Eens in de tien jaar staat in de
sport een natuurtalent op. Een Johan
Cruyff, Ard Schenk, Johan Koss.
Met het landbouwbeleid is het niet
veel anders. Echt sprankelende be-
leidsaanpakken zijn schaars.
Mr. F. Andriessen, destijds Europees
Landbouwcommissaris, kwam zo'n vijf
jaar geleden met het Groenboek.
Daarin werd het marktgerichte beleid
uit de doeken gedaan. Voorts werd
een verbreding van het landbouwbe
leid aangekondigd om het milieu en
het landschap beter te dienen. Met
betrekking tot de marktgerichtheid
heeft het landbouwbeleid de afgelo
pen jaren al een aantal stappen
gezet. De GATT-onderhandelingen
borduren in feite daarop voort.
De andere onderdelen van het
Groenboek, het milieu- en plattelands
beleid. zijn wat in de schaduw geble
ven. Dat gaat veranderen. De voorzit
ter van de Europese Commissie.
J. Delors, en zijn landbouwcommissa
ris T. MacSharry. hebben een aantal
ideeën op tafel gelegd om het land
bouwbeleid te verbreden tot platte
landsbeleid'. Er moet volgens deze
topbeleidsmakers van de EG een
landbouwbeleid komen, waarin het
behoud van de leefbaarheid van het
platteland een veel grotere rol zal
moeten spelen. Niet alleen voldoende
voedsel tegen redelijke prijzen en van
aanvaardbare kwaliteit, maar ook be
houd van een leefbaar platteland.
Delors heeft op 6 november van het
vorig jaar in een lezing voor het Eco
nomisch en Sociaal Comité in Brussel
de achtergronden van dit nieuwe
denken uiteengezet. Zijn stelling is dat
een leefbaar platteland een collectief
goed is dat mede door overheidsbe
leid in stand moet worden gehouden.
Delors ziet daarbij een grote rol weg
gelegd voor het landbouwbeleid. Het
landbouwbeleid zou zo ingericht moe
ten worden dat het platteland zijn
functies naast die van voedselvoorzie
ning beter kan waarmaken.
ir. J.H. Egberink
Daarbij past het bevorderen van
landbouwsystemen die meer tege
moet komen aan de wensen van de
burgers. Kritiek is er daarbij op inten
sieve landbouw en op een landbouw
ontwikkeling die tot meer concentratie
leidt in het ene gebied en een leeg
loop in het andere gebied. Er zouden
meer mensen in de landbouw moeten
blijven dan strikt op economische en
technische gronden nodig is.
MacSharry. de Europese land
bouwcommissaris, is inmiddels bezig
deze filosofie te vertalen naar het
landbouwbeleid. Kleinere bedrijven
zouden moeten worden ontzien bij het
doorvoeren van het marktgerichte
beleid. Dit geldt bij quotumkortingen in
de zuivel en compensatietoeslagen
in de akkerbouw. In de Europese
Raad en door landbouwministers
is zeer verdeeld op deze plannen
gereageerd. De landen van Zuid-
Europa en Duitsland voelen voor zo 'n
benadering. Nederland. Denemarken,
het Verenigd Koninkrijk zijn tegen.
Frankrijk en Italië, die binnen hun
grenzen naast probleemgebieden ook
zeer sterke agrarische regio 's kennen,
zitten meer op de lijn van de Noorde
lijke landen. Frankrijk laat zich daarbij
mede leiden door de grote agrarische
exportbelangen.
Vanuit de Verenigde Staten wordt
positief gereageerd op zo'n verande
ring van het landbouwbeleid. Het zou
de GATT-onderhandelingen kunnen
helpen. Een systeem van toeslagen
voor de zwakkere bedrijven zou im
mers gelijk op kunnen gaan met min
der steun aan de sterkere landbouw
bedrijven in Europa. Uit oogpunt van
concurrentie op de wereldmarkt heeft
de VS het meest te duchten van de
laatste categorie bedrijven.
In de voorstellen van de Europese
Commissie voor het komende jaar zijn
de ideeën met betrekking tot de her
vorming van het landbouwbeleid nog
niet terug te vinden. Deze voorstellen
voor 1991/1992 beperken zich tot
prijsaanpassingen voor het geheel
van de markt. De ministers van land
bouw hebben wel afgesproken in
april/mei de meer fundamentele
vraagstukken van verdeling van de
pijn over regio's en bedrijven aan de
orde te stellen.
De Nederlandse benadering van
het plattelandsbeleid tot nu toe is dat
het platteland op meer peilers moet
rusten dan landbouw. Voor sommige
gebieden is dat mede toerisme, voor
andere meer industrie en diensten.
Plattelandsbeleid vereist in de Neder
landse visie dan ook een bredere
aanpak dan via het landbouwbeleid.
Een goede infrastructuur van voorzie
ningen, scholen, vervoer, voorlichting
enz. is minstens zo belangrijk als en
kele procenten meer voor de melk of
een 'veelal tijdelijke' inkomenstoeslag.
Investeringsstimulansen voor indus
trie en diensten horen daar ook bij.
Het gaat er tenslotte om de mensen,
bedrijven en regio 's te helpen zichzelf
te helpen. Als het ware een platte
landsversie van de 'sociale vernieu
wing' in de grote steden. Maatregelen
die het sociaal-economische klimaat
verbeteren zijn daarbij wellicht doel
matiger dan directe inkomensonder
steuning. Zo 'n structurele aanpak is in
de voorstellen van de Europese Com
missie onvoldoende uitgewerkt. Ne
derland zou op dit punt maatregelen
kunnen aandragen die ook voor ande
re plattelandsgebieden perspectief
bieden. Er ligt een grote druk op het
landbouwbeleid. Nog steeds stijgen
de kosten van het Europees land
bouwbeleid en de internationale druk
rond de wereldhandel is groot. Er zul
len voor regio's en bedrijven die in de
problemen komen flankerende maat
regelen moeten komen. Bepaalde on
derdelen van het pakket
MacSharry/Delors zullen best wel
eens gerealiseerd kunnen worden,
ook al past dit ons land niet altijd.
De auteur is plaatsvervangend al
gemeen secretaris van het Landbouw
schap. Bijdragen in deze rubriek ver
woorden de visie van de auteur en
hoeven dus niet het standpunt weer te
geven van de Rabobankorganisatie.
21 Rabobank 3/91