Discussie
woonlasten komt
op slecht tijdstip
Tussenbalans en woningmarkt
Het heeft het kabinet veel tijd en moeite
gekost om overeenstemming te bereiken over
de zogenaamde 'tussenbalans', de
bezuinigingsoperatie waarmee het
financieringstekort van het rijk verder wordt
teruggedrongen. Vanaf het begin was echter
duidelijk dat de woonlasten niet buiten schot
zouden blijven. Op zich is dat verklaarbaar,
gezien het zware stempel dat
volkshuisvesting drukt op de rijksbegroting.
Toch moeten kritische kanttekeningen
worden geplaatst bij lastenverzwaringen voor
eigen-woningbezitters.
Een extra verhoging
van de huren stelt het
rijk in staat de object
subsidies voor wo
ningbouwcorporaties
te verminderen.
van het bouwen van grote aantallen
woningen naar het beter verdelen van
de bestaande woningvoorraad. Nu nog
wordt een groot deel van de goedkope
huurwoningen bewoond door mensen
met een relatief hoog inkomen. Als ge
volg daarvan wonen (veel) mensen
met een laag inkomen in voor hen te
dure huurwoningen, waardoor zij een
beroep moeten doen op individuele
huursubsidie. Door mensen in voor
hen te goedkope huurwoningen te prik
kelen om naar een duurdere woning te
verhuizen, komen de goedkopere hui
zen beschikbaar voor de mensen voor
wie zij eigenlijk bedoeld zijn. Op deze
manier kan het beroep op de individu
ele huursubsidieregeling worden ver
minderd.
Behalve de subsidies voor perso
nen (huursubsidie, huurgewenningsbij-
drage, enz.) worden ook zogenaamde
objectsubsidies toegepast. Deze zijn
gekoppeld aan de woning. Door subsi
dies te verstrekken aan woningbouw
corporaties, kunnen deze de huur van
de betreffende woningen laag houden.
Een extra verhoging van de huurprij
zen (volgens de tussenbalans gaan de
huren voorlopig jaarlijks ongeveer
2 1/2% extra omhoog), maakt het mo
gelijk de objectsubsidies te verminde
ren.
De hogere huur heeft overigens tot
gevolg dat de bewoners een groter be
roep op individuele huursubsidie moe
ten doen. Het kabinet wil de effecten
hiervan verminderen door de normen
drs. J.J.L. Custers
Algemeen
Economisch
Onderzoek
In het regeerakkoord is vastgelegd
dat het financieringstekort van het Rijk
de komende jaren geleidelijk zal wor
den teruggedrongen van 5 'U% van
het nationale inkomen in 1990 tot
3 1/4% in 1994. Als bijkomende voor
waarde werd een maximum voor de
collectieve lastendruk afgesproken.
Toen in september vorig jaar de Miljoe
nennota 1991 verscheen, bleek echter
duidelijk dat deze doelstelling zonder
aanvullende maatregelen niet kan wor
den gehaald. Ondanks optimistische
veronderstellingen (over onder andere
de verwachte rente en de verwachte
loonstijging) zou het tekort in 1991 on
geveer f 6 miljard te hoog uitkomen.
Het kabinet besloot toen, mede ge
zien de onzekere situatie in het Golfge-
bied en de gevolgen daarvan voor de
olieprijzen, nog niet direct actie te on
dernemen. Pas begin 1991 zou -bij het
opmaken van de zogenaamde tussen
balans- bekeken worden welke maat
regelen moeten worden genomen om
de doelstellingen uit het regeerakkoord
alsnog te bereiken.
Gedurende de afgelopen maanden
is de geraamde omvang van de beno
digde extra maatregelen voortdurend
toegenomen. Het totale pakket zoals
dat door het kabinet gepresenteerd is,
bedraagt nu zo'n f 17 miljard. Het
grootste deel hiervan bestaat uit om
buigingen in de uitgaven en de rest uit
lastenverzwaringen voor de burgers.
Wanneer dit bedrag aan benodigde
maatregelen wordt afgezet tegen de
totale rijksuitgaven, bijna f 190 miljard,
wordt duidelijk dat het niet meer moge
lijk was overal een beetje vanaf te ha
len (kaasschaaf-methode). Er moesten
(pijnlijke) keuzes worden gemaakt.
De keuze van het kabinet viel onder
meer op het snijden in subsidies, waar
mee 30% van de totale rijksuitgaven is
gemoeid. De grootste subsidiepost
betreft volkshuisvesting, namelijk
f 9,7 miljard. Bovendien loopt de mi
nister van Financiën vanwege de af
trekbaarheid van de hypotheekrente
jaarlijks naar schatting zo'n f 5,5 mil
jard aan belasting mis. Alleen al op
grond van deze forse bedragen wekt
het geen bevreemding dat bij de tus
senbalans de financiële betrokkenheid
van de overheid bij de volkshuisvesting
nader onder de loep werd genomen.
Woonlasten huurders
Het accent in het volkshuisvestings
beleid is sinds enige tijd verschoven
26 Rabobank 3/91