Eén Europese munt neemt voor banken laatste grens weg Europese Economische en Monetaire Unie J.J. van Antwerpen Internationaal Onderzoek Dit jaar zullen besluiten worden genomen over de Europese Economische en Monetaire Unie. Met name de vorming van een Europese centrale bank en coördinatie van het begrotingsbeleid staan in het middelpunt van de belangstelling. Uiteindelijk moet de monetaire integratie ook leiden tot één Europese munt. Misschien zal die munt er al voor het jaar 2000 zijn. Voor het bankwezen betekent deze stap dat de verschillende nationale markten nog meer verweven raken. Tijdens de Europese Top eind oktober vorig jaar in Rome zetten de regeringsleiders nieu we stappen op weg naar de totstandko ming van de Europese Economische en Monetaire Unie. Het belooft andermaal een span nend jaar te worden voor de Europese integratie. Op dit moment wordt im mers de besluitvorming voorbereid over twee belangrijke thema's: de Europese Economische en Monetaire Unie (EMU) en de Europese Politieke Unie (EPU) van de twaalf lidstaten van de Europese Gemeenschap. Ons land kan hierbij een zeer belangrijke rol spelen. Nederland is namelijk aan de beurt om in de tweede helft van 1991 het voorzitterschap van de EG te be kleden: in die periode zullen volgens schema over beide zaken besluiten moeten worden genomen. De Europese monetaire eenwording heeft ingrijpende gevolgen voor het bankwezen. Men zal namelijk te ma ken krijgen met één Europese munt en een Europese centrale bank. In dit arti kel wordt dan ook met name aandacht geschonken aan de intergouverne mentele conferentie die zich thans be zig houdt met de Europese Economi sche en Monetaire Unie. Monetaire eenwording betekent een onherroepelijke onderlinge koppeling van nationale munten. De verschillen de geldstelsels worden aaneenge smeed. Een voorbeeld is de Belgische en Luxemburgse monetaire unie, waarbij de franken van beide landen vast aan elkaar zijn gekoppeld in een wisselkoersverhouding van 1:1Beide munten zijn in de unie wettig betaal middel. Ook de Europese monetaire een wording zal betekenen dat de verschil lende nationale munten onherroepelijk aan elkaar zijn gekoppeld en te allen drs. H. van der Burg Internationaal Onderzoek tijde tegen een vaste koersverhouding kunnen worden gewisseld. Men kan daarbij de nationale munten laten be staan of een geheel nieuwe munt intro duceren. De keuze voor één van deze beide opties, of eventueel een tussen vorm, is een zaak die voor het principe van monetaire eenwording verder wei nig uitmaakt. Aanvulling gemeen schappelijke markt Waarom wordt er naar een Europe se monetaire eenwording gestreefd? Allereerst kan het worden gezien als een logische aanvulling op de vorming van de gemeenschappelijke Europese markt, die uiterlijk in 1992 tot stand zal moeten komen. Zolang er immers kos ten moeten worden gemaakt om de ene valuta om te wisselen in de ande re, kan er ook geen sprake zijn van volledige integratie van de afzonderlij ke nationale markten. Een tweede voordeel is dat mone taire eenwording stabiele macro-eco nomische verhoudingen afdwingt. Een definitieve koppeling van munten ver eist een zeer nauwe coördinatie van het economisch beleid van de verschil lende lidstaten. Er zal zelfs sprake moeten zijn van het opgeven van de nationale zeggenschap over het mone taire beleid. De EG kan daarbij voort borduren op de goede prestaties die het Europese Monetaire Stelsel in de afgelopen jaren heeft geboekt in het beheersen van de inflatie. Dit resultaat kwam mede tot stand door een steeds betere onderlinge afstemming van het nationale beleid in de diverse lidstaten. Een derde voordeel van een mone taire unie is dat een Europese munt een krachtig psychologisch signaal van eenheid is en voor het bedrijfsleven een overal gelijk algemeen econo misch kader biedt. Daarnaast verbetert een eigen munt het imago van de EG op financieel-economisch terrein en vermindert bijvoorbeeld de afhankelijk heid van de Amerikaanse dollar. Al in jaren zestig Bij de start van de Europese Ge meenschap in 1958 was monetaire sa menwerking een ondergeschikt onder werp. In het verdrag van Rome kwam de monetaire unie niet voor. Verwon derlijk is dat niet, want er was toen nog een hecht wereldstelsel van vaste, doch aanpasbare wisselkoersen. Pas in de loop van 1960 begon het onder werp meer in de belangstelling te ko men, hetgeen in 1970 uitmondde in een eerste blauwdruk voor een Euro pese Monetaire Unie, die tien jaar later moest zijn gerealiseerd. Met het losla ten van het hiervoor genoemde wissel koersstelsel en met de mondiale eco nomische kentering van de jaren ze ventig ging dit initiatief echter zo goed als ten onder. In 1979 ging het Europese Monetai re Stelsel (EMS) van start, als een po ging nieuw leven te blazen in de Euro pese (monetaire) integratie. Gepro beerd werd om een eiland van mone taire stabiliteit te scheppen in een we reld die toen door het tegendeel werd gekenmerkt. Na een aanvankelijk zwakke start heeft dit stelsel in belang rijke mate aan zijn oorspronkelijke

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1991 | | pagina 18