Gastopinie
Onlangs heeft de Rabobank in de
jaarlijkse 'Cijfers Trends' het econo
mische beeld geschetst voor 75 be
drijfstakken waarin het midden- en
kleinbedrijf (MKB) de overhand heeft.
De resultaten weerspiegelen de zon
nige periode die onze economie de
afgelopen jaren heeft doorgemaakt.
Vele economen, politici en andere
economische weermannen worstelen
op dit moment echter met de vraag of
de jaren negentig vette of magere ja
ren voor onze economie zullen wor
den. Er dreigen immers donkere wol
ken. De groei in de US en Engeland
stagneert. De Duitse eenwording gaat
economisch moeizamer dan ver
wacht. Tenslotte zijn ook de gevolgen
van de Golfcrisis een onzekere factor.
Tegen deze achtergrond nemen
consumenten en bedrijven op dit mo
ment een afwachtende houding aan.
De CBS-index van het consumenten
vertrouwen loopt terug. Het bedrijfsle
ven laat nieuwe investeringsplannen
nog even op de plank liggen, zoals
blijkt uit de onlangs uitgebrachte
KNOV/NIPO-enquête. Toch zijn er ge
lukkig ook vele lichtpunten.
Zo lijkt 1990 een absoluut topjaar
te worden voor de groei van de werk
gelegenheid in het MKB. Het aantal
banen zal naar verwachting met ruim
100 000 toenemen, waarmee de tota
le werkgelegenheid in het MKB de
grens van 2 miljoen banen zal over
schrijden. De recente cijfers van het
EIM geven voor 1991 een aanhou
dende groei van de afzet 4%) en
winsten van 3,75%) in het MKB
aan. Al met al is er op dit moment nog
geen reden voor al te sombere ver
wachtingen. Wel doen we er verstan
dig aan om na het feest van de jaren
van hoogconjunctuur de wijn en taart
even in de ijskast te zetten, zoals mi
nister Andriessen onlangs in de
Tweede Kamer heeft gesteld bij de
behandeling van de begroting van het
Ministerie van Economische Zaken
voor 1991.
Prinsjesdag is het jaarlijkse hoog
tepunt in politiek Den Haag. Op deze
dag worden immers de regeringsplan
nen voor het nieuwe jaar gepresen
teerd, die daarvoor in het diepste ge
heim - althans zo is de afspraak -
zijn voorbereid. Aan alle speculaties
komt dan een einde. Tevens wordt op
die dag door de partijen en belangen
groepen een voorlopig oordeel over
de regeringsvoornemens geveld. Dit
jaar stond dit oordeel vooral in het te
ken van de Golf-crisis waarvan men
toch te weinig in het regeringsbeleid
vond doorklinken. Vooral het finan-
cieel-economische plaatje van de Ne
derlandse staatshuishouding gaf een
mr. W. de Boer
te zonnig beeld. De president van de
Nederlande Bank tekende al snel wat
schaduwpartijen in. Dat het hier waar
schijnlijk niet alleen om een seizoens
oprisping ging, bleek al ras toen de
gevolgen van de Golf-crisis zich wat
duidelijker begonnen af te tekenen.
Het kabinet heeft daarom besloten
binnenkort de balans opnieuw op te
maken en daarbij tevens aan te ge
ven hoe de grote gaten in de Rijksbe
groting die thans zichtbaar worden, zo
solide mogelijk gedicht kunnen wor
den. Januari - normaliter een echte
'lauwe' maand - belooft dan ook dit
maal nog spannender te worden dan
de derde dinsdag in september. Ener
zijds mogelijk een internationale ont
knoping van de Golf-crisis, anderzijds
van het kabinet een tussenbalans, die
de lakmoesproef voor de huidige co
alitie genoemd wordt. Mijn stille hoop
en uiteraard mijn inzet is dat het be
leid voor het MKB hier zoveel moge
lijk ongeschonden uitkomt en dat ook
het ondernemersklimaat zo min mo
gelijk averij oploopt. Zoals ik hierbo
ven reeds aangaf, neigt de economi
sche barometer naar onbestendig en
dan is het ook voor de staatskas uit
eindelijk beter het klimaat niet verder
te bederven.
Na Prinsjesdag en de zogeheten
algemene politieke en financiële be
schouwingen daarover in de Tweede
Kamer volgt de parlementaire behan
deling van de afzonderlijke departe
mentale begrotingen. Een nieuwtje bij
de begroting van EZ was dat het on
derdeel MKB plenair behandeld werd
en niet zoals de gewoonte werd in
een zogenaamde commissie-verga-
dering. Veel andere beleidsonderwer
pen daarentegen werden naar een
commissievergadering verwezen zo
dat het MKB in het begrotingsdebat
van EZ zeer centraal kwam te staan.
Mogelijk heeft het feit dat het MKB-
beleid thans in de portefeuille van de
minister zit hier iets mee te maken!
De Tweede Kamer had vooral aan
dacht voor de administratieve lasten
in het MKB. Aanleiding was een op 11
oktober gepubliceerd rapport over
een onderzoek van de Rijksuniversi
teit Groningen naar de (grote) om
vang van deze lasten. Hoewel deze
lasten verbonden zijn aan de fiscale
en sociale wetgeving en EZ hieraan
dus zelf geen schuld heeft wordt het
wel daarop aangesproken in zijn rol
van belangenbewaker en makelaar
van het bedrijfsleven. De Kamer dien
de liefst 3 moties in en drong aan op
het opstellen van een actieplan. De
minister had hier een zwaar hoofd in
maar beloofde zijn best te zullen
doen. In een grote schoonmaak ge
looft hij zeker niet, wel in de mogelijk
heid dat de moderne informatietech
nologie het administratieve leed in de
toekomst wat kan verzachten. Zelf
hoop ik dat de gevoerde discussie
preventief gaat werken in die zin dat
door de wetgever en belangengroe
pen bij het opstellen van regels veel
meer op de uitvoeringslasten gelet
gaat worden. In reparatie achteraf ge
loof ik met de minister niet zo erg.
Op 11 oktober werd nog een ander
belangwekkend rapport door mijn mi
nister aan de Tweede Kamer aange
boden. Dit rapport kreeg helaas heel
wat minder publiciteit, vooral omdat er
politiek weinig eer aan te behalen is.
Het rapport is er daarom niet minder
interessant om. Met een schat aan
EIM-gegevens die grotendeels uniek
zijn, wordt aangetoond dat de in het
verleden veelgevraagde financierings
reserve en risico-lening voor het MKB
eigenlijk niet nodig zijn. Er zijn thans
genoeg financieringsinstrumenten en
de beschikbare gegevens wijzen niet
op een financierings-manco.
De Tweede Kamer heeft het rap
port dan ook voor kennisgeving aan
genomen, een parlementair eufemis
me voor 'we zien er geen (politiek)
brood in'. Wel zal de Commissie Ste
vens, die het werk van Oort mag af
maken, er nog eens goed naar kijken,
zowel op verzoek van de minister als
van onze volksvertegenwoordigers.
Zolang hebben we in ieder geval rust.
De auteur is directeur-generaal van
Diensten, Midden- en Kleinbedrijf en
Ordening van het Ministerie van Eco
nomische Zaken. Bijdragen in deze ru
briek verwoorden de visie van de au
teur en hoeven dus niet het standpunt
weer te geven van de Rabobankorga-
nisatie.
21 Rabobank 12/90