I tk
si
Wö
1 -
Sparen
demografische ontwikkelingen mag ver
wacht worden dat dit aandeel in de ko
mende jaren nog verder zal toenemen.
Aan de vraagzijde van de markt
hebben de overheid en een aantal be
drijven rechtstreeks toegang tot de
particulierenmarkt via de uitgifte van
obligaties en aandelen. Daarnaast
worden er door bepaalde bedrijven ook
rechtstreeks middelen in de spaargeld
sfeer aangetrokken ter financiering van
de bedrijfsactiviteiten. Een bekend
voorbeeld hiervan zijn de zuivelcoöpe-
raties die in het verlengde van de le
denrekeningen middelen werven bin
nen hun eigen ledenkring. Maar ook
voor andersoortige bedrijven is het mo
gelijk om van particulieren waarmee
een zekere relatie bestaat, gelden aan
te trekken zonder daarmee onder het
toezichthoudende regime van de Ne-
derlandsche Bank te vallen. Voor be
drijven is dit aantrekkelijk als de verkrij
gingsprijs van deze middelen lager is
dan de rente die de banken voor lenin
gen en kredieten berekenen. Voor de
toekomst dient er rekening mee te wor
den gehouden dat dergelijke activitei
ten van 'near banking' in nieuwe ge
daanten aanzienlijk kunnen worden uit
gebreid.
Al met al is het bepaald niet van
zelfsprekend dat de financiële interme
diairs, waaronder de banken, propor
tioneel zullen meedelen in de groei van
de totale vermogensmarkt.
Financiële instellingen staan bij de
middelenwerving in een marktverhou
ding ten opzichte van de particuliere
aanbieders en bij de uitzettingen ont
moeten ze bedrijven en overheid als
vragers van vermogen. De particulie
ren zijn daarbij uiteraard ook weer vra
gers van vermogen als het gaat om
consumptief en hypothecair krediet. De
opbrengsten van uitzettingen kunnen
op korte termijn door het accepteren
van meer risico enigszins worden op
gerekt, maar op langere termijn is de
bovengrens - rekening houdend met
de verliesrisico's - tamelijk star.
Particulieren die middelen beschik
baar hebben, vinden het (netto)rende-
ment op hun vermogen steeds belang
rijker. De consument zal zich bij het
onderbrengen van spaargelden dan
ook in toenemende mate laten leiden
door het te behalen rendement. De op
brengstmarge van de intermediair
komt daardoor steeds meer onder druk
te staan. In zo'n situatie is kostenverla
ging noodzakelijk om via voldoende
rentabiliteit en solvabiliteit de continuï
teit van de instelling te waarborgen.
Particulieren
De rekeningtegoeden bij banken,
polissen van levensverzekeraars, parti-
fiflüU
cipaties in beleggingsfondsen en in
zekere zin ook de eigen obligaties en
aandelen vormen de produkten waar
mee de intermediairs particuliere mid
delen aantrekken. Deze produkten on
derscheiden zich voornamelijk van el
kaar door verschillen op het gebied
van rendement, in samenhang daar
mee risicograad, fiscaliteit en liquiditeit.
De intermediairs trachten voortdurend
om binnen de bestaande mogelijkhe
den een zodanige compositie van deze
elementen te maken dat zo goed mo
gelijk tegemoet wordt gekomen aan de
behoeften van de markt.
Tot nu toe worden de mogelijkhe
den in belangrijke mate bepaald door
de regelgeving waaraan de diverse
groepen van instellingen zijn gebon
den. Door onder meer een voortschrij
dende deregulering zullen echter de
afbakeningen tussen zowel de instel
lingen als hun produkten vervagen.
Met andere woorden: de financiële in
termediairs zullen in de toekomst
steeds minder te herkennen zijn als
behorende tot een bepaalde categorie.
Bij de vormgeving van hun produkten
zullen ze in toenemende mate gebruik
maken van mogelijkheden die traditio
neel aan een andere categorie voor
behouden leken te zijn. Een goed
voorbeeld van dergelijke All Finanz-
concepten zijn de koopsompolis en
premiepolissen van de Rabobank, in
wezen een combinatie van een spaar
rekening en een levensverzekering met
de daarbij behorende fiscale voordelen.
Concurrentie
De concurrentie tussen de financië
le instellingen om de gunst van de
spaargelden zal fors toenemen. Het
wegvallen van concurrentiebeperken
de factoren en de behoefte om bij
smallere winstmarges door middel van
volumevergroting de totale rentabiliteit
op peil te houden geven hieraan een
duidelijke impuls. Het is op voorhand
niet vast te stellen welke partijen het
best uit de concurrentiestrijd te voor
schijn zullen komen, maar er dient re
kening mee gehouden te worden dat
het landschap van financiële instellin
gen er over tien jaar geheel anders zal
uitzien. De recente aankondigingen
van een aantal omvangrijke fusies en
samenwerkingsverbanden duiden hier-
op.
Een viertal factoren zal in belangrij
ke mate bepalend zijn voor de concur
rentiekracht van een individuele markt
partij:
- het kostenniveau van het operatio
nele bedrijf.
De meest efficiënte bedrijven kun
nen het grootste weerstandsvermo
gen opbouwen dan wel de scherp
ste tarieven bieden;
- een produktenassortiment met va
riaties in risicograad, met uiteraard
dienovereenkomstige rentabiliteits-
kansen en variaties in fiscaliteit;
- de marktgerichtheid.
Behalve op een produktconcept dat
zo goed mogelijk tegemoet komt
aan feitelijk aanwezige behoeften in
De concurrentie om de
particuliere spaargel
den zal zich toespitsen
op de markt van meer
vermogenden.
0
Drs. A.J.A.M. Kuijpers
Produktgroep
Creditgelden
19 Rabobank 12/90