De zakelijke kant van vrije tijd bestedingen Vrijetijdsindustrie Tot de vrijetijdsmarkt behoren de toeristisch/recreatieve bedrijfstakken, de leveranciers van duurzame vrijetijdsgoederen alsmede de op vrijetijdsbesteding gerichte dienstverlening, zoals sport en cultuur. We hebben het daarmee over een economische activiteit van betekenis. De opkomst van deze sector is toe te schrijven aan de toename van de hoeveelheid vrije tijd, aan het actievere gebruik van die vrije tijd en aan de groei van het besteedbaar inkomen. Het lijkt erop dat de vrijetijdsindustrie op weg is de belangrijkste sector te worden in onze nationale economie. melijke 'ontspanning' besteedt men ge middeld de meeste vrije tijd.' Maar dat was in de jaren zestig. De huidige Nederlander heeft een wel haast onverzadigbare behoefte aan apparaten voor ontwikkeling en ont spanning. In de afgelopen decennia is de besteding van vrije uren steeds af hankelijker geworden van het gebruik van gespecialiseerde voorzieningen. Hierbij valt te denken aan goederen en diensten die zelf een bron van ver maak vormen, zoals lectuur, beziens waardigheden of voorstellingen. Maar ook behoren hiertoe informatie, uitrus ting, lidmaatschappen en verplaatsin gen die nodig zijn om als beoefenaar deel te kunnen nemen aan een tak van sport, recreatie of hobbybeoefening. Met name kan worden gedacht aan huiselektronika (audio- en video-appa- ratuur) alsmede sportvoorzieningen en -uitrusting. Ongeveer driekwart van de vrije tijdsbesteding gaat gepaard met het gebruik van deze gespecialiseerde voorzieningen. Het lijkt erop dat het aantal resterende echt vrije uren (bij voorbeeld voor visites contacten in de huiselijke kring en het ommetje in de buurt) in de loop der jaren steeds min der wordt. Met andere woorden: vrije tijdsbesteding is een kapitaalintensieve aangelegenheid geworden. Kapitaalintensieve vrije tijd De totale bestedingen (van particu lieren en overheid), samenhangend met de invulling van vrije tijd, bedroe gen in 1989 naar schatting ruim f 51,5 miljard. Grootste post waren volgens cijfers van het CBS de uitgaven in de horeca-sector (f 14,0 miljard), direct gevolgd door apparatuur ten behoeve van ontwikkeling en ontspanning (f 13,4 miljard). De overheid besteedde f 6,2 miljard voor cultuur en recreatie. Aan boeken, kranten en tijdschriften gaf de consument f 6,1 miljard uit. An dere uitgavenposten zijn vervoersdien sten, waaronder vakantiereizen (f 4,2 miljard) en onderwijs (f 0,8 miljard). W. van der Velden Bedrijfstakonderzoek De totale hoeveelheid vrije tijd van de bevolking is sinds de jaren zestig sterk toegenomen. Dit komt echter hoofdzakelijk door de groei van de 'on vrijwillige' vrije tijd bij grote bevolkings groepen, zoals werklozen en gepen sioneerden. De netto-beschikbare vrije tijd van werkenden is veel minder sterk gestegen. Uit onderzoek van onder an dere het Sociaal Cultureel Planbureau komt naar voren dat werkende man nen in de periode 1975-1987 slechts anderhalf uur per week minder aan hun beroep hebben besteed. Onderzoek toont eveneens aan dat een verkorting van de arbeidsduur nog niet automatisch een toename van vrijetijdsbesteding behoeft te beteke nen. De wijze waarop de vrije tijd wordt doorgebracht en de daarbij behorende bestedingsmogelijkheden zijn in dit verband ook belangrijke factoren. In de loop der jaren zijn verschuivin gen opgetreden in hoe men omgaat met de vrije tijd. Zo lezen we in een CBS-rapport uit 1962: 'Huiselijkheid is een typische karakteristiek van de Ne derlandse bevolking. De Nederlander brengt zelfs niet minder dan 90% van zijn vrije tijd in huis door. Een tweede karakteristiek van de vrije tijd is de lichamelijke passiviteit: aan bezighe den die de functie hebben van licha- 50 40 30 20 10 Grafiek 1 Consumptieve vrijetijdsbestedingen x f 1 miljard en in van tot. consumptie bestedingen x f 1 miljard aandeel tot. concumptie aandeel totaal 1975 bron: CBS 1980 1985 1986 1987 1988 1989 17 16,5 16 15,5 15 14,5 14 Grafiek 2 Volume-ontwikkeling part. bestedingen totaal en vrijetijdsbestedingen vrijetijd Totaal 1971/75 1976/80 CBS 1981/85

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1991 | | pagina 26