De 'neue Lander'
Sachsen Anhalt profi
teert en is tevens
slachtoffer van de rijk
dom aan grondstoffen,
zoals bruinkool.
vens slachtoffer van de rijkdom aan
grondstoffen (kali, steenzouten en
bruinkool) voor de chemische sector.
Het is de deelstaat met de grootste
ecologische problemen, naast een
groot aanbod aan oude stadsgezich
ten. De chemie neemt in deze indu
striële deelstaat een overheersende
positie in. Leuna, Buna, Halle en Bitter-
veld zijn hierbij belangrijke centra. De
bruinkool wordt in deze gebieden in
ruime mate gestookt. In het noordelijk,
dunbevolkte deel bevindt zich voorna
melijk voedingsmiddelenindustrie.
Brandenburg is de grootste deel
staat. Het telt zelf 2,6 miljoen inwo
ners, tezamen met de deelstadstaat
Berlijn wonen er in het gebied uiteinde
lijk ruim 6 miljoen inwoners. Rondom
en in de Duitse hoofdstad zijn alle mo
derne bedrijfsactiviteiten te vinden,
doch vooral de elektronica en de ma
chinebouw- en automobielindustrie.
Verder zijn in de deelstaat toonaange
vend de ijzer- en staalindustrie en de
machinebouw rond Frankfurt, Fürsten-
walde en Eisenhüttenstadt. de petro
chemie in Schwedt en Premnitz. Rond
Cottbus wordt in grote hoeveelheden
bruinkool ontgonnen en deels ter plaat
se in energie omgezet. Brandenburg
kent derhalve door aanwezigheid van
veel zware industrie de nodige milieu
problemen. Het noordelijk deel van de
deelstaat is meer agrarisch van karak
ter.
Kwart werkloos
Eén van de betere troeven in de
nieuwe deelstaten is de goed opgelei
de bevolking. Weliswaar heeft deze
kwaliteit decennia lang onder druk ge
staan van de lage efficiëntie van het
centraal geleide DDR-stelsel, maar
eenmaal 'afgestoft' kan het bij ontplooi
ing van eigen initiatieven tot een toe
neming van de produktiviteit leiden.
Vandaar dat de autoriteiten vooral een
sterk midden- en kleinbedrijf willen sti
muleren.
Nagenoeg alle Oostduitse werkne
mers hebben een beroepsopleiding af
gerond. Éénderde heeft een hogere
beroepsopleiding of is universitair af
gestudeerd. Gelet op het hoge aandeel
van de industrie is de vakkennis op de
diverse onderdelen vrij goed. Techno
logisch had de DDR ten opzichte van
het westen echter een achterstand van
vele jaren, hetgeen vooralsnog de be
roepskwalificaties in menig geval zal
verminderen.
Goede vakkennis gaf overigens al
snel aanleiding tot het zoeken van
werk in West-Duitsland, waar de lonen
minimaal twee en veelal drie tot vier
keer zo hoog zijn. Aan dit proces is
nog geen einde gekomen, temeer niet
nu de werkloosheid in de nieuwe deel
staten spoedig een kwart van de arbei
dende bevolking zal bedragen. De eind
1989 begonnen vermindering van de
produktie in de Oostduitse industrie
zette zich voort en zal naar verwach
ting pas begin 1992 tot staan kunnen
worden gebracht. De aanhoudende
daling van de handel met de Oosteuro-
pese landen, de geringe kansen op de
westerse markt en de met meer dan
de helft toegenomen loonkosten dwin
gen steeds meer Oostduitse bedrijven
tot sluiting.
Hiertegenover staan verhoudings
gewijs nog te weinig arbeid scheppen
de investeringen. De meeste investe
ringen werden tot nu toe door de
dienstverlenende sector (met name
banken, verzekeringsmaatschappijen
en klein- en groothandel) gedaan.
Naast het installeren of overnemen
van produktiecapaciteit door de grote
internationale bedrijven gaat het bij de
bedrijfsinvesteringen vooral om het op
zetten van vertegenwoordigingen.
De terughoudendheid ondanks
hoge subsidies is in zekere zin begrij
pelijk, omdat het investeringsklimaat
nog steeds vrij ondoorzichtig is. Een
belangrijke hinderpaal is de onzeker
heid of er uit het verleden nog ergens
eigendomsrechten op het beoogde in
vesteringsobject bestaan. De dossiers
hierover stapelen zich op. terwijl een
voor deze zaken competent ambtena
renapparaat nauwelijks aanwezig is.
Telefoneren om één en ander te kun
nen bespoedigen is vooralsnog een
onbegonnen zaak door een volstrekt
tekort aan telefoonlijnen. Inzicht, ge
duld en doorzettingsvermogen zijn
daarom belangrijke vereisten voor de
activiteiten in Oost-Duitsland.
Zware taak Treuhand
Genoemde belemmeringen belas
ten vooral ook het werk van de 'Treu-
handanstalt'. Deze inmiddels onder het
ministerie van Financiën ressorterende
instelling kreeg ongeveer een jaar ge
leden de opdracht alle bezittingen in
handen van de Oostduitse staat te pri
vatiseren. Aangezien hieronder vrijwel
het gehele Oostduitse bedrijfsleven,
detailhandel, woningbestand en grond
bezit valt, is haar taak bijzonder zwaar.
Temeer omdat men aanhoudend onder
druk staat van de politici en de publie
ke opinie.
Het privatiseren van deze bestan
den is van groot belang voor het her
stel van de Oostduitse economie. Van
de ruim 9 000 bedrijven heeft onge
veer 40% toekomstkansen en is voor
overname geschikt. Inmiddels werden
450 bedrijven verkocht. Met een ko
mende nieuwe wetgeving die een snel
lere overdracht mogelijk maakt, alsme
de door meer decentralisatie van som
mige Treuhand-taken verwachten de
autoriteiten in de loop van dit jaar een
geleidelijk snellere verkoop van de
oude staatsbedrijven.
Slaagt men hierin en kan men het
hoge tempo handhaven waarin sinds
kort nieuwe telefoon- en energievoor
zieningen worden aangebracht, dan
breekt binnen afzienbare tijd het mo
ment aan dat steeds meer nieuwe ba
nen worden gecreëerd en de produktie
weer kan gaan stijgen