Financiering innovaties Vervolg van terne financiering nauw samen te han- pagina 11 gen met de sector. De onderzochte in novaties in de transportmiddelenindu strie worden gemiddeld voor 73% ex tern gefinancierd. Dit ligt ruim boven het gemiddelde van alle bedrijven. Ook in de kunststofverwerkende industrie wordt relatief veel extern gefinancierd. Het percentage externe financiering is relatief laag in de volgende sectoren: voedings- en genotmiddelenindustrie, textiel- en kledingindustrie en hout- en meubelindustrie. Een belangrijke vraag bij de finan ciering van produktinnovaties is of be drijven zelf over voldoende kennis be schikken om financiële middelen aan te trekken. Van de onderzochte bedrij ven beschikt slechts 11% over een deskundige c.q. deskundigheid op het gebied van subsidies. Dit is opvallend laag als men bedenkt dat het oplei dingsniveau bij deze innovatieve be drijven beduidend hoger is dan het ge middelde van de industrie. Veruit de meeste bedrijven zijn aangewezen op extern advies met betrekking tot subsi dies. De accountant is veruit de be langrijkste financiële adviseur van het innovatieve MKB. Bij 42% van de be drijven heeft deze een rol gespeeld. Afgezien van de accountant is de rol van externe financiële adviseurs be perkt. In beperkte mate worden zoge noemde subsidiologen ingeschakeld. Goed ondernemingsplan Naast de wijze van financiering is een belangrijke vraag welke ervarin gen en wensen ondernemers hebben ten aanzien van de financiering van produktinnovaties. Hoewel veel onder nemers positief staan tegenover exter ne financiering, blijken er zich in de praktijk diverse problemen voor te doen. Allereerst kan worden gewezen op een aantal algemene problemen, zoals het ontbreken van een onderne mingsplan en de grote onzekerheden ten aanzien van de kosten en opbreng sten van een innovatie. 'Een goed on dernemingsplan met alle minnen en (opgepoetste) plussen is héél belang rijk als je financiers wilt interesseren Bijna één op de drie bedrijven onder vindt problemen bij het aantrekken van externe middelen doordat zij niet be schikken over een goed onderne mingsplan. Daarnaast zijn er verschillende as pecten die specifiek samenhangen met het type financier. Eén van de belang rijkste algemene eisen die men aan een bank stelt, is betrouwbaarheid. Nauw hiermee in verband staat de re latie met de contactpersoon van de bank. 'Alles valt of staat met de per soon en de contacten met de bankdi recteur. Hij moet geen stoffig figuur zijn, maar initiatieven ontplooien die op het financiële vlak gewenst zijn'. 'Het is heel belangrijk dat je met de bank een contact kunt opbouwen.Dit wordt echter bemoeilijkt doordat in de praktijk de contactpersoon nog wel eens wisselt. Behalve een vertrouwensrelatie, is ook de beslissingsbevoegdheid van de contactpersoon van belang. Men vindt het belangrijk dat degene met wie men onderhandelt, ook de beslissingen kan nemen en niet eerst naar het hoofd kantoor moet. 'Op lokaal niveau is het bedrijf bekend. Dit geldt echter niet meer als het bedrijf naar het hoofd kantoor moet. Deel risico overnemen Naast de algemene eisen die men stelt aan een bank, gaat het ook om aspecten die verband houden met het innovatieproces. De helft van de bedrij ven stelt prijs op een actieve houding van de bank. Naast kennis van de sec tor wordt het ook van belang geacht dat banken rekening houden met een aantal specifieke problemen die optre- den bij de financiering van produktin novaties. 'De terbeschikkingstelling en de aflossingsverplichtingen moeten afgestemd zijn op de ontwikkeling en de terugverdientijd van het produkt. Innoveren betekent lange termijn planning'. Tegelijkertijd vindt een groot aantal bedrijven dat de bank een gedeelte van het risico moet overnemen. 'Een bank moet een meer commerciële in stelling hebben: niet alleen kijken naar zekerheden, maar ook naar het soort produkt. de orderportefeuille, de direc tie en de betrouwbaarheid van de af nemers. Ten slotte kan er nog op worden ge wezen dat een groot belang wordt toe gekend aan andere vormen van onder steuning, zoals informatieverstrekking, advisering en begeleiding. Wat betreft overheidsmaatregelen bestaat vooral behoefte aan eenvoudi ge, snelle procedures. Meer dan de helft van de bedrijven vindt de huidige procedures voor het verkrijgen van de subsidies te tijdrovend. 'Het dagelijks reilen en zeilen kost al zo veel energie dat je weinig tijd hebt om dat er nog bij te doen'. Uniformiteit van rapporta geverplichtingen en zekerheid omtrent het voortbestaan van subsidieregelin gen zouden het huidige instrumentari um aanzienlijk verbeteren. De deelneming door participatie maatschappijen stuit bij veel bedrijven op grote weerstanden. Indien financie ring gepaard gaat met een verlies aan zelfstandigheid, dan ziet de helft van de bedrijven dit in meer of mindere mate als een probleem. Bij het verlie zen van zelfstandigheid moet met name worden gedacht aan het aan trekken van risicodragend vermogen via een participatie. 'Zelfstandigheid staat hoog in het vaandel'. 'Je begint niet je eigen bedrijf om dan na korte tijd weer als werknemer te worden be handeld'. Daar staat tegenover dat sommige bedrijven het juist een voor deel vinden als de financiers zich met alle aspecten van het beleid bezighou den. 'Het aardige van participatie maatschappijen is dat ze een com missarisplaats innemen. Daarmee hebben we een klankbord voor onze beleidsvoornemens. Nogmaals agrificatie In het september-nummer van dit blad verscheen een artikel over de mogelijkheden van agrificatie, het industrieel verwerken van agrarische grondstoffen buiten de sfeer van voedings- en genotmiddelen. Eén van de in het artikel beschreven voorbeelden betrof de produktie van de brandstof bio-ethanol uit graan of suiker. Tot onze spijt is bij de weergave van dit voorbeeld ten onrechte ge meld dat tot op dit moment het pro duceren van bio-ethanol meer ener gie vraagt dan dat het bij verbranding oplevert. Een medio dit jaar verschenen rapport van de werkgroep 'Biomassa ten behoeve van energie' van de Nationale Raad van Landbouwkundig Onderzoek geeft echter aan dat wel degelijk sprake is van een positief energie rendement, mits het rendement van energie in de bijprodukten wordt meegerekend. Auteur en redactie betreuren dat op dit punt onjuiste fei ten zijn verwerkt in het artikel. 30 Rabobank 10/90

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1990 | | pagina 30