'Maatschappelijke
betrokkenheid
Rabobank spreekt
mij aan'
Interview
Tot medio februari was hij als voorzitter van
de raad van bestuur van de Heidemij cliënt bij
Rabobank Nederland. Sinds begin deze
maand heeft hij als hoofddirectielid een
andere relatie met deze organisatie. Vanuit
beide hoedanigheden spreekt F.H. Schreve
met het nodige enthousiasme over de
Rabobank.
De meest opvallende wandversie
ring in de directiekamer aan de
Utrechtse Croeselaan is een fotoserie
van in nevels gehulde en met sneeuw
bedekte bergtoppen. Kennelijk heeft
de 'bewoner' van deze kamer een
zwak voor dit soort woeste landschap
pen. De enthousiaste toelichting van
het nieuwe hoofddirectielid Schreve
van Rabobank Nederland bevestigt dit
beeld. 'Ik ben bergklimmer van be
roep, dat is mijn grote passie. Ik stop
een behoorlijk deel van mijn vrije tijd
in rotsklimmen of ijsklimmen. Ik ben
voorzitter geweest van de Koninklijke
Nederlandse Alpenvereniging. Die
plaat daar, dat is een berg in de An-
des waar ik op geweest ben en die
nog niet eerder beklommen was.
Daarnaast, dat is een berg in de Sov
jetunie, die wij eind jaren zestig als
eerste niet Oosteuropeanen beklom
men hebben. Rechts, dat is in de Al
pen, dat is mijn hulsberg.'
Het enthousiasme voor het berg-
klimmen is één van de verklaringen
voor het feit dat Schreve zijn studie
economie in Zwitserland deed, aan de
universiteit van Lausanne. Andere
overwegingen waren de internationale
omgeving en de mogelijkheden om de
Franse taal goed onder de knie te krij
gen. 'Vervolgens heb ik doorgestu
deerd in Amerika, aan de westkust.
Aan de Stanford Universiteit heb ik
mijn masterdegree gehaald in busi
ness administration.'
Het is moeilijk om in de foto's van
berglandschappen geen symbool
functie te zien voor de loopbaan van
de 49-jarige econoom Schreve. Direct
na zijn studie in Californië kwam hij in
dienst bij het roemruchte adviesbureau
McKinsey en Company. Voor deze
werkgever was hij zeven jaar actief in
San Francisco, Parijs, Düsseldorf,
Londen en Amsterdam. Na vijf jaar
werkzaam te zijn geweest bij Holec NV,
waar hij onder meer divisiedirecteur
was van de fabrieken Heemaf en Smit
Slikkerveer, werd Schreve in 1980 lid
van de raad van bestuur van de
Heidemij. Hij was 40 jaar oud, toen hij
voorzitter werd van dit college.
'Bij mijn komst naar de Heidemij
was het de bedoeling dat ik het com
merciële element in de onderneming
vorm zou geven. Dat is er in die begin
jaren niet van gekomen, omdat het be
drijf in grote problemen terecht kwam.
Er moesten eerst oplossingen worden
gevonden om het voortbestaan veilig
te stellen. Dat vergde een forse in
greep, een overlevingsconstructie. In
die fase heb ik behoorlijk wat contact
gehad met deze bank. Het herstel ging
gelukkig voorspoedig, nadat het ver
trouwen bij de eigen mensen en ook bij
de opdrachtgevers weer terug was. Ik
denk dat we nu kunnen zeggen dat de
Heidemij als ingenieursbureau tot de
top van de wereld behoort.'
Stageperiode bij de bank
En dan nu, sinds begin deze
maand, lid van de hoofddirectie van
Rabobank Nederland. Een volgende
etappe in een loopbaan, waarin tot nu
toe de bancaire ervaring ontbrak. Is
dat missen van een bancaire achter
grond een handicap bij het vervullen
van de nieuwe functie?
'Ik ken het bancaire als cliënt, ik
heb dus aan de andere kant van de ta
fel gezeten. Dat aspect neem ik zeker
mee als ik mij nu als bankier zal op
stellen', stelt Schreve vast. 'Ik heb ook
van mensen uit het bedrijfsleven enig
enthousiasme gehoord. Mensen die
het kennelijk plezierig vinden dat
iemand uit het veld bij een bank komt.
Gelukkig dat ik economie gestudeerd
heb, heb ik nog een paar dingen van
het bancaire vak in een ver verleden
geleerd. Maar ik moet wel een heel
aantal dingen leren, natuurlijk.'
Schreve vervolgt: 'Ik denk overi
gens dat de Rabobank ook bij mij te
recht gekomen is vanwege het feit dat
ik een stuk managementervaring mee
draag. Ik ben in situaties geweest
waarin een strategie moest worden
ontwikkeld, die vervolgens ook echt
uitgevoerd moest worden. Dat zal denk
ik ook een belangrijke rol voor mij zijn
in de hoofddirectie.'
Het nieuwe hoofddirectielid is te
vens voorzitter van het directiecomité
van het Centrale Bankbedrijf van
Rabobank Nederland. 'Zoals bekend
bestaat dat uit vier directoraten, die
zich richten op het woord Wholesale
vind ik een verwarrende term, die wil ik
liever niet gebruiken. Die zich richten
op de markt die aanvullend is op het
werkgebied van de aangesloten ban
ken. Dat heeft dus een nationale en in
ternationale component.'
De afgelopen maanden -tijdens zijn
(zoals hij het zelf noemt) stageperiode
bij de bank- heeft Schreve geconsta
teerd dat in de taakafbakening tussen
plaatselijke Rabobanken en het Cen
trale Bankbedrijf soms bepaalde
marktsegmenten niet benaderd wor
den. 'We moeten eraan werken om dat
gat te dichten. Wie dat moet doen?
Wat mij betreft hebben de aangesloten
banken altijd prioriteit. Op het moment
dat ze bepaalde zaken om wat voor re
den dan ook niet kunnen oppakken,
ligt er een taak voor Rabobank Neder
land. En als de plaatselijke banken dat
later kunnen overnemen, is dat prima.
Het is de basis van de organisatie
om op die manier te werken. Er blijven
natuurlijk altijd dingen over die niet be
reikbaar zijn voor aangesloten banken.
Dat is dan bij uitstek de taak voor
Rabobank Nederland. Zoals het
buitenland en zekere specialismen.'
Met argumenten overtuigen
Waar het betreft structuur en cultuur
ziet het nieuwe hoofddirectielid belang
rijke overeenkomsten tussen de Heide
mij en de Rabobankorganisatie. 'Ook
in een organisatie als de Heidemij kun
je niet met opdrachten en orders din
gen voor elkaar krijgen. Je moet argu
menten gebruiken om de mensen mee
16 Rabobank 5/91