De financiële probie- de vraag naar medische zorg (van de men in de ziekenhui- totale Nederlandse bevolking is meer zen zijn van structu dan 83% tevreden over de eigen ge- reie aard. zondheid, voor senioren ligt dit percen tage op 61%). Verder stimuleert het toenemend medisch kunnen het ge bruik van gezondheidsvoorzieningen. Budgetfinanciering Alom leeft het besef dat de gezond heidszorg een evenwicht moet vinden tussen goede en medisch verantwoor de zorg enerzijds en gelimiteerde bud getten anderzijds. Van de totale kosten voor gezondheidszorg nemen de zie kenhuizen ongeveer een kwart voor hun rekening. Het is dan ook niet ver wonderlijk dat juist hier gezocht wordt naar besparingen en dat de budgetpro blemen vooral in de ziekenhuizen wor den gevoeld. Met ingang van 1983 moeten zie kenhuizen werken met het zogenaam de systeem van budgetfinanciering. Deze maatregel maakte een einde aan een systeem waarbij zonder wezenlijke beperkingen de werkelijk gemaakte kosten werden vergoed. Bij die open- eind-financiering was het voor de over heid niet gemakkelijk de kosten van de gezondheidszorg te beheersen. Het budgetsysteem komt er in de kern op neer dat ziekenhuizen jaarlijks volgens een zekere systematiek bud getten krijgen toegewezen. Daarbij hebben zij een zekere vrijheid in de wijze waarop de gelden worden ge bruikt. Een onderdeel van het budget systeem zijn de zogenaamde produk- tie-afspraken, gericht op het aantal uit te voeren behandelingen. Een onjuiste inschatting van het aantal verrichtingen zal resulteren in budgetafwijkingen. Onder- of overschrijdingen van het budget komen in principe voor reke ning van het ziekenhuis zelf. Zo is het macro-economisch gezien mogelijk de kosten van de gezondheidszorg gelijk te stellen aan het totale budget (dan ook wel de aanvaardbare kosten ge noemd). De (aanvaardbare) kosten van de algemene en categorale ziekenhuizen bedroegen in 1989 ruim f 9,7 miljard, die van de academische ziekenhuizen ruim f 2,3 miljard. Per ziekenhuisbed komt dit overeen met (afgerond) f 180 000 voor de algemene en cate gorale ziekenhuizen en f 345 000 in de academische ziekenhuizen. De kostenontwikkeling in de zieken huizen kent de laatste jaren een be trekkelijk gematigd verloop. Zowel als aandeel van de totale kosten in de zorgsector als in termen van de reële kostenontwikkeling is er sprake van enige daling. Ten opzichte van de an dere sectoren in de gezondheidszorg slaan de ziekenhuizen uit oogpunt van kostenontwikkeling zeker geen slecht figuur. In de periode 1985-89 boekten de ziekenhuizen een gemiddelde kos- tengroei van 1,5% per jaar, terwijl deze voor de totale zorgsector 2,8% bedroeg. Verreweg het grootste deel (58%) van de kosten in ziekenhuizen zijn loonkosten (zie ook de grafiek). Deze zijn in de afgelopen periode jaarlijks met gemiddeld 2% toegenomen, voor namelijk als gevolg van de stijging van de CAO-lonen voor het ziekenhuiswe zen. Ruim een kwart van de kosten be treft de zogenaamde materiële kosten, waartoe behoren de voedings-, medi sche en verzorgingsmiddelen. De kapi taalkosten vormen de kleinste post met 16 Zij zijn in de laatste jaren echter wel relatief sterk gestegen door de ren te-ontwikkelingen en met name door de investeringen in ziekenhuizen. In de periode 1985-1989 namen de investeringen in de algemene en cate gorale ziekenhuizen toe van f 642 mil joen tot f 893 miljoen per jaar. Dit is toe te schrijven aan enkele omvangrijke nieuwbouwprojecten, maar ook be staande ziekenhuizen hebben soms omvangrijke (vervangingsinvesterin gen gedaan, bijvoorbeeld in medische apparatuur. Reserves aanspreken De grafiek geeft ook aan dat de to taal beschikbare budgetten de laatste jaren meestal achterbleven bij de uit gaven. Dit verschil komt tot uiting in de reserve-mutatie. De krapte in de bud getten voor de ziekenhuizen zal er gens een weerslag moeten krijgen. In de praktijk kan het erin resulteren dat ziekenhuizen gedwongen worden om naast bedrijfseconomische keuzes ook ethische en sociale keuzes te maken, vooral als in de loop van het jaar blijkt dat de budgetten op raken. Ziekenhuizen kunnen dan voor het

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1991 | | pagina 20