-<
van belangrijkheid) hergebruik, storting
en verbranding.
De wijze van verwerking hangt
mede af van de mate en aard van de
verontreiniging. Sommige afvalstro
men, zoals groente-, fruit- en tuinafval,
bestaan voornamelijk uit voor het
milieu vriendelijke stoffen. Die kunnen
worden gecomposteerd. Maar deze
verwerkingsmethode is slechts van be
perkte betekenis als het vuil niet ge
scheiden wordt ingezameld. In het
huishoudelijk afval zijn namelijk vaak
ook zware metalen aanwezig.
De technische en economische
haalbaarheid van scheiding van afval
stoffen is in belangrijke mate bepalend
voor de mogelijkheden van hergebruik.
Het hoge percentage hergebruik van
oud papier is te danken aan de inzet
van onder meer sportverenigingen en
scholen, waardoor een traject van ge
scheiden inzameling is ontstaan. Pa
pier dat na de inzameling wordt ge
scheiden van huisvuil, is vaak niet
meer geschikt voor hergebruik. De ont
wikkeling van scheidingstechnieken
krijgt de laatste jaren veel aandacht.
De jaarlijks te verwerken hoeveel
heid vast afval (exclusief baggerspecie
en mestoverschot) bedraagt nu dus
39 miljoen ton. De gespecialiseerde af-
valverwerkende bedrijven en de indus
trie (in eigen beheer) weten ongeveer
de helft van dit aanbod geschikt te ma
ken voor hergebruik of andere nuttige
bestemmingen (bijvoorbeeld compost).
Een beperkt deel wordt verbrand en
het overige wordt gestort.
Chemisch en radioactief afval ver
eisen een passende opslag en verwer
king. Niet verwerkbaar chemisch of
radioactief afval wordt opgeslagen in
daarvoor bestemde depots. Een deel
ervan wordt uitgevoerd vanwege de
ontoereikendheid van de verwerkings
capaciteit in ons land.
den kunnen worden gebruikt. Verbran
den is effectiever, omdat het volume
en het gewicht dan sterk worden gere
duceerd, maar ook daaraan kleven
milieuproblemen (uitstoot van gassen
en verbrandingsresten).
De grote hoeveelheden afval en de
wijze waarop ermee wordt omgespron
gen, verhouden zich slecht met de
voorwaarden voor een duurzame ont
wikkeling. Als de huidige generatie de
leefbaarheid en de behoeftenvoorzie-
ning van toekomstige generaties niet in
gevaar wil brengen, kan het natuurlijk
niet zo zijn dat die komende generaties
worden belast met de nazorg van ons
afval.
Het draagvermogen van het milieu
is begrensd. Bij overschrijding van
deze grenzen kunnen grote milieupro
blemen ontstaan, zoals het broeikasef
fect en de aantasting van bossen. Ook
het aanhoudend storten of verbranden
van afval kan het draagvermogen van
het milieu te boven gaan
Voorts moet worden bedacht dat
veel grondstoffen niet vernieuwbaar
zijn. De voorraden zullen op den duur
uitgeput raken. Als dan ook nog in
ogenschouw wordt genomen dat de
wereldbevolking in het jaar 2050 onge
veer verdubbeld zal zijn, wordt het dui
delijk dat de wijze waarop nu met afval
wordt omgegaan, tot enorme proble
men zal leiden. Gestreefd moet daar
om worden naar een duurzame ontwik
keling met een zorgvuldig gebruik van
natuurlijke hulpbronnen en een beper
king van de belasting van het milieu.
In de kern van de zaak gaat het om
het beperken van het beroep op nieu
we (primaire) grondstoffen, onder meer
door het sluiten van stofkringlopen. Dit
houdt in dat gebruikte (secundaire)
grondstoffen opnieuw als zodanig wor
den gebruikt. De term 'recycling' duidt
op herinzet van secundaire grondstof
fen in de oorspronkelijke stoffenkring-
loop, zoals bijvoorbeeld het opnieuw
gebruiken van onderdelen van sloop
auto's. Hergebruik is een ruimer begrip
dan recycling; hierbij valt bijvoorbeeld
te denken aan de verwerking van inge
nomen bankpassen tot grondstof voor
tuinmeubelen.
Preventie en hergebruik
Het wekt na het voorgaande geen
verbazing dat het Rijk in het Nationaal
Milieu Beleidsplan (NMP) en het NMP-
Plus veel aandacht besteedt aan het
afvalprobleem. Ten opzichte van het
NMP is in het NMP-Plus het afvalbe
leid nog eens flink aangescherpt. Het
afvalbeleid van de overheid heeft twee
pijlers. In de eerste plaats gaat het om
preventie en hergebruik van afvalstof
fen. Daarnaast gaat het om maatrege
len voor het opzetten, verbeteren en
'lekvrij' maken van de afvalverwijde
ringsstructuur.
Zonder maatregelen ligt in het jaar
2000 de hoeveelheid te verwerken af
val 17% hoger dan in 1990. In het
NMP-Plus is de ambitieuze doelstelling
opgenomen om via preventie en her
gebruik de omvang van de te storten
en te verbranden afvalberg in 2000
desalniettemin tot minder dan de huidi
ge omvang terug te brengen.
Als doelstelling voor de kortere ter
mijn zal er in 1994 reeds 5% minder
afval mogen worden aangeboden dan
zonder het treffen van maatregelen het
drs. L.P. Raadgever
Bedrijfstakonderzoek
Gescheiden inzame
ling van afvalstromen
is in belangrijke mate
bepalend voor de
mogelijkheden van
hergebruik.
Draagvermogen milieu
begrensd
De afvalstroom zal bij ongewijzigd
beleid globaal gelijke tred houden met
de economische groei. Dat betekent
een jaarlijkse toename van ongeveer
2%. Bij ongewijzigd beleid zal het volu
me van het te verwerken afval groeien
tot 50 miljoen ton in het jaar 2000.
Deze ontwikkeling baart zorgen,
ook al omdat bij de huidige wijze van
verwerken toch al de problemen voor
een groot deel naar de toekomst wor
den geschoven (storten of deponeren)
of geëxporteerd. Beide oplossingen
zijn niet zo bevredigend. Bovendien is
met het storten van afval ruimtebeslag
gemoeid, waardoor de stortplaats en
de directe omgeving (vanwege bijvoor
beeld stank) niet voor andere doelein-