i De Nederlandse uitvoer Tabel 1 Export goederen 1989 Grafiek 2 Verdeling ontvangsten uit export naar afzetgebied (in%) EG nabij EG rest VS overig totaal Voeding 51 28 1 20 100 Dranken en tabak 42 33 14 11 100 Grondstoffen 54 22 4 20 100 Brandstoffen 70 14 3 14 100 Oliën en vetten 49 20 4 28 100 Chemische produkten 49 23 4 24 100 Eenvoudige fabrikaten 56 22 4 18 100 Machines, vervoermaterieel 40 29 8 23 100 Diverse fabrikaten 58 20 5 17 100 Overige 26 17 2 56 100 Totaal 51 24 5 20 100 naar goederensoort (in EG nabij EG rest VS overig totaal Voeding 18 21 5 17 18 Dranken en tabak 2 3 6 1 2 Grondstoffen 6 6 5 6 6 Brandstoffen 12 5 6 6 9 Oliën en vetten 1 1 1 1 1 Chemische produkten 17 18 16 21 18 Eenvoudige fabrikaten 16 13 12 13 15 Machines, vervoermaterieel 18 27 39 26 23 Diverse fabrikaten 10 7 10 8 9 Overige 0 0 0 1 0 Totaal 100 100 100 100 100 Bron:CBS (West-)Duitsland, België, Luxemburg, Frankrijk Hieronder vallen kleding, schoeisel, meubelen en foto-apparatuur Tabel 2 Export diensten 1989 naar afzetgebied (in EG nabij EG rest VS overig totaal Vervoer 37 20 12 31 100 Reisverkeer 49 21 17 14 100 Technische dienstverlening 34 28 10 29 100 Overige part. diensten 13 15 8 64 100 Overheidsdiensten 7 27 6 60 100 Totaal 34 23 11 33 100 naar dienstensoort (in EG nabij EG rest VS overig totaal Vervoer 38 31 37 34 35 Reisverkeer 22 14 23 7 15 Technische dienstverlening 34 42 30 30 34 Overige part. diensten 5 9 9 25 13 Overheidsdiensten 1 4 2 7 4 Totaal 100 100 100 100 100 Bron: De Nederlandsche Bank (West-)Duitsland, België, Luxemburg, Frankrijk Hieronder vallen kleding, schoeisel, meubelen en foto-apparatuur Tabel 3 Procentuele samenstelling Nederlandse export 1938 1969 1988 Goederen waarvan: Landbouw Industrie waarvan: Voeding en genotmiddelen Textiel, kleding, schoenen Papier, hout, steen Metaal Chemie en aardolie Delfstoffen Diensten waarvan: Handel Transport Rest Buitenlanders in Nederland 63 73 74 9 52 5 66 5 66 18 6 3 19 6 14 6 3 26 17 37 27 27 26 3 0 8 12 3 4 10 8 3 5 Bron: B. Minne en H. Verbruggen, 'De Nederlandse export in empirisch en theoretisch perspectief' Goederen 70% Bron: DNB Diensten 13% 13 3 4 25 21 In 1989 bracht de 'uitvoer' van dien sten bijna f 42 miljard op. Dat is circa een vijfde deel van het bedrag dat de goederenuitvoer opbracht: deze ver houding is overigens al enige jaren vrij constant. De dienstenuitvoer omvat een grote verscheidenheid aan ont vangsten voor onder andere transport, verzekeringen, reisverkeer (buitenland se toeristen in Nederland), transitohan del, overheidsdiensten en uitvoering van bijvoorbeeld baggerwerkzaamhe- den. De categorieën vervoer en techni sche dienstverlening genereren de meeste opbrengsten. Floewel een fors deel van de inkomsten afkomstig is van het bezoek van buitenlandse toe risten, is dat bedrag veel geringer dan de bestedingen door Nederlandse toe risten in het buitenland. Evenals bij de goederen is voor een aantal categorieën de gerichtheid op de nabij gelegen landen het sterkst (ta bel 2). Dit geldt vooral voor het vervoer en het reisverkeer. Verschuivingen in exportpakket Op langere termijn zijn duidelijke verschuivingen in de gerichtheid van de Nederlandse uitvoer te herkennen (zie ook tabel 3). De belangrijkste ver anderingen hebben zich voltrokken voor 1970. Het aandeel van de dien sten in het exportpakket nam namelijk sterk af, terwijl dat van goederen groei de. De terugval in relatieve belangrijk heid van de diensten komt door het af nemende belang van de zee- en bin nenvaart. Binnen de goederenuitvoer is het belang van de landbouw afgeno men en werd de industrie belangrijker. In de industrie zijn de sectoren metaal, chemie en aardolie de sterkst groeien de sectoren geweest. Welke oorzaken liggen achter deze verschuivingen? Traditioneel wordt het internationale specialisatiepatroon ver klaard uit factoren als aanwezigheid Overdrachten 3% Inkomens 14% drs. V.C.A. van Polanen Petel Algemeen Economisch Onderzoek 7 Rabobank 2/91

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1991 | | pagina 7