^TT
Q budget
m f-
VC "H
probleem worden gesteld een 'selectie'
toe te moeten passen op de te behan
delen patiënten. Jaarlijks verschijnen
er in de tweede helft van het jaar be
richten in de pers over ziekenhuizen
die behandelingen niet meer kunnen
of willen uitvoeren en over ziekenfond
sen die niet meer bereid zijn de behan
delingen te betalen. Veel ziekenhuizen
zullen echter weigeren deze funda
mentele beslissing te nemen. Dat bete
kent dat zij de tekorten voor eigen re
kening moeten nemen.
Blijkens rapportages van het Cen
traal Orgaan voor Tarieven in de Ge
zondheidszorg (COTG) moesten 90
van de 150 Nederlandse ziekenhuizen
in 1988 hun financiële reserves aan
spreken om de exploitatie sluitend te
maken. Twintig procent zou zelfs niet
meer over reserves beschikken en ge
dwongen zijn om geld te lenen. Gede
tailleerde cijfers over 1989 zijn nog niet
bekend. Er moet echter voor worden
gevreesd dat de situatie nog verder is
verslechterd. Blijkens de grafiek be
haalden de gezamenlijke ziekenhuizen
immers in 1988 nog een gering exploi
tatie-overschot, waarna in 1989 een
dramatisch tekort optrad.
Overschotten en tekorten op de
budgetten verwerken de ziekenhuizen
in een speciale post, de Reserve Aan
vaardbare Kosten. In zijn jaarverslag
over 1989 schat het COTG die reserve
voor het totaal van algemene en cate
gorale ziekenhuizen per ultimo 1988
op f 284 miljoen. De budgetoverschrij
ding met f 162 miljoen in 1989 zou de
reserves dus in een klap met bijna
60% hebben verminderd.
Enkele jaren geleden heeft de
Rabobank onderzoek gedaan naar de
gang van zaken in de intramurale ge
zondheidszorg. Daarbij werd ook aan
dacht geschonken aan de financiële
structuur van ziekenhuizen. Uit het
onderzoek kwam naar voren dat het
eigen vermogen van ziekenhuizen
toen van betrekkelijk bescheiden om
vang was. Deze zwakke financiële po
sitie kan mede worden verklaard uit
het feit dat ziekenhuizen (althans voor
heen) als gevolg van de toen geldende
garantieregeling met betrekkelijk ge
ringe risico's konden worden geëxploi
teerd. Er was dus in feite geen eigen
vermogen nodig om tegenvallers op te
vangen.
De praktijk van dit moment leert
echter dat de exploitatie wel degelijk
risico's met zich brengt. Daarbij zal het
ziekenhuismanagement niet altijd in
staat zijn om de negatieve externe
invloeden te neutraliseren.
Externe financiering
De financiële problemen in de zie
kenhuizen zijn niet terug te leiden op
enkele ongelukkige incidenten, ze zijn
van structurele aard. Het zou niet juist
zijn deze zorgelijke situatie volledig
aan het budgetteringsprobleem toe te
schrijven. In veel gevallen heeft de
budgettering juist tot een hogere effi
ciency in de gezondheidszorg geleid.
Door de ontoereikende budgetten
zijn veel ziekenhuizen echter wel ge
noodzaakt in te teren op hun reserves,
dan wel andere financieringsbronnen
aan te boren om hun exploitatie slui
tend te kunnen houden. Dit zal niet al
tijd een eenvoudige opgave zijn, ge
zien de zorgelijke financiële situatie
waarin veel ziekenhuizen thans verke
ren, alsmede het feit dat er geen uit
zicht is op een structurele toename
van de beschikbare budgetten.
Het ziekenhuis kan in de knel ko
men door haar positie tussen enerzijds
Kosten en budgetten in ziekenhuizen
de gesubsidieerde sector en ander
zijds het commerciële bedrijfsleven.
Toeleveranciers van het ziekenhuis (in
brede zin), maar ook (uiteraard) de
medewerkers hebben immers een za
kelijke relatie met het ziekenhuis. Op
het moment dat bij deze groepen de
verwachting overheerst dat hun belan
gen niet meer gewaarborgd zijn, is het
niet denkbeeldig dat zij zich met hun
produkt- of dienstverlening zullen te
rugtrekken.
Uit de gegevens van het COTG kan
worden afgeleid dat ongeveer één op
de vijf ziekenhuizen zowel een negatief
exploitatieresultaat als negatieve re
serves heeft. In de commerciële sector
is een dergelijke situatie vaak een
voorbode van een dreigend faillisse
ment. Het is duidelijk dat een zieken
huis-faillissement een ernstige aanslag
zou betekenen op de kwaliteit van de
gezondheidszorg in de betreffende
plaats of regio.
Het voorkomen van een dergelijke
situatie is in de eerste plaats een op
dracht van de ziekenhuisdirectie. Zij
moet met een strak bedrijfsecono
misch management zorgen voor een
efficiënte en effectieve bedrijfsvoering.
Het management van de instelling zal
een beleid moeten vaststellen waar
langs het noodzakelijke rendement kan
worden behaald.
Eén van de opties om uit de proble
men te komen, is een intensivering van
de relatie tussen ziekenhuismanage
ment en externe financiers. De mate
waarin externe financiering haalbaar
is, is afhankelijk van het oordeel dat de
financier -veelal de bank- heeft over de
rendementsverwachtingen voor het be
treffende ziekenhuis. Indien dit oordeel
positief uitvalt, kan de bank een bijdra
ge leveren aan de versterking van de
financiële positie door reële tarieven
en een efficiënte dienstverlening.
W. van der Velden
Bedrijfstakonderzoek
D. Dijkstra
Dienstverlenende
Bedrijven en
Instellingen
x f 1 miljard
10
0
1986
Bron: FOG
1986 1987 1988 1989
Reserve-mutatie
x f 1 miljard
18
1987
1988
1989
kapitaalkosten
materiële kosten
I loonkosten
21 Rabobank 4/91