Visie op 1991 vlakken. Het begon met een allengs forsere geldgroei tot ruim 13% op jaar basis in het eerste halfjaar, die in be langrijke mate bijdroeg aan een oplo pende inflatie tot 3 1/2%. Een ommekeer naar een strakker monetair beleid resulteerde in een stij ging van de korte rente met 2% tot 8 1/2%. Hierna begonnen de grondprij zen te dalen en moest de beurs van Tokyo een forse koersval incasseren. De Golfcrisis zette de beurs verder on der druk en bracht tenslotte de banken in het nauw door de toenemende spanning tussen hogere kapitaalver- eisten en slinkende stille reserves. De kredietverlening kwam hiermede onder druk. De aantasting van vermogens, een stijgende rente en de algemene onze kerheid rond de olieprijzen brachten een tragere groei van de binnenlandse bestedingen, die naar verwachting in 1991 zal worden geaccentueerd. Het reële bruto nationaal produkt zal uitein delijk in 1990 toenemen met 4 1/2% en in 1991 met 3 1A>%. De nog relatief krachtige binnen landse vraag zal de invoer in 1991 tweemaal zo snel doen groeien dan de uitvoer. Door de verwachte waardestij ging van de yen zal het overschot op de lopende rekening evenwel aanmer kelijk hoger uitkomen dan in 1990. De monetaire autoriteiten zullen vanwege de hoge inflatie voorlopig het huidige krappe beleid handhaven. Dit leidt tot de verwachting dat de Japanse korte en lange rente volgend jaar ge middeld rond de 8% zullen liggen. Duitsland In Duitsland wordt de economie sterk overheerst door de gevolgen van het eenwordingsproces. De zestien miljoen welvaartsbehoeftige Oostduit sers leverden een krachtige impuls aan de binnenlandse vraag. Dat was mogelijk dankzij een omvangrijke over dracht van middelen uit de Westduitse schatkist, waarvan het tekort in 1990 verdrievoudigde tot ruim DM 100 mil jard. Daar het zicht op de Oostduitse economische inbreng nog zeer gebrek kig is, richten wij onze prognoses voor namelijk op de ontwikkelingen in West- Duitsland. De Duitse conjunctuur werd begin 1990 allengs verder gestimuleerd door de enorme consumptiedrang van bin nenstromende Oostduitsers en andere groeivertraging betreft met name de binnenlandse vraag, uitgezonderd de overheidsuitgaven. Ondanks de conjunctuurzwakte blijft de inflatie hardnekkig rond de 4 1/2% steken. Nadat in oktober een akkoord werd bereikt over begrotingsbezuini gingen van 500 miljard in vijf jaar tijd, verlaagde de Amerikaanse centra le bank het rentetarief op kortlopende middelen met een symbolische kwart procent. De dalende inkomensverwachtin gen, de afnemende investeringslust en het algemeen hoge schuldenniveau hebben het vertrouwen in de Ameri kaanse economie de afgelopen tijd sterk verminderd. De kans is daarom groot dat de economie in de loop van 1991als gevolg van het verder weg zakken van de consumptieve bestedin gen en de investeringen, een negatie ve groei te zien zal geven. De export sector, begunstigd door de daling van de dollar met inmiddels 15% ten op zichte van de belangrijkste industrie landen, zal slechts deels de daling van de bedrijvigheid kunnen temperen. In de tweede helft van het jaar zal wel licht enig herstel van de consumptieve bestedingen optreden, waardoor de conjunctuur weer lichtelijk kan aantrek ken en de negatieve groei geleidelijk wordt weggestreken. De groei van het invoervolume neemt in 1991 verder af, wat eraan bij draagt dat het tekort op de lopende re kening tot 85 miljard terug kan. Het tekort van de federale overheid zal daarentegen, ondanks het overeenge komen bezuinigingsplan, in 1991 tot recordhoogte stijgen. De Verenigde Staten zullen hierdoor een groot be roep blijven uitoefenen op buitenlands particulier kapitaal. Tezamen met de vele problemen van de Amerikaanse fi nanciële sector en de grote kapitaal- vraag elders in de wereld lijkt er voor alsnog weinig uitzicht op een duidelijke daling van de lange rente. Gegeven de verwachte recessie van de Amerikaanse economie in de eerste maanden van 1991 zal de cen trale bank na het normaliseren van de olieprijzen haar beleid wellicht duidelij ker ontspannen. Dit zal de neerwaart se druk op de dollarkoers handhaven, zodat voor eind 1991 met een dollar koers van circa f 1,60 moet worden gerekend. Japan De Japanse economie werd in 1990 vooral beroerd door een aantal finan ciële verstoringen, die de kracht van de conjunctuur in de loop van het jaar temperden en ook de aanvankelijke verwachtingen voor 1991 deden af- J.J. van Antwerpen Internationaal Onderzoek Drs. B.G.J. Walschots Algemeen Economisch Onderzoek 7 Rabobank 12/90

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1990 | | pagina 7