De Nederlandse uitvoer
Een kwart van de Ne
derlandse goederen-
uitvoer heeft landen
buiten de EG als eind
bestemming.
van grondstoffen, ligging van het land,
klimaat en bodemgesteldheid. De mate
waarin landen van elkaar verschillen,
bepaalt dan of en hoeveel handel er
wordt gedreven. Zo hangt de sterke
gerichtheid van de Nederlandse uit
voer op produkten uit de landbouw en
de voedings- en genotmiddelenindu
strie samen met factoren als klimaat,
bodemgesteldheid en ligging. De dien
stensector transport heeft bij de uitvoer
een relatief voordeel boven de ver
voerssectoren van andere landen door
de gunstige ligging van Nederland.
Toch is het belang van de zojuist als
voorbeeld aangehaalde sectoren in het
geheel van de uitvoer in de loop van
een halve eeuw teruggelopen. Blijk
baar zijn andere aspecten invloed
gaan uitoefenen. Zo speelt bij het fors
gegroeide weg- en luchtvervoer de lig
ging van een land een minder belang
rijke rol als oorzaak van internationale
handel.
De laatste jaren worden factoren als
marktkennis, innovaties, technologi
sche geavanceerdheid, de schaal
waarop iets geproduceerd wordt en
produktdifferentiatie steeds belangrij
ker. De concurrentie vindt niet alleen
plaats met de prijs, maar ook en soms
vooral met een gedifferentieerd pro-
dukt. Daarnaast spelen de marktkennis
en vormen van samenwerking een
steeds belangrijker rol. Een voorbeeld
van dit laatste kan gevonden worden in
de vliegtuigindustrie: de Europese Air
bus onderneming.
Voor Nederland wordt het belang
van deze factoren weerspiegeld in de
groei van de handelsdiensten (markt
kennis), van de elektrotechnische in
dustrie, de auto- en vliegtuigindustrie
en de luchtvaart (technologie, onder
zoek en ontwikkeling, innovaties, sterk
gedifferentieerde produkten). Deze
goederen en diensten zijn vooral ken-
nisintensief en vereisen veelal een gro
te schaal waarop geproduceerd wordt.
Ook in sectoren als de aardolie
industrie is een trend waarneembaar
die voor wat Nederland betreft in deze
richting gaat. Denk aan moderne raffi-
nage-installaties als de Hycon en de
Flexicoker in Rotterdam. Ook bij de
landbouwprodukten wordt het produk-
tieproces in steeds hogere mate kapi
taalintensief en wordt aan produktdiffe
rentiatie een toenemende aandacht
geschonken.
Naarmate de produktie-afzet minder
afhankelijk is van nabij gelegen mark
ten, kan in beginsel worden ingespeeld
op die markten waar afzetgroei te ver
wachten is. De factor marktkennis
speelt dan een belangrijker rol. Een
nadeel bij deze verre afzetmarkten is
de grotere afhankelijkheid van wissel
koersfluctuaties; de nabij gelegen
markten bevinden zich immers in lan
den die deelnemen in de wisselkoers
overeenkomst van het Europese Mo
netaire Stelsel, zodat hier minder
koersschommelingen optreden.
Zakelijke dienstverlening
De uitvoer heeft de laatste decennia
in belangrijke mate gesteund op secto
ren, waar specifiek Nederlandse facto
ren van belang waren. Nog steeds
vormt de uitvoer van produkten uit de
landbouw, de voedings- en genotmid
delenindustrie, de energiesector en de
basismetaal en -chemie de hoofdmoot
van de Nederlandse uitvoer.
Echter, om de Nederlandse uitvoer
internationaal in de pas te laten blijven
lopen, dient de aandacht te worden
verlegd naar produkten die kennis
intensiever zijn, op een grotere schaal
geproduceerd worden en technolo
gisch hoogwaardig zijn. Voor een deel
kan en gebeurt dit ook binnen de 'tradi
tionele' exportsectoren; dan vindt er
een verschuiving plaats naar andere
produkten. Voor een ander deel kan
dat echter betekenen dat 'nieuwe' sec
toren meer gaan uitvoeren.
Een mogelijke groeikandidaat is de
zakelijke dienstverlening, waar de ken
nisintensiteit hoog is. De perspectieven
worden daar tevens positief beïnvloed
door de voortschrijdende Europese in
tegratie, die de uitvoer van dit soort
diensten vergemakkelijkt.
Al met al zijn er genoeg uitdagingen
voor Nederland om de rol van de ex
port bij de economische vooruitgang
op peil te houden en zelfs nog verder
uit te bouwen.
8 Rabobank 2/91