei 1988 3 jaar standhield en
11 moties van wantrouwen overleefde.
De omwenteling van de jaren tach
tig is vooral ook te zien als de afsluiting
van een overgangsfase, waarin de
naar binnen gekeerde Franse maat
schappij zich geleidelijk ontsloot voor
invloeden van buiten. Steeds meer
Fransen kochten Europees, steeds
meer vakanties werden in andere EG-
landen doorgebracht en zelfs de ken
nis van het Engels ging erop vooruit.
Aldus veranderde het credo in 'Wat
goed is voor Europa, is goed voor
Frankrijk'.
Europees minderwaardig
heidscomplex
Het 10e Plan van de Franse over
heid, dat overigens niet meer is dan
een toekomstverkenning met een
schim van een regeringsakkoord,
vormt het bestek voor de periode
1989-1992. Hel laatste jaartal is niet
Economische kerncijfers Nederland/Frankrijk
Econ.
Inflatie
Overheids
Lopende
Produkti-
groei
begroting
rekening
viteits-
saldo
saldo
stijging
BBP
BBP
1960-1973
Frankrijk
5,3
4,9
0,9
0,4
4,6
Nederland
4,9
5,1
-1.0
0,4
3,9
1974-1983
Frankrijk
2,3
11,5
-1,4
-0,4
2,2
Nederland
1,7
6,5
-3,7
1,4
1,8
1984-1990
Frankrijk
2,4
3,2
-1,7
-0,1
2,0
Nederland
2,7
1,3
-5,6
3,1
1,3
Bron: EG-Commissie
J.J. van Antwerpen
Internationaal
Onderzoek
toevallig. Het Plan kreeg de titel mee
'La France/L'Europe'. Het staat sterk in
het teken van de Europese integratie
plannen en de plaats die Frankrijk
daarin zal moeten innemen. Het is een
vervolg van de Europese bekering aan
het begin van de jaren tachtig.
De Franse regering was de eerste
die met de Commissie te Brussel het
Europese minderwaardigheidscomplex
tegenover de Verenigde Staten en Ja
pan te lijf ging. De ideeën van meer in
dustriële samenwerking binnen de EG
en van vereende inspanningen op het
gebied van onderzoek en ontwikkeling,
kwamen voornamelijk uit Franse hoek.
Uiteindelijk ontstonden hieruit de im
pulsen voor verdere Europese integra
tie. In een vroeg stadium wist de Fran
se regering de Bondsrepubliek in het
elan mee te krijgen. De Frans-Duitse
samenwerking werd hierdoor de poli
tieke kracht achter het nieuwe integra-
tiestreven.
Voor Frankrijk paste het aanscher
pen van de Europese identiteit bij het
nieuwe zelfbewustzijn dat het zelf hard
nodig had. De industrie moest grondig
worden geherstructureerd. Modernise
ring van het produktie-apparaat, spits
technologieën en produktinnovatie
kregen accent. Om de ondernemingen
op dit spoor te krijgen, bood de over
heid verscheidene faciliteiten aan. De
winstcapaciteit werd bevorderd en
nieuwe financieringsinstrumenten wer
den gecreëerd om meer spaargelden
naar het bedrijfsleven te leiden.
Vertoonde de Franse economie
vroeger het beeld van afgeschermde
markten (onder meer financiële mark
ten) in een vrij gesloten maatschappij,
de jaren tachtig werden getypeerd
door een toenemende liberalisatie en
maatschappelijke drang naar 'buiten'.
Toch kunnen willekeur en heimelijke
belemmeringen bij het zakendoen in
Frankrijk nog regelmatig voorkomen.
Niettemin werd het vooruitzicht van
een vrije, gemeenschappelijke Europe
se markt op brede schaal aanvaard.
Zo laat het Franse bedrijfsleven de
laatste jaren een aggressievere con
currentie zien en een toenemende ont-
Modernisering van het
produktie-apparaat.
spitstechnologieën en
produktinnovatie
kregen accent.