Financieel- economische monitor Feiten en cijfers Statistische gegevens vormen een belangrijke indicator voor ontwikkelingen in de economie en in de financiële wereld. Het blad Rabobank be steedt maandelijks aandacht aan een aantal van die gegevens. Vaste onderdelen zijn de Rabo- conjunctuurindicator en het overzicht van kre dietverlening en middelenontwikkeling binnen de Rabobankorganisatie. In 'monitor extra' wor den de kosten van de gezondheidszorg in beeld gebracht. Conjunctuurindicator Rabo-conjunctuurindicator 1 Hoewel sprake is van een minder uit bundige groei dan in het topjaar 1989, valt uit de voorlopende indicator af te lei den dat er reeds een einde lijkt te komen aan de conjuncturele groeivertraging. Alle componenten van de voorlopende indicator (de geldhoeveelheid. de door Rabobanken verstrekte leningen, de ver wachte bedrijvigheid en de orderont vangst in de industrie) dragen bij aan deze stabilisatie van het groeitempo. Vooral de orderontvangsten in de indus trie laten een gunstige ontwikkeling zien. De conjunctuurindicator zelf vertoont een (overigens zeer kleine) stijging. Het iets aantrekken van de conjunctuur wordt nagenoeg geheel veroorzaakt door de forse stijging van de industriële produktie in (West-)Duitsland. De Nederlandse ex port en dus onze economie profiteren mee van de groei bij onze oosterburen. Nederlandse ondernemingen die zich richten op de binnenlandse markt, heb ben het moeilijker. Zij zullen in 1991 te maken krijgen met een koopkrachtont wikkeling bij de consument die aanzien lijk minder gunstig is dan vorig jaar. v De economische ontwikkeling in (West-)Duitsland is van groot belang voor de economische bewegingen in ons land. Daarom is het interessant de ontwikke- Stafgroep Economisch Onderzoek Produktie (West-)Duitsland trend en conjunctuur 120 115 105 100 index 1985 100 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 ling van de industriële produktie in West-Duitsland in beeld te brengen. In de grafiek is zowel de trendmatige (als weergave van de gemiddelde groei over zes jaar een vloeiende lijn) als de conjuncturele (de grillige lijn van de fei telijke groei) ontwikkeling getekend. Duidelijk is te zien hoe de produktie in de periode 1980-1982 inzakte (zie voor Nederland grafiek 1 in dezelfde periode). Na een opleving in 1983- 1985 volgde een stabilisatie in de jaren 1986-1987, waarna opnieuw een ople ving optrad. Pas medio 1990 blijkt de produktie weer hoger te zijn dan over eenkomt met het trendmatige groei pad. De belastingverlaging die begin vorig jaar is doorgevoerd en de extra vraag vanuit (het voormalige) Oost- Duitsland zijn hiervan belangrijke oor zaken. Rabobankorganisatie kredietverlening en middelen In november nam de uitstaande kredietverlening van de aange sloten banken toe met f 331 (239) miljoen tot een totaal van f 90,2 (83,6) miljard. De voorspoedige ontwikkeling van de toevertrouwde middelen die het afgelopen jaar kenmerkte, was ook zichtbaar in no vember. De middelen stegen met f 974 (919) miljoen, waardoor het totaal uitkwam op f 103,9 (95,3) miljard. Mutaties in de kredietverlening Aangesloten banken (bedragen x f 1 miljoen) nov. 1990 jan. t/m nov. 1990 jan. t/m nov. 1989 Toevertrouwde middelen Aangesloten banken (bedragen x f 1 miljoen) okt. 1990 jan. t/m okt. 1990 jan. t/m okt. 1989 Rekening-courant Leningen Totaal kredietverlening Stand ultimo 438 769 331 90 249 545 - 673 Particuliere middelen 6 124 6 043 Zakelijke middelen 5 579 238 736 5 370 Totaal toevertrouwde middelen Stand ultimo 974 103 916 5 037 2 844 7 881 2 893 2 362 5 255 betreft: spaarmiddeleri. waardepapieren en betaalrekeningen, betreft: rekeningen-courant en zakelijke deposito's 24 Rabobank 1/91 J

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1991 | | pagina 24