Financieel- economische
monitor
Iinklim >iii ,ii.
i" in'
Feiten en cijfers
Statistische gegevens vormen een belangrijke
indicator voor ontwikkelingen in de economie en
in de financiële wereld. Het blad Rabobank
besteedt maandelijks aandacht aan een aantal
van die gegevens. Vaste onderdelen zijn de
Rabo-conjunctuurindicator en het overzicht van
kredietverlening en middelenontwikkeling
binnen de Rabobankorganisatie. In 'monitor
extra' komen enkele internationale financieel-
economische actualiteiten aan de orde.
Conjunctuurindicator
Rabo-conjunctuurindicator
De ontwikkeling van onze conjunc
tuurindicator wijst op een zeer geleidelij
ke daling van het groeitempo van econo
mische bedrijvigheid. De voorlopende
indicator, die nu een prognose aangeeft
tot een met januari, stabiliseert op dit
moment na een daling van ruim een jaar.
Alle onderdelen van de voorlopende
indicator dragen bij aan deze stabilisatie.
De laatste maanden verschijnen af en
toe voorspellingen die inhouden dat de
economie in Nederland en in vele andere
industrielanden het komend jaar in een
recessie zou geraken. Wat is een reces
sie? Daarover kunnen de meningen
verschillen. De term recessie wordt in het
algemeen gereserveerd voor een daling
van de produktie gedurende een bepaal
de tijd: negatieve economische groei.
Indien zo'n fase lang duurt, spreekt men
van een depressie.
Ter toelichting dient de grafiek, waarin
per kwartaal de groei van het reële bruto
nationale produkt is berekend ten opzich
te van het overeenkomstige kwartaal een
jaar eerder. Aan de hand van de grafiek
kan worden geconstateerd dat het dal
van 1981-82 een recessie betrof (nega
tieve groei), maar dat het dal van 1987
82 83
Stafgroep Economisch Onderzoek
(1>
Bruto Nationaal Produkt, volume
(procentuele mutaties t.o.v. een jaar geleden)
79 SO 81
83 84 I 85 8
kwartaalcijfers
bron: CBS
dat zeker niet was (lagere, maar nog
positieve groei).Kijken we nu weer
naar de grafiek met de indicatoren.
Deze laat voor 1987 een flink dal zien.
Het gaat hier echter om de mate waar
in de economische activiteit boven of
onder de trendmatige ontwikkeling ligt.
Als er sprake is van een behoorlijke
trendmatige groei van de economie,
duidt een dal bij de conjunctuurindica
tor dus wel op een tijdelijke druk op de
economische bedrijvigheid, maar hoeft
dat nog geen recessie te betekenen.
M.m.v. Algemeen Economisch Onderzoek (con
junctuurindicator), Centrale Administratie (kredietverle
ning en middelen) en Internationaal Onderzoek (moni
tor extra).
Rabobankorganisatie kredietverlening en middelen
De uitstaande kredietverlening van de aangesloten banken is in
oktober met f 987 (t 871) miljoen toegenomen tot een totaal van
f 89,9 (83,4) miljard. In diezelfde periode bedroeg de toename van
de toevertrouwde middelen f 299 (81miljoen, waardoor het totaal
uitkwam op f 102,9 miljard.
Mutaties in de kredietverlening Aangesloten banken
(bedragen x f 1 miljoen)
Rekening-courant
Leningen
Totaal kredietverlening
Stand ultimo
okt. 1990
224
763
987
89 918
jan. t/m
okt. 1990
- 107
5 355
5 248
jan. t/m
okt. 1989
- 205
Toevertrouwde middelen Aangesloten banken
(bedragen x f 1 miljoen)
Particuliere middelen
5 336 Zakelijke middelen
5 131 Totaal toevertrouwde middelen
okt. 1990
298
1
299
102 942
jan. t/m
okt. 1990
4 799
2 108
6 907
Stand ultimo
betreft: spaarmiddelen, waardepapieren en betaalrekeningen, betreft: rekeningen-courant en zakelijke deposito's
jan. t/m
okt. 1989
2 606
1 730
4 336
28 Rabobank 12/90