Hoofddirectie-
commentaar
Het denken over zaken als het
milieu en het welzijn van dieren is de
laatste jaren in een stroomversnelling
gekomen. De hieruit voortvloeiende
discussies raken vanzelfsprekend ook
de landbouw en intussen zelfs de
Rabobank. Daarbij worden verwijten
gemaakt die in de agrarische sector
begrijpelijkerwijs niet altijd even goed
vallen. Er zijn door deze sector de af
gelopen jaren bepaald grootse presta
ties geleverd. Denk alleen maar aan
de agrarische inbreng in de export en
de bijdrage aan onze betalingsbalans.
Men verwacht en verdient daarvoor
erkenning.
De agrarische sector van vandaag
is het resultaat van inzichten en priori
teiten zoals die tot nu toe hebben be
staan. Na de oorlog was de eerste pri
oriteit het produceren van voldoende
voedsel voor de groeiende bevolking.
De intensivering van de landbouw
was het antwoord. Geen luxe. maar
pure noodzaak dus.
Daarbij zijn produktiemethoden
ontstaan die op dat moment alleszins
acceptabel waren. We weten nu meer
dan toen. Inzichten veranderen. En
gelukkig biedt ons hoge welvaartspeil
en het ruime aanbod van agrarische
produkten de ruimte om de prioriteiten
te verleggen.
In de volgende ontwikkelingsfase
zal het milieu en het welzijn van de
dieren alle aandacht opeisen. Dit zal
de komende jaren belangrijke wijzigin
gen in de bedrijven teweeg brengen.
Deze veranderingen zullen gemakke
lijker tot stand komen naarmate ze
voor de boer beter betaalbaar en fi
nancierbaar zijn. Het boerengezin kan
niet het recht ontzegd worden om op
te komen voor het voortbestaan van
het eigen bedrijf, de inkomensbron en
de arbeidsplaats.
Nu de ernst van het milieu-pro
bleem in steeds bredere kring wordt
onderkend, spoelt er weer een golf
van creativiteit door de agrarische
sector. Alleen al ter bestrijding van het
mestoverschot zijn vele mogelijke op
lossingen in onderzoek, in ontwikke
ling of worden op praktijkschaal uitge
test. Hieruit mag vertrouwen worden
geput. De wil om te komen tot een
sector die produceert in evenwicht
met zijn omgeving - het milieu -
neemt snel toe. De mogelijkheden om
dit te realiseren dienen zich aan. Het
is een kwestie van tijd en geld. Tijd
voor onderzoek en ontwikkeling. Geld
voor het financieren van de aanpas
singen in de boerenbedrijven.
Verbeteringen in de bedrijven die
voldoen aan de toekomstige milieu-
en welzijnseisen, gaan forse investe
ringen vergen. Deze zullen vaak pas
rendabel gemaakt kunnen worden als
de bedrijven zich kunnen blijven ont
wikkelen. Alleen dan bestaat er een
redelijke kans dat de agrarische sec
tor ook internationaal kan blijven con
curreren.
Naast de sector zelf speelt ook de
overheid een hoofdrol in dit aanpas
singsproces. De beste kans van sla
gen bestaat als de regelgeving van de
overheid duidelijk en stabiel is. waar
door de onzekerheid voor de boeren
wordt begrensd en er weer sprake
kan zijn van een echt perspectief.
Daarnaast kan de overheid veel doen
In het stimuleren van het onderzoek
en de ontwikkeling.
De rol die de Rabobank - als fi
nancier van 90% van de boeren en
tuinders - bij dit aanpassingsproces
wil spelen, ligt in eerste instantie op
gesloten in haar hoofddoelstelling. Die
doelstelling geeft ons als taak boeren
en tuinders en andere ondernemingen
te financieren tegen scherpe tarieven
en gunstige voorwaarden. Aldus dra
gen wij bij aan het scheppen van fi
nancieringsruimte om de sterk oplo
pende milieulasten te kunnen betalen.
De belangen van het individuele
bedrijf/lid van onze coöperatie staan
daarbij voorop. Dit ongeacht bedrijfs
tak. produktiewijze of anderszins. In
tensieve, extensieve, biologisch-dyna-
mische of andere bedrijven zijn allen
even welkom.
Onze primaire rol ligt dus niet op
het terrein van het algemene land
bouw-, milieu- of welzijnsbeleid. Dat is
in eerste instantie een zaak van de
overheid en het georganiseerd be
drijfsleven. Actiegroepen die menen
dat de Rabobank een dergelijke rol
wel kan. mag of zelfs moet spelen,
zijn aan het verkeerde adres. Zij over
schatten de positie en de invloed van
onze bank.
De wijze waarop een ondernemer
zijn bedrijf wil voeren, is in de eerste
plaats een beslissing van hemzelf. De
bank kan hooguit adviezen geven. Als
voldaan wordt aan de wettelijke vereis
ten en het vertrouwen bestaat dat de fi
nancieringslasten opgebracht kunnen
worden, staat niets een financiering in
de weg. Vanzelfsprekend probeert de
bank daarbij rekening te houden met
de invloed van toekomstige wet- en re
gelgeving op de bedrijfsvoering (en de
lasten) van het bedrijf. Ook vanuit die
optiek is een duidelijk en stabiel over
heidsbeleid dringend gewenst.
Naast onze hoofdtaak als financier
levert de bank belangrijke bijdragen
aan vernieuwende ontwikkelingen
voor de sector, bijvoorbeeld op het
gebied van grootschalige mestverwer
king. Maar de Rabobank neemt ook
als participant/aandeelhouder deel in
projecten op bijvoorbeeld het gebied
van de biotechnologie. Vanzelfspre
kend wordt daarbij mede op grond
van maatschappelijke en ethische
overwegingen een grote mate van
zorgvuldigheid betracht.
Het moge duidelijk zijn dat het be
drijfsleven op de Rabobank mag reke
nen, zowel als financier als waar het
gaat om het stimuleren van nieuwe
ontwikkelingen die het milieu of het
dierenwelzijn ten goede komen. Ons
projectenfonds heeft op dit terrein al
vele goede diensten bewezen via on
dersteuning van initiatieven die an
ders niet of misschien pas later gere
aliseerd hadden kunnen worden. Wij
gaan ervan uit dat we aan het eind
van deze eeuw tegen elkaar kunnen
zeggen: kijk, die Rabobank heeft ook
door het verstrekken van miljarden
aan financieringen een belangrijke bij
drage geleverd aan de verbetering
van het milieu.
Burghouts