Bedrijf sdoorlichting ten, moet door de SEV en de DLV de helpende hand worden geboden. De proef slaagde ook in de andere proefgebieden en dus werd besloten het project na de zomer landelijk voort te zetten, zij het dat het accent bij de opzet en uitvoering van de activiteiten bij de regio is komen te liggen. De meeste aandacht is in eerste instantie gegeven aan de akkerbouwsector, om dat daar de problemen het meest ur gent zijn. 'Per regio bestaan er mo menteel grote verschillen in animo en in activiteiten. Het verst gevorderd zijn de ontwikkelingen in de voormalige proefgebieden', zegt ir. A.H.M. Poel man. Hoofd Sociaal Economische Voorlichting van de KNBTB en uit hoof de van zijn functie deel uitmakend van de landelijke Stuurgroep Herstructure ring. Deze commissie bestaat uit verte genwoordigers van de standsorganisa ties, het Landbouwschap en de over heid (via de DLV). 'We houden ons be zig met het coördineren en stimuleren van regionale activiteiten', aldus Poel man. Vijf jaar Het project 'Toekomstgericht onder nemen' is opgezet voor een periode van vijfjaar. Binnen dat tijdsbestek moet alle akkerbouwers, die hun be drijf willen laten doorlichten, de gele genheid worden geboden aan het pro ject mee te doen. 'Tien procent van de capaciteit van de SEV is voor dit pro ject vrijgemaakt. We hebben, gezien de urgentie van de problemen in de akkerbouw, ook bij de overheid aange- Visie op uw eigen bedrijf Dezer dagen verscheen de Rabo- bank-publicatie 'Visie op uw fruit- teeltbedrijf'. Deze brochure geeft de fruitteler niet alleen algemene infor matie over ontwikkelingen in zijn be drijfstak, maar nodigt hem door het stellen van concrete vragen nadruk kelijk uit om na te denken over de positie van het eigen bedrijf. In dezelfde serie verschenen eer der al uitgaven over het akkerbouw-, melkveehouderij-, varkenshouderij-, pluimveehouderij-, bloemisterij-, champignon- en boomkwekerijbe- drijf. Dit voorjaar komen nog het vol- legrondsgroenten- en het glasgroen- tenbedrijf aan bod. Met de reeks brochures wil de Rabobank agrarische ondernemers de helpende hand toesteken bij het bepalen van hun koers voor de toe komst. Zo'n brochure kan de basis vormen voor een bedrijfsdoorlichting, waarvan in nevenstaand artikel de zin wordt onderstreept. klopt voor extra financiële steun. Want dit werk komt bovenop de normale werkzaamheden van de voorlichters,' stelt Poelman vast. 'Uiteindelijk is door het ministerie van Landbouw toegezegd vijf extra for matieplaatsen gedurende een periode van twee jaar te bekostigen, al is dat bij lange na niet voldoende. Want een volledige bedrijfsdoorlichting kost een ervaren voorlichter drie dagen, nog af gezien van de inbreng van de DLV. We hebben 20 tot 25 extra voorlichters no dig om iedereen te kunnen helpen.' De DLV heeft zich ten doel gesteld 1000 akkerbouwbedrijven per jaar door te lichten. Ook door deze dienst wordt beaamd dat er per sector en per regio grote verschillen bestaan om aan het project mee te doen. 'In de akkerbouw is de animo veel groter dan bijvoor beeld in de tuinbouw. Vanaf oktober hebben zich al 160 akkerbouwers aan gemeld', licht sectorhoofd ir. P. Duij- sings, werkzaam op het DLV-hoofd- kantoor in De Meern, toe. 'Wij willen als DLV de boeren alternatieven aan dragen. De boer moet echter zelf uit eindelijk de beslissing nemen. Dat kun nen wij niet voor hem doen.' Rol milieu In de discussie rond de herstructu rering van de agrarische sector speelt het milieu een belangrijke rol. Want voorgenomen of reeds van kracht zijn de milieumaatregelen nopen de indivi duele ondernemer vaak tot aanpassing van zijn bedrijfsvoering en brengen in ieder geval kostenverhogingen met zich mee vanwege noodzakelijk inves teringen. Ook op milieugebied zijn tal van re gionaal getinte projecten in gang gezet. 'Het is niet altijd even duidelijk onder welk project een probleem nu precies te vatten is', meent S. Haan, senior-bedrijfsvoorlichter op het DLV- kantoor in Emmen. 'Vaak komt van het een het ander; klopt een ondernemer met één bepaalde vraag bij je aan en kan dat uitmonden in een bedrijfsdoor lichting en wellicht zelfs in een aanpas sing van het gehele bedrijf.' Hoewel nog niet iedereen even goed doordrongen lijkt van de voorde len die een daadwerkelijke kijk in de keuken van het eigen bedrijf kan ople veren, wordt het nut van een bedrijfs doorlichting door de ondernemers wel degelijk ingezien, meent Haan. 'De on dernemers die er reeds ervaring mee hebben, zijn positief over het project. Maar het zijn vaak de betere onderne mers die het eerst bij je aankloppen. Juist de mensen die het nodig hebben eens een spiegel te worden voorge houden. zie je niet.' Zonder opvolger 'Want ook voor ondernemers van boven de 50 jaar zonder opvolger zou het goed zijn het eigen bedrijf eens door te laten lichten. En stel dat uit zo'n onderzoek zou komen rollen dat je beter je bedrijf zou kunnen beëindi gen, dan is het wel goed om te weten wanneer en hoe je dat het best kunt doen.' Haan meent dat het project nog meer zou mogen gaan leven. 'Laat het aantal aanmeldingen maar toenemen', zo stelt hij. Die mening wordt door alle betrokkenen onderschreven. De schroom die wellicht nog bij te veel boeren en tuinders leeft, moet worden weggenomen. SEV-er Poelman: 'Want herstructurering leidt niet per definitie tot sanering. Dat kan voor een aantal ondernemers uiteindelijk wel een uit vloeisel zijn, maar het is niet de eerste opzet van het project.' Duidelijk is ech ter wel dat binnen nu en tien jaar het aantal bedrijven zal afnemen. Zeker in de akkerbouw lijkt daaraan geen enkel ontkomen. Het LEI verwacht dat onder meer op grond van leeftijdsopbouw en opvolgingssituatie in deze sector een vermindering van 25% van het aantal bedrijven moet plaatsvinden. DLV-er Duijsings: 'Men moet de ogen niet sluiten voor de realiteit. Per spectief voor een florerende agrarische sector in Nederland is er zeker, maar we moeten er dan wel voor zorgen dat er voldoende bedrijven met perspectief zijn. Om dat te bereiken moet er de ko mende tijd echter heel wat gebeuren. Veel bedrijven zullen een reusachtige ommezwaai moeten maken.' SEV-er Poelman onderschrijft dat standpunt. 'Op korte termijn is het ech ter de vraag of de agrarische onderne mers voldoende tijd en ruimte krijgen om al die veranderingen op hun bedrijf door te kunnen voeren. Want hoewel de tijd dringt, is het vaak niet gemakke lijk om grootschalige veranderingen zomaar te realiseren.' II JJ 15 Rabobank 1/91

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1991 | | pagina 15