deelnemers aan de proef de beschik
king over saldobegrotingsmodellen.
Dat zijn rekenschema's waarmee aan
de hand van individuele bedrijfsgege
vens en door de ondernemer verwach
te marktgegevens het inzicht in de fi
nanciële positie van het bedrijf kan
worden vergroot. Nu zijn deze saldo
begrotingsmodellen nog alleen toegan
kelijk voor de aangesloten banken.
Het beleid van de Rabobank op het
terrein van elektronische diensten is
erop gericht allereerst de bestaande
bancaire produkten langs elektroni
sche weg beschikbaar te stellen. Via
proefsituaties zoals Nuenen en Asten
kan inzicht worden verkregen in wen
sen over en mogelijkheden van deze
vorm van dienstverlening.
In de praktijk blijkt namelijk dat deze
specifieke vorm van distributie talloze
onverwachte nieuwe mogelijkheden
biedt. In de definitieve situatie kan dan
worden voortgeborduurd op de ervarin
gen uit de proef. Juist bij elektronische
produkten is dit van belang, omdat de
mogelijkheden tot aanpassing in de
achterliggende systemen veel tijd en
geld kosten. Daarom ook is het bij
deze toepassingen noodzakelijk om
tijdig op nieuwe signalen uit de markt
in te spelen, omdat de doorlooptijd van
nieuwe produkten anders onaanvaard
baar lang zou worden.
Positief over automatisering
De start van de proef in Asten komt
op een moment dat de automatisering
en datacommunicatie in het agrarische
bedrijf volop in beweging zijn. Uit een
marktonderzoek van Agrocom bleek
dat driekwart van de bedrijven in het
werkgebied van de NCB positief staat
tegenover de ontwikkelingen op het
gebied van automatisering in het agra
risch bedrijf.
In de praktijk was op 42% van de
bedrijven sprake van enige vorm van
automatisering. Voor het merendeel
betrof het procescomputers, dat wil
zeggen systemen die worden gebruikt
voor de voerdosering, klimaatbeheer
sing en dergelijke. Op 15% van de be
drijven was echter ook een computer
aanwezig die gebruikt werd voor admi
nistratieve en management-doelein-
den.
In vrijwel alle gevallen is de auto
matisering bedrijfsintern gericht en
vindt geen elektronische uitwisseling
van gegevens plaats met toeleveran
ciers. afnemers en andere onderne
mingen rondom het agrarische bedrijf.
Agrocom wil daar verandering in bren
gen.
Het marktonderzoek geeft aan dat
het overgrote deel van de bedrijven de
mogelijkheid berichten uit te wisselen
zou toejuichen. Bovendien is men be
reid voor deze vorm van dienstverle
ning te betalen.
Per jaar worden momenteel meer
dan 140 miljoen berichten (bijvoor
beeld bestellingen, melk- en veilbrie-
ven, facturen, rekeningoverzichten en
dergelijke) uitgewisseld met boeren en
tuinders. Daarnaast is er nog een
aanzienlijke hoeveelheid gegevensuit
wisseling binnen de agrarische handel,
industrie en dienstverlening zelf. Voor
het behoud van de concurrentiepositie
van de agrarische sector is het van
strategisch belang dat deze gegevens
uitwisseling zo efficiënt mogelijk
plaatsvindt. Elektronische communica
tie is dan de aangewezen optie. Die
Bedrijven moeiten zich openstellen voor EDI
Electronic Data Interchange (EDI), de uitwisseling van elektronische infor
matie tussen computers, ondervindt in ons land steeds meer belangstelling.
Dat bleek nog eens tijdens het Nationale EDI-congres, dat eerder deze maand
plaatsvond. Tijdens het congres was sprake van een ruime Rabobank-in-
breng. Zo kwam de betrokkenheid van de bank bij Agrocom aan de orde en
werd een inleiding gehouden over 'Rosie', een EDI-project voor handelsstro
men tussen de havens van Rotterdam en Singapore. De Rabobank is één van
de partners in dit Rosie-project.
Ook hoofddirectievoorzitter Wijffels hield tijdens het congres een inleiding.
Hij ging onder meer in op het belang van EDI voor het bedrijfsleven. Wijffels
stelde vast dat ondernemingen zich de afgelopen decennia meer en meer zijn
gaan concentreren op de dingen waarin ze echt goed zijn. Zaken die elders
goedkoper of beter kunnen, worden uitbesteed. Het belang van goede com
municatiestromen tussen bedrijven is daarmee aanmerkelijk toegenomen. EDI
kan in de loop van die communicatiestromen een belangrijke plaats innemen
mits bedrijven zich hiervoor openstellen.
Bedrijven in een bepaalde produktie- of distributieketen moeten worden sa
mengebracht om actief met EDI om te gaan. Branche-organisaties kunnen
hierin een voortrekkersrol vervullen. In een aantal gevallen kan die taak ook
worden opgepakt door het grootbedrijf aan de top van de keten (bijvoorbeeld
de autofabrikant die een systeem opzet waarop ook importeur en dealers kun
nen aansluiten). Ook komt het voor dat de betrokkenen opdracht geven aan
een instantie om een EDI-netwerk te ontwikkelen.
De bank heeft in de opkomst van EDI in het bedrijfsleven vooral een facili
taire rol waar het gaat om een goed verloop van de financiële stromen. EDI-
toepassingen hebben hierbij betrekking op zowel het uitvoeren van transacties
als het leveren van financiële informatie.
EDI heeft ingrijpende gevolgen voor het bedrijfsleven en mede daarom zal
de invoering naar het oordeel van Wijffels langs de weg van de geleidelijkheid
plaatsvinden. Activiteiten van ondernemingen aan de top van de keten zullen
daarbij vaak een olievlekwerking hebben naar anderen in de bedrijfskolom.
drs. A.G.M.
Broeksteeg,
Strategisch Beleid en
Innovatie Bedrijven