Financieel-economische
monitor
ii
ii
Feiten en cijfers
Statistische gegevens vormen een belangrijke
indicator voor ontwikkelingen in de economie en
in de financiële wereld. Het blad Rabobank
besteedt maandelijks aandacht aan een aantal
van die gegevens. Vaste onderdelen zijn de
Rabo-conjunctuurindicator en het overzicht van
kredietverlening en middelenontwikkeling
binnen de Rabobankorganisatie. In 'monitor
extra' dit keer aandacht voor de relatie tussen
consumentenvertrouwen en consumentengedrag.
Rabo-conjunctuurindicator
1 In vergelijking met de vorige finan
cieel-economische monitor ziet de gra
fiek van de conjunctuurindicator er nu
wel wat slechter uit. Bij de vorige publica
tie bevond de lijn zich nog tot en met no
vember 1990 boven de nul-as, waarmee
werd aangegeven dat er voor de hele pe
riode sprake zou zijn geweest van een
meer dan gemiddelde economische
groei. Thans wijst de indicator echter op
een groei die al sinds augustus beneden
het gemiddelde ligt. Deze aanpassing is
onder meer toe te schrijven aan een sta
tistische herziening van een aantal cijfers
over 1990. Bij de verslechtering in de
laatste maanden speelde de fors lagere
uitvoer van goederen in november en de
cember mee.
De voorlopende indicator was al eer
der onder de nul-as gezakt. Voor mei
1991 wijst deze indicator op een verdere
groeivertraging.
Ons land heeft dus momenteel te ma
ken met een periode van lagere econo
mische groei. Het Centraal Planbureau
(CPB) voorspelt dat de groei in de ko
mende tijd nog wat verder afneemt, maar
in de loop van 1992 weer zal aantrekken.
De aanduiding 'recessie' is voor Neder
land echter niet van toepassing, omdat
Conjunctuurindicator
Voorlopende indicator
Conjunctuurindicator
1979 1980 1981 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991
Volumegroei investeringen
r
n in
79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94
deze term duidt op een echte daling.
Ook bij de investeringen verwacht
het CPB geen echte daling. Uit de gra
fiek blijkt dat de investeringen dit jaar
minder zullen toenemen dan in 1990
en dat ze in 1992 zelfs helemaal niet
zullen groeien. Daarna verwacht het
CPB echter weer een jaarlijkse stijging
met 6%. Tijdens de laatste recessie,
begin jaren tachtig (na de tweede olie
crisis), daalden de investeringen wel,
zelfs drie jaar achter elkaar. Nu is en
kel sprake van minder of geen groei.
Rabobankorganisatie kredietverlening en middelen
Evenals de maand daarvoor werd ook in maart de groei van de De stijging van zowel de zakelijke als de particuliere middelen zet-
kredietverlening uitsluitend gerealiseerd in de leningensfeer. De tota- te door in maart, waardoor het totaal van de toevertrouwde middelen
Ie kredietverlening nam toe met f 491 (558) miljoen tot f 92,7 met f 616 (609) miljoen kon toenemen tot f 106.8 (98,3) miljard.
(86,1) miljard.
Mutaties in de kredietverlening Aangesloten banken
(bedragen x f 1 miljoen)
Toevertrouwde middelen Aangesloten banken
(bedragen x f 1 miljoen)
jan. t/m
jan. t/m
jan. t/m
jan. t/m
mrt. 1991
mrt. 1991
mrt. 1990
mrt. 1991
mrt. 1991
mrt. 1990
Rekeningen-courant
- 19
43
- 105
Particuliere middelen
94
1 469
1 532
Leningen
510
1 180
1 534
Zakelijke middelen
522
479
726
Totaal kredietverlening
Stand ultimo
491
92 703
1 223
1 429
Totaal toevertrouwde middelen
Stand ultimo
616
106 788
1 948
2 258
betreft: spaarmiddelen, waardepapieren en betaalrekeningen, betreft: rekeningen-courant en zakelijke deposito's
28 Rabobank 5/91