Om de gunst
van de spaargelden
Sparen
Particulieren krijgen steeds meer financiële
ruimte om te sparen. Dat blijkt bij een
toekomstverkenning van de markt voor
particulier vermogen in de jaren negentig. Het
is hierbij geen vanzelfsprekendheid dat een
bank haar marktpositie van het spaarbedrijf
kan handhaven. Er ligt voor de banken een
uitdaging om in de gunst van de
middelenaanbieders te blijven.
Hoe particulieren omgaan met hun
vermogen en welke rol financiële in
stellingen als banken, levensverzeke
raars en fondsbeheerders daarbij kun
nen spelen, wordt door een groot aan
tal factoren bepaald. Van invloed zijn
met name de regulering op terreinen
als mededinging en fiscaliteit, het con
sumentengedrag, de bevolkingssa
menstelling en de technische mogelijk
heden binnen het verwerkings- en dis
tributieproces van financiële produk-
ten. De schoksgewijze ontwikkeling op
het vlak van deregulering en de meer
geleidelijke veranderingen van de drie
andere aspecten samen zullen naar
het zich laat aanzien leiden tot een si
tuatie waarin de kaarten voor de finan
ciële instellingen opnieuw geschud
worden.
Marktpotentieel
Economische ontwikkelingen druk
ken een duidelijk stempel op vraag en
aanbod van financiële middelen. In
een ontwikkelde economie als de onze
voltrekt de voortbrenging van goede
ren en diensten zich op een kapitaalin
tensieve wijze. Het investeringsniveau
van de bedrijven zal toenemen bij een
stijgende welvaart en daarmee ook de
behoefte aan eigen en vreemd vermo
gen.
Aan de andere kant zal ook het
aanbod van vermogen door particulie
ren in de toekomst toenemen. De be
langrijkste drijfveer om een gedeelte
van het inkomen te sparen is - zeer
eigen aan de mens - de behoefte om
(financiële) onzekerheid te beperken.
Dit kan variëren van het kweken van
een geldelijke buffer om zonodig een
defecte wasmachine te kunnen ver
vangen tot het zeker stellen van inko
men voor het nageslacht. Ook hier ligt
een zekere relatie met de welvaart
voor de hand.
Het prijsvormingsproces op de geld
en kapitaalmarkt heeft een regu
lerende functie om vraag en aanbod
van kapitaal met elkaar in overeen
stemming te brengen. Hierbij spelen
uiteraard ook de kapitaalstromen met
het buitenland een rol. Het is niet zon
der betekenis dat bij een hogere rente
min of meer vanzelf het kapitaalaan
bod toeneemt, omdat van het rente-in
komen in de praktijk relatief weinig
wordt geconsumeerd. Eén en ander
heeft tot gevolg dat de potentiële
marktomvang voor financiële interme
diairs groeit met onze welvaart.
Mededingers
In de groeiende markt voor particu
lier vermogen manifesteren zich ver
schillende soorten mededingers (zie
ook de figuur). Zowel aan de aanbod
als aan de vraagzijde zijn er partijen
die het overhevelingsproces van
middelen min of meer rechtstreeks ge
stalte geven en daarmee de ruimte
voor (spaar)banken, de individuele
contracten van levensverzekeraars en
fondsbeheerders beperken.
Aan de aanbodzijde van de markt
gaat het met name om pensioenfond
sen en levensverzekeraars voor zover
deze uitvoerders zijn van collectieve
(pensioen)contracten. Particulieren
kunnen op individueel niveau geen in
vloed uitoefenen op het aanbod dat via
deze instituten loopt en de betreffende
middelen liggen buiten het bereik van
de genoemde intermediairs. Dit geka
naliseerde aanbod betreft in ons land
- door de manier waarop de oude
dagsvoorziening is geregeld - een
groot gedeelte van het in wezen parti
culiere vermogen. Uitgaande van de
Vraag
Rechtstreekse
middelenwerving:
- aandelen
- obligaties
- spaartegoeden
Aanbod
Bedrijven en overheid
Gekanaliseerd aanbod:
- pensioenfondsen
- levensverzekeraars
(coll. contracten)
Fin. intermediairs:
- (spaar)banken
- fondsbeheerders
- levensverzekeraars
(indiv. contracten)
Particulieren
18 Rabobank 12/90