'Toekomstgericht
ondernemen'
krijgt landelijke
uitstraling
I
ifraagfe
Bedrijf sdoorlichting
Agrarisch Nederland staat aan de vooravond
van een ingrijpende herstructurering. Dat
geldt voor de sector in zijn totaliteit, maar
zeker ook voor de individuele bedrijven. Voor
elk bedrijf moet bekeken worden wat het
beste alternatief is. Bedrijfsdoorlichting kan
daarbij een belangrijk hulpmiddel zijn, al is
nog lang niet iedere boer of tuinder voldoende
doordrongen van de mogelijkheden op dit
gebied.
Elke boer of tuinder
doet er goed aan
-samen met deskundi
gen- aan de hand van
een bedrijfsdoorlich
ting de weg naar de
toekomst uit te stippe
len.
Het is niet gemakkelijk om als boer
of tuinder het hoofd boven water te
houden, laat staan uit het bedrijf een
redelijk inkomen te halen, zo blijkt ook
uit cijfers van het Landbouw-Econo-
misch Instituut. Het LEI becijferde on
langs dat het agrarisch inkomen de af
gelopen decennia steeds meer in on
gunstige zin uit de pas is gaan lopen
met de toenemende welvaart in de ge
hele samenleving. Er moet dus wat ge
beuren om ook in de toekomst te kun
nen blijven 'boeren'. Maar hoe op de
veranderingen moet worden inge
speeld. is vooralsnog een moeilijk te
beantwoorden vraag.
Via doorlichting van het eigen be
drijf kan daartoe meer inzicht worden
verkregen. 'Elke boer of tuinder kent
zijn eigen bedrijf natuurlijk het best.
Maar neemt hij ook wel eens voldoen
de afstand? Het kan juist heel verhel
derend zijn om een keer een derde te
laten meekijken, waardoor niet alleen
de sterke, maar juist ook de zwakke
kanten van het bedrijf aan het licht ko
men. Een derde die kan adviseren
over de bedrijfsvoering en de bedrijfs-
opzet', zo is te lezen in de folder Toe
komstgericht ondernemen' van de DLV
(Dienst Landbouw Voorlichting) en
SEV (Sociaal Economische Voorlich
ting). Sinds september 1989 werken
deze beide diensten nauw met elkaar
samen in het gelijknamige herstructu
reringsproject 'Toekomstgericht Onder
nemen'.
Het doel van het project is onderne
mers door middel van voorlichting en
advisering te ondersteunen bij het
doorlichten of onderzoeken van het ei
gen bedrijf. Een door de ondernemer
in te vullen vragenlijst dient daarbij als
basis voor de verdere individuele advi
sering. De SEV verzorgt de sociaal-
economische voorlichting en stelt in
haar analyse aspecten als vermogens
ontwikkeling, het niveau van de kosten
en opbrengsten, de mogelijkheden
voor bedrijfsovername, bedrijfsbeëindi
ging en subsidieregelingen aan de
orde. De DLV verstrekt vooral econo
mische en technische voorlichting,
maakt een sterkte/zwakte-analyse van
het bedrijf en biedt hulp bij het opzet
ten van een bedrijfsplan. Waar nodig
worden ook andere specialisten inge
schakeld, zoals een accountant, een
notaris of de bank.
Ontstaan project
Binnen de standsorganisaties, het
Landbouwschap en de overheidsvoor
lichting bestonden al een aantal jaren
plannen meer te doen op het gebied
van bedrijfsdoorlichting om de individu
ele boer of tuinder de helpende hand
te kunnen bieden zijn bedrijfsvoering
aan te passen. Het project 'Toekomst
gericht ondernemen' werd geboren.
Van september 1989 tot en met april
1990 werd er proefgedraaid in vier re
gio's: de Wieringermeer, de Veenkolo
niën, Friesland en Noord-Brabant. En
met succes, want de doorlichting van
het eigen bedrijf zette veel mensen
aan het denken en deed sommigen
besluiten de bedrijfsvoering aan te
passen door bijvoorbeeld uitbreidings
plannen uit te stellen of door nevenac
tiviteiten te kiezen naast het hoofdbe
drijf.
'Uit een evaluatie van ons proefpro
ject in de Wieringermeer is duidelijk
gebleken dat ondernemers behoefte
hebben aan individuele advisering bij
het ontwikkelen van bedrijfsplannen en
het ontwerpen van een goede bedrijfs-
strategie', aldus ir. J.F.J. Hoefmans
van de LTB en tevens coördinator na
mens de drie Hollandse Landbouw Or
ganisaties (3HLO) in de provincie
Noord-Holland. Hij spreekt in zijn noti
tie van een bewustwordingsfase, die
inmiddels in zijn regio achter de rug is,
en een analysefase. En juist aan on
dernemers die zich in deze fase bevin
den en zich diepgaand afvragen welke
kant zij met hun eigen bedrijf op moe-
14 Rabobank 1/91