Renterisico
swap-transacties is geleidelijk afgeno
men en daarmee is het instrument ook
bereikbaar geworden voor het middel
grote bedrijfsleven. Swaptransacties
met een hoofdsom van enkele miljoe
nen guldens zijn thans mogelijk.
De swap kan als één van de meest
succesvolle nieuwe financiële in
strumenten van de jaren tachtig wor
den aangemerkt. Dergelijke ruilover
eenkomsten worden niet alleen afge
sloten in de rentesfeer, maar ook voor
valuta en voor combinaties van rente
en valuta. Op deze hoofdvormen zijn
verscheidene varianten ontstaan op de
internationale geld- en kapitaalmarkt.
Inmiddels beloopt het uitstaande volu
me aan swaps wereldwijd zo'n f 4000
miljard.
Mogelijkheden en
beperkingen
Naast FRA's en swaps zijn diverse
andere instrumenten ontwikkeld om
renterisico's te beheersen. Daarbij
gaat het met name om caps, coliars en
floors, rente-opties en financiële ter
mijncontracten. De overwegend En
gelstalige terminologie geeft aan waar
de oorsprong van deze produkten ligt.
Elk van de ontwikkelde instrumen
ten heeft zijn eigen toepassingsmoge
lijkheden en beperkingen. Gebruik is
dan ook sterk afhankelijk van de speci
fieke behoeften en rentevisie van de
betrokken partij.
Caps, coliars en floors behoren tot
het nieuwste instrumentarium op het
terrein van rentebeheersing. Ze wer
den pas in 1986 op de internationale
markten geïntroduceerd en behoren in
ons land zeker nog niet tot de alge
meen gangbare produkten. Er zijn dan
ook nog geen passende Nederlandse
benamingen.
Voor een 'interest rate cap' zou de
vertaling 'renteplafond' kunnen worden
gebruikt. Een cap legt namelijk het
maximale renteniveau vast dat een
geldnemer over een variabel rentende
lening hoeft te betalen. De koper van
een cap betaalt een premie, waarvan
de hoogte afhankelijk is van het niveau
waarop de rente wordt afgetopt. Stijgt
de marktrente boven het afgesproken
maximum (de zogenoemde uitoefen
prijs), dan krijgt de cap-koper het ver
schil uitgekeerd. Mocht de rente dalen,
dan profiteert de koper van de cap ten
volle.
Tegenpool van de cap is de floor, de
'rentebodem' die het minimale percen
tage vastlegt dat een geldgever over
een variabel rentende lening zal ont
vangen. De cap is -zowel internatio
naal als op de guldensmarkt- populair
der dan de floor, mede omdat geldne-
mers meer belangstelling hebben voor
de mogelijkheden van deze instrumen
ten dan geldgevers.
Zoals gezegd betaalt de cap-koper
een premie. Er kunnen evenwel combi
naties met floors worden gemaakt,
waarbij de vooraf te betalen premie tot
nul wordt gereduceerd. Een collar,
waarbij tegelijkertijd een cap wordt ge
kocht en een floor verkocht, is hiervan
een voorbeeld. De collar heeft betrek
king op de bandbreedte tussen rente
plafond en rentebodem.
Mogelijkheden voor
beleggers
Opties en termijncontracten (futu-
res) bestaan al lang, maar in de rente
sfeer zijn ze van meer recente datum.
Voor wat betreft de guldensmarkt zijn
met name rente-opties en financiële
termijncontracten van belang die wor
den verhandeld op de beurs. Meer in
het bijzonder gaat het daarbij om op
ties op Nederlandse staatsobligaties
waarin gehandeld wordt op de Europe
se Optiebeurs te Amsterdam en om de
guldentermijncontracten van de Finan
ciële Termijnmarkt in Amsterdam.
Obligatie-opties zijn er thans voor
elf Nederlandse staatsobligaties en
voor een index van een aantal staats
obligaties. Degene die een optie heeft
gekocht, heeft het recht om een be
paalde obligatie te kopen of te verko
pen tegen een overeengekomen koers
op of gedurende een tevoren bepaalde
termijn. Een call-optie is een recht tot
koop, een put-optie is het recht tot ver
koop. De schrijver (verkoper) van de
optie heeft de plicht te leveren, respec
tievelijk te kopen. De premie die voor
een optie wordt betaald, is gerelateerd
aan de actuele koers van de onderlig
gende waarde.
Een koper van een rente-optie zal
zijn kooprecht uitoefenen als de koers
ontwikkeling gunstig is. Bij een dalen
de kapitaalmarktrente stijgen de obli-
gatiekoersen. Dat is interessant voor
de houder van een call-optie; hij kan
winst maken als hij 'zijn' obligaties di
rect doorverkoopt. De houder van een
put-optie daarentegen heeft baat bij
een koersdaling: hij mag leveren tegen
een hogere dan de op dat moment gel
dende prijs.
Sinds 1987 worden guldenrente-
contracten verhandeld op de Financië
le Termijnmarkt in Amsterdam. Zo'n fu
ture-contract wordt op termijn verkocht
('short' gaan) of gekocht ('long' gaan).
Op dit moment zijn er twee soorten
guldenrentecontracten, die beide zijn
gebaseerd op Nederlandse staatsobli
gaties.
Overigens zijn de gebruiksmogelijk
heden van de beide laatstbesproken
instrumenten met name toegespitst op
beleggers. Potentiële geldnemers vin
den op de swapmarkt meer geëigende
alternatieven. De rentegevoeligheid
van de opties en futures zal immers
over het algemeen niet parallel lopen
aan rentegevoeligheid en looptijd van
de lening, die een geldnemer wil opne
men.
Middelgrote bedrijven
In het voorgaande zijn enkele
hoofdvormen aan de orde geweest van
instrumenten om renterisico's te be
heersen. FHet eind aan de ontwikkelin
gen op dit terrein is zeker nog niet in
zicht.
Nieuwe varianten en verfijningen
van bestaande produkten komen met
enige regelmaat op de markt. Zo is er
een groeiende belangstelling waar te
nemen voor niet-beursgenoteerde ren
te-opties, in het bijzonder voor caps.
Hetzelfde geldt voor opties op rente
swaps, de zogenaamde swaptions.
Zoals hiervoor al werd opgemerkt,
hangen de gebruiksmogelijkheden van
de diverse instrumenten af van de fi
nanciële uitgangspositie van de cliënt
en van de visie aangaande rente-ont
wikkelingen. Het gaat om typische
maatwerkprodukten. Zeker is wel dat
de instrumenten ter beheersing van
renterisico's een steeds belangrijker rol
gaan spelen in het pakket van finan
ciële diensten voor bedrijfsrelaties.
Een andere tendens is dat het ge
bruik van deze produkten niet langer
uitsluitend voorbehouden blijft aan de
grote bedrijven. In toenemende mate
komen de mogelijkheden ook binnen
het bereik van het middelgrote bedrijfs
leven, hoewel vaak nog sprake is van
een minimum van enkele miljoenen
guldens per transactie. Met name
FRA's en swaps zijn voor deze doel
groep interessant: het zijn veruit de
meest ontwikkelde instrumenten, het
geen ook in de prijzen tot uitdrukking
komt. Bovendien kan bij deze produk
ten ook het beste maatwerk worden
geleverd.
18 Rabobank 11/90