Gastopinie Biotechnologie is een wetenschap die tot de verbeelding van velen spreekt. Bij sommigen roept ze een soort euforie op. Zij denken dat veel tot nu toe onopgeloste problemen daarmee opgelost kunnen worden. Anderen daarentegen zijn zeer scep tisch en vrezen dat er kennis beschik baar komt die verkeerd ingezet zal worden. Biotechnologie is het verzamelbe grip voor het inzetten van biologische systemen bij bepaalde (produktie)pro- cessen. Anton van Duinkerken heeft eens gezegd dat onze beschaving is begonnen met de aanleg van de eer ste mesthoop. In die mesthoop heb ben zich ongetwijfeld biologische pro cessen afgespeeld. Daarmee zou het gebruik van biotechnologie even oud zijn als de menselijke beschaving, on danks het feit dat het woord veel later is bedacht. Ook het gebruik van mi cro-organismen voor de produktie van alcoholhoudende dranken en het ma ken/fabriceren van bijvoorbeeld zui- velprodukten is al eeuwen oud, al hebben we de naam ervoor pas veel later bedacht. Vanwaar de grote aandacht nu? De kennis van biologische systemen is de laatste jaren sterk gestegen en zal de komende tijd nog drastisch toe nemen. Waar enkele decennia gele den de kennis stopte op ongeveer het celniveau, kan men nu bepaalde bio logische processen bestuderen op moleculair niveau. De kennis over de functie van bepaalde moleculen in be paalde cellen groeit met de dag. Dus in theorie ook van die moleculen die verantwoordelijk zijn voor bepaalde genetische expressies in de verschil lende organismen. De mogelijkheden om via verwijderen of toevoegen van genetisch materiaal de erfelijke aan leg te veranderen beginnen tot ont wikkeling te komen. In feite is dit alles een logisch ge volg van de toegenomen kennis van biologische processen. Het toepassen van de verworven kennis in de land bouw is al even oud als de landbouw zelf. Laten we eens kijken naar enkele voorbeelden uit de fruitteelt. Het snoeien van fruitbomen bevordert de produktie. Via bijvoorbeeld enten brengt men gewenste eigenschappen dr.ir. M.P.M. Vos van verschillende planten bijeen. Door stekken kan men nieuwe planten met gewenste eigenschappen vermeerde ren. Thans kan men met de zoge naamde weefselkweek veel meer plantensoorten vegetatief vermeerde ren dan voorheen. Nieuwe varianten probeert men te ontdekken via krui sing en selectie, waardoor het assorti ment verbreed en verbeterd kan wor den. Al deze technieken worden reeds lang tot zeer lang toegepast, waarbij men steeds met hele planten of delen van de plant werkte. Door dat alles is de produktie toegenomen, de kwaliteit verbeterd, de ziekteresisten tie vermeerderd en het assortiment verbreed. Nu is men in staat of staat men op het punt soortgelijke technieken toe te passen op celniveau. In theorie kan men bepaalde 'ongewenste' erfelijke eigenschappen uit een cel halen, het geen vergelijkbaar zou kunnen zijn met het snoeien van 'ongewenste' takken. Daartoe kan men denken aan het verwijderen van bepaalde smaak- beïnvloedende eigenschappen. Om gekeerd zou men bepaalde eigen schappen kunnen toevoegen, bijvoor beeld de genetische aanleg voor weerstand tegen bepaalde ziekten. Men zou dat kunnen vergelijken met het enten van een bepaalde soort op een andere onderstam. Door biotech nologie verandert men de erfelijke aanleg, maar doet men dat eigenlijk ook niet bij kruisen? Voorgaande redeneertrant wordt vaak gevolgd door mensen die graag nieuwe technieken willen gebruiken voor het oplossen van problemen die men thans niet kan oplossen. Voor de wetenschappers komt daar nog een dimensie bij. De technieken geven hun de mogelijkheid te onderzoeken waarom bepaalde stoffen in de natuur werken zoals ze werken. Natuurlijke processen kunnen fundamenteel wor den verklaard. Het kunnen verklaren hoe een organisme werkt, is reeds vanouds de inzet van veel onderzoek. Ik denk dat het ook geen toeval is dat onze koningin in haar kersttoespraak van vorig jaar waarschuwde duidelijk onderscheid te maken tussen het we ten van bepaalde zaken en het toe passen van die kennis. De sceptici omtrent biotechnologie accentueren de mogelijke risico 's die vooral bij de toepassing worden geno men. Enkele risico's zijn uiteraard denkbaar. Zo zou men een organisme kunnen 'maken' waarvan men het ge drag onvoldoende kent. Hoe groot is het risico dat men moeilijk te bestrij den ziekteverwekkers of onkruidva rianten produceert'. Ook is het niet geheel denkbeeldig dat er varianten ontstaan die bijvoorbeeld giftige pro- dukten voortbrengen. Wij moeten ons echter realiseren dat de natuur, door mutaties of toe- valskruisingen, dit ons ook kan aan doen. Het is daarom wel terecht dat het onderzoek bij bepaalde biotechno- logische technieken omgeven is met zeer strenge veiligheidsmaatregelen. De laboratoria moeten aan zeer strin gente maatregelen voldoen, het per soneel moet speciaal getraind zijn en er moet streng gecontroleerd worden. Eventuele 'produkten' zullen zeer grondig onderzocht moeten worden op hun eigenschappen. Zolang be paalde risico 's niet uitgesloten kunnen worden, zullen ze goed 'geïsoleerd' moeten worden. Tot slot worstelt men nog met de ethische vraag. Mag de mens ingrij pen in de genetische compositie van een organisme, anders dan door 'nor male kruising en selectie Overigens heeft slechts een klein deel van het biotechnologisch onderzoek en de biotechnologische toepassingen betrekking op ingrepen in de erfelijke aanleg van een organisme. Het ethische vraagstuk zal wel een keer uitgediscussieerd moeten wor den. Ik vrees overigens dat dat met name in ons land nog lang kan duren. De auteur is voorzitter van het colle ge van bestuur van de Landbouwuni versiteit Wageningen. Bijdragen in deze rubriek verwoorden de visie van de auteur en hoeven dus niet het standpunt weer te geven van de Rabo- bankorganisatie. 21 Rabobank 5/91

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1991 | | pagina 21