Wat ons bezighoudt
uw glasgroentebedrijf' wil telers helpen
bij het bepalen van hun ondernemings
beleid voor de komende jaren. Deze
publikatie past in een serie vergelijk
bare uitgaven over diverse agrarische
bedrijfstakken.
Op dit moment wordt in ons land op
circa 4 500 hectare groente geteeld on
der glas. Het ziet er naar uit dat zich in
de grootte van dit areaal de komende
tijd niet veel verandering zal voordoen.
Enerzijds zijn er nog mogelijkheden om
de produktie per vierkante meter te ver
hogen. anderzijds zijn er beperkingen
aan de afzetgroei omdat veelal op ver
zadigde markten wordt geopereerd. Op
dat vrijwel gelijkblijvende areaal zullen
wel steeds minder telers actief zijn: de
afgelopen tien jaar is het aantal glas
groentebedrijven al met een derde af
genomen en de tendens tot schaalver
groting blijft aanwezig.
Een andere verschuiving doet zich
voor in de gewassen die worden ge
teeld. Vruchtgroenten als tomaten, kom
kommer en paprika zijn de laatste jaren
uiterst succesvol gebleken. Nederland
is koploper geworden voor deze pro-
dukten, mede door de grote aandacht
voor teelttechnisch onderzoek en inno
vatie. Tegelijkertijd liep de belangstelling
voor blad- en knolgewassen wat terug.
Verwacht wordt dat deze verschuiving
verder zal doorzetten.
Net als veel andere agrarische
branches moet de glastuinbouw inspe
len op veranderende wensen van de
consument en op hoge milieu-eisen.
De gebruiker heeft een toenemende
aandacht voor de eigen gezondheid en
voor het milieu en vraagt daarom scho
ne kwaliteitsprodukten. Daarbij is niet
alleen de feitelijke kwaliteit van belang,
maar ook het imago (het beeld dat de
buitenwacht heeft van produkten en
produktiewijze). Met name op grond
van milieu-eisen moeten glasgroente-
telers fors investeren in installaties en
in kennis. Per bedrijf gaat het daarbij
naar schatting om bedragen tussen
f 150 000,- en f 300 000,-.
De brochure, die de ondernemer
ook helpt bij het opstellen van financië
le analyses en prognoses, reikt twee
hoofdlijnen aan waarlangs glasgroen
tebedrijven zich kunnen ontwikkelen.
Enerzijds kan men zich (blijven) richten
op massaproduktie, waarbij over het
algemeen sprake is van een kleine
marge tussen opbrengsten en kosten.
Deze aanpak is interessant voor bedrij
ven die door hun schaalgrootte effi
ciënt kunnen werken en bovendien
door het aanwezige vakmanschap en
ondernemerschap hoge opbrengsten
kunnen realiseren. Een andere keuze
is het bedienen van deelmarkten waar
op een gunstiger verhouding tussen
In de glasgroenteteelt
zijn vruchtgroenten de
laatste jaren uiterst
succesvol gebleken.
deerd tot een 'echte' bank met een vol
ledig pakket aan internationale
bankdiensten voor zakelijke cliënten.
Vanuit het onlangs geopende kantoor
zal men ook actief zijn in de Volksrepu
bliek China. Verder houdt de Rabo
bank Hongkong zich in dit belangrijke
financiële centrum bezig met geld- en
kapitaalmarkttransacties.
De activiteiten in Hongkong zijn
aanvullend op die van de andere vesti
gingen in Azië en de Pacific. De Rabo-
bankorganisatie beschikt over twee
kantoren in Singapore (een off-shore
en een merchant-bank), een joint ven
ture met de Indonesische bank Duta in
Jakarta en een vertegenwoordiging in
Sydney voor de bediening van cliënten
in Australië en Nieuwzeeland.
Kwaliteit en milieu vragen
aandacht glasgroentebedrijf
Ontwikkelingen in economie en
maatschappij gaan zo snel dat geen
enkele ondernemer het zich kan ver
oorloven om achterover te leunen met
de gedachte 'mijn bedrijf draait goed,
dus dat zal in de toekomst wel zo blij
ven'. Ook ondernemers in de glas
groentesector worden met veranderin
gen geconfronteerd en moeten op
grond daarvan beslissingen nemen
over eventuele aanpassingen in hun
bedrijfsvoering. De dezer dagen ver
schenen Rabobank-brochure 'Visie op
vraag en aanbod bestaat. Hierbij kan
bijvoorbeeld worden gedacht aan bio
logisch/dynamische teelt van glas
groenten.
Nieuwe bewijzen in 1990:
efficiënter betalingsverkeer
kan
Het terugdringen van de kosten
door gebruik van efficiëntere betaalvor-
men is één van de steeds terugkeren
de elementen in de discussies over de
kosten van het betalingsverkeer. Dat
doelmatiger gebruik ook werkelijk mo
gelijk is, wordt opnieuw bewezen door
de gegevens die de Rabobankorgani-
satie inmiddels over het afgelopen jaar
beschikbaar heeft.
Bij het girale betalingsverkeer vond
een duidelijke verschuiving plaats van
betaalvormen met relatief hoge ver
werkingskosten naar minder kostbare,
zoals optisch leesbare acceptgirofor
mulieren (OLA's) en Incasso's. Opval
lend is verder dat de groei van het
aantal girale transacties beperkt bleef
tot 3%, terwijl er in 1989 nog een toe
name was met 11%. Deze ontwikkelin
gen zullen zich naar verwachting in
1991 versterkt doorzetten, mede onder
invloed van het pakket maatregelen
dat de Rabobankorganisatie medio vo
rig jaar introduceerde voor het zakelij
ke betalingsverkeer. Dit pakket behelst
de invoering van stukstarieven waar
van de hoogte afhankelijk is van de fei
telijke verwerkingskosten onder gelijk
tijdige doorvoering van een aantrekke
lijker rentetarief op de rekening-cou
rant en afschaffing van omzetprovisie
en valutering.
In het particuliere betalingsverkeer
zette de verschuiving van duurdere
naar goedkopere vormen al eerder in.
Het chequegebruik liep terug en er
was de opvallende opkomst van de
geldautomaat. Het opnemen van geld
gebeurt nu al in de helft van het aantal
gevallen 'uit de muur'. In 1990 vonden
bij Rabobank-automaten (eind vorig
jaar waren dat er 1 087) 63 miljoen
transacties plaats, 26 miljoen meer
dan het jaar ervoor. Tegelijkertijd liep
het aantal kastransacties met 10 mil
joen terug tot 68 miljoen.
Toch baart de kostenontwikkeling
van het particuliere betalingsverkeer
de Rabobank nog steeds grote zorgen.
Er is op dit terrein sprake van een
structureel verliesgevende situatie, zo
als ook is becijferd in een voor het to
tale bankwezen uitgevoerd onderzoek.
Een verdere verbetering van de kos
ten- en opbrengstenverhouding van
het betalingsverkeer blijft dan ook
noodzakelijk.