Pakket export- produkten is toe aan vernieuwing De Nederlandse uitvoer Bijna tweederde van de nationale produktie aan goederen en diensten wordt geëxporteerd. Tot nu toe steunt de uitvoer voor een belangrijk deel op sectoren, waar specifiek Nederlandse factoren van belang zijn. Om bij te kunnen blijven, zal de komende tijd veel aandacht moeten worden gegeven aan produkten die kennisintensiever en technologisch hoogwaardig zijn en op grotere schaal worden geproduceerd. Met zo'n vernieuwd exportassortiment kan het Nederlandse bedrijfsleven zijn rol in de internationale economie zelfs nog verder uitbouwen. Grafiek 1 10 Het afgelopen jaar werd voor circa f 238 miljard aan Nederland se goederen geëxpor teerd. Nederland heeft één van de meest open economieën van de wereld. Het aandeel van de uitgevoerde goederen en diensten in de nationale produktie, de zogenaamde uitvoerquote, ligt voor ons land rond 60%. De exportquote van bijvoorbeeld de Verenigde Staten is slechts ongeveer 10%, die van Ja pan 13%, die van voormalig West- Duitsland circa 30% en - goed verge lijkbaar - van België rond 70%. In de Nederlandse situatie is de groei van de export in hoge mate be palend voor de totale economische ontwikkeling. Grafiek 1waarin over de afgelopen 12 jaar de groei wordt weer- Uitvoer en produktie gegeven van respectievelijk de uitvoer en de nationale produktie, illustreert dit. De sterke gerichtheid van de Ne derlandse economie op de uitvoer is te verklaren uit de ligging van ons land aan de Noordzee en aan de Rijndelta, uit de kleine thuismarkt en uit het ge brek aan grondstoffen (met uitzonde ring van aardgas). De ontvangsten uit de export be droegen in 1989 ruim f 314 miljard. Daarvan komt het grootste deel, bijna 70%, uit de goederenuitvoer. De ont vangsten uit de afzet van diensten aan het buitenland zorgden voor ruim 13% van het totaal, terwijl het overige deel bestond uit inkomsten uit rentes, win sten, dividenden en overdrachten (zie grafiek 2). Goederen en diensten De Nederlandse goederenuitvoer, volgens CBS-cijfers in 1989 circa f 229 miljard, is het afgelopen jaar met 5% opgelopen tot f 238 miljard. Driekwart van die export blijft binnen de Europe se Gemeenschap. Daarbij zijn de vijf landen waar Nederland het meest naar uitvoert, in volgorde van belang, Duits land, België, het Verenigd Koninkrijk. Frankrijk en Italië. Voorts blijkt dat ruim de helft van de Nederlandse uitvoer naar de 'buurlanden' (Duitsland, België en Frankrijk) gaat, een kwart naar de rest van de EG, 5% naar de Verenigde Staten en 20% naar de rest van de we reld. Deze verdeling van de afzet geeft het belang aan van de factor afstand bij de uitvoer. Maar ook de afwezigheid van handelsbelemmeringen speelt een belangrijke rol; zo heeft de aansluiting van Spanje en Portugal bij de EG ge zorgd voor een sterke groei van de uit voer naar deze landen, met name naar Spanje. Als de uitvoer naar goederensoort wordt ingedeeld, dan valt op dat deze voor een belangrijk deel bestaat uit voeding en levensmiddelen, chemi sche produkten, machines en vervoer- materieel, en eenvoudige eind- en half fabrikaten. De laatste jaren is de uit voer van energie steeds minder be langrijk geworden. Was het aandeel van brandstoffen (met name aardgas) in 1985 nog 24%, in 1989 was dit te ruggelopen tot 9%. Overigens was vo rig jaar weer sprake van een toename door de gestegen olieprijzen. De uitvoer van voeding en vooral van brandstoffen is relatief sterker ge richt op nabij gelegen markten (zie ta bel 1Naarmate de bederfelijkheid van de exportwaar minder is, c.q. de winstmarge op het uitgevoerde goed hoger is, worden de ver weg gelegen markten beter bediend. Dit komt vooral sterk naar voren bij de categorie ma chines en voertuigen. Jitvoer van goederen en Bruto nationaal produkt

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1991 | | pagina 6