Financieel-economische
monitor
Feiten en cijfers
Statistische gegevens vormen een belangrijke
indicator voor ontwikkelingen in de economie en
in de financiële wereld. Het blad Rabobank
besteedt maandelijks aandacht aan een aantal
van die gegevens. Vaste onderdelen zijn de
Rabo-conjunctuurindicator en het overzicht van
kredietverlening en middelenontwikkeling bin
nen de Rabobankorganisatie. In 'monitor extra'
wordt dit keer aandacht besteed aan de hechte
relatie tussen de landbouw en de EG.
Rabo-conjunctuurindicator
i De opgaande lijn die de conjunctuur-
indicator sinds augustus vertoont, zette
door in november. De industriële produk-
tie in Nederland en de beoordeling van
de orderpositie hadden een negatieve in
vloed op de indicator. De goederenuit-
voer en vooral de industriële produktie in
Duitsland zorgden, net als in voorgaande
maanden, echter voor een dusdanig po
sitieve bijdrage dat de indicator per saldo
licht steeg.
De voorlopende indicator duikt in april
voor het eerst sinds ruim vier jaar onder
de 'nul-as'. Dit betekent dat naar ver
wachting de economische groei in april
minder zal zijn dan de trendmatige groei
(in dit model is de trendmatige groei ge
lijk aan de gemiddelde groei over 6 jaar).
Uit het feit dat de voorlopende indica
tor onder de nul-as is beland, mag niet
worden geconcludeerd dat er geen spra
ke meer is van economische groei. Wel
is de groei minder dan op grond van
trendmatige ontwikkelingen mocht wor
den verwacht. In deze grafiek wordt dit
toegelicht aan de hand van de ontwikke
ling van de industriële produktie in Ne
derland. De dikke doorgetrokken lijn stelt
de trendmatige groei van de produktie
voor (omdat het om gemiddelden gaat.
Conjunctuurindicator
Conjunctuurindicator
Voorlopende indicator
1979 1980 1981 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991
Groei industriële produktie (trendmatig en conjunctureel)
1979 1980 1981 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990
heeft deze lijn een vloeiend verloop).
De dunne lijn van de feitelijk opgetre
den ontwikkeling kronkelt hier omheen.
Op sommige momenten (bijvoorbeeld
in 1979/80) was de groei meer dan ge
middeld. in andere jaren (bijv. in 82/83)
bleef de ontwikkeling onder het gemid
delde. Dat vertaalt zich in de stippellijn,
die zich op vergelijkbare wijze rondom
de nul-as beweegt.In de loop van 1990
is de stippellijn onder de nul-as terecht
gekomen (de feitelijke groei is minder
dan gemiddeld), maar er is nog steeds
sprake van groei (de dunne doorge
trokken lijn blijft stijgen). De conjunc
tuurindicator is opgebouwd uit een
aantal van die stippellijnen, die elk een
belangrijke economische factor betref
fen.
Rabobankorganisatie kredietverlening en middelen
De afname van de kredieten in rekening-courant werd in februari
ruimschoots gecompenseerd door de groei van de leningen, zodat
de totale kredietverlening met f 263 (f 732) miljoen is toegenomen
tot een totaal van f 92,2 (f 85,5) miljard.
Zowel de zakelijke als de particuliere middelen toonden in febru
ari een behoorlijke groei. Het totaal van de toevertrouwde middelen
nam hierdoor met f 779 (f 1 332) miljoen toe tot f 106,2 (f 97,7) mil
jard.
Mutaties in de kredietverlening Aangesloten banken
(bedragen x f 1 miljoen)
Toevertrouwde middelen Aangesloten banken
(bedragen x f 1 miljoen)
jan. t/m
jan. t/m
jan. t/m
jan. t/m
feb. 1991
feb. 1991
feb. 1990
feb. 1991
feb. 1991
feb. 1990
Rekeningen-courant
- 172
62
- 45
Particuliere middelen
471
1 375
1 435
Leningen
435
670
916
Zakelijke middelen
308
- 43
214
Totaal kredietverlening
Stand ultimo
263
92 212
732
871
Totaal toevertrouwde middelen
Stand ultimo
779
106 172
1 332
1 649
betreft: spaarmiddelen. waardepapieren en betaalrekeningen, betreft: rekeningen-courant en zakelijke deposito's
28 Rabobank 4/91