Financieel- economische
monitor
Feiten en cijfers
Statistische gegevens vormen een belangrijke
indicator voor ontwikkelingen in de economie en
in de financiële wereld. Het blad Rabobank be
steedt maandelijks aandacht aan een aantal van
die gegevens. Vaste onderdelen zijn de Rabo-
conjunctuurindicator en het overzicht van kre
dietverlening en middelenontwikkeling binnen
de Rabobankorganisatie. In het onderdeel 'Moni
tor extra' staan dit keer de investeringsactivitei
ten in de glastuinbouw centraal.
Conjunctuurindicator
Rabo-conjunctuur-indicator
De beide indicatoren geven nog
steeds een langzame economische te
ruggang aan. Bij de conjunctuurindicator
zelf hangt dit vooral samen met de ont
wikkeling van de goederenuitvoer. De
groei van de uitvoer kwam vorig jaar on
der druk te staan; er was enig, niet ge
heel te verklaren, marktverlies voor het
exporterende bedrijfsleven. Dat markt
verlies kan er ook dit jaar zijn op grond
van een verslechterende prijsconcurren-
tiepositie. Overigens duiden de andere
onderdelen van de conjunctuurindicator
(groei van industriële produktie, produktie
in West-Duitsland en beoordeling van de
orderpositie) ook op een (beperkte) neer
gang.
Voor wat betreft de voorlopende indi
cator blijft het beeld grotendeels ongewij
zigd ten opzichte van vorige maand. Er
wordt een verdere, beperkte, conjunctu
rele daling voorspeld. Daarbij zijn de mo
netaire factoren (de geldhoeveelheid en
de leningen van de aangesloten banken)
meer uitgesproken dan de gegevens uit
de conjunctuurenquête van het Centraal
Bureau voor de Statistiek.
Hoe waarheidsgetrouw de voorspel
lingen van de voorlopende indicator zul-
79 8 O 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90
Stafgroep Economisch Onderzoek
Lonen en prijzen mutaties per jaar)
71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83
34 85 86 87 88 89 90
bron: Centraal Planbureau
len blijken, is sterk afhankelijk van de
wijze waarop de huidige onzekerheden
van de Golfcrisis in de economie door
werken. Een groep economen van de
Sociaal Economische Raad. die recent
aanbevelingen uitbracht over de te
voeren economische politiek in de ja
ren negentig, heeft zich ook op dit punt
uitgesproken. Bij de presentatie van
het betreffende rapport werd er de na
druk op gelegd dat nu niet moet wor
den vervallen in eerder gemaakte fou
ten. Zo zou het koopkrachtverlies door
de prijsstijging ten gevolge van duur
dere olie niet mogen worden vertaald
in extra looneisen en daarmee in een
stijging van de arbeidskosten per een
heid produkt.
Rabobankorganisatie kredietverlening en middelen
De uitstaande kredietverlening van de aangesloten banken nam
in augustus toe met f112 (94) miljoen tot een totaal van f 88 390
(82 022) miljoen.
De toevertrouwde middelen stegen met f 82 (170) miljoen tot
ruim f 102 miljard. De afname van de particuliere middelen werd
veroorzaakt door een relatief sterke daling van de saldi op betaalre
keningen, die slechts gedeeltelijk kon worden gecompenseerd door
de andermaal forse toename van spaarmiddelen.
Mutaties in de kredietverlening Aangesloten banken
(bedragen x f 1 miljoen)
Toevertrouwde middelen Aangesloten banken
(bedragen x f 1 miljoen)
jan. t/m
jan. t/m
jan. t/m
jan. t/m
aug. 1990
aug. 1990
aug. 1989
aug.1990
aug.1990
aug.1989
Rekening-courant
383
- 423
- 325
Particuliere middelen
- 319
4 157
2 437
Leningen
495
4 143
4 089
Zakelijke middelen
401
1 914
1 467
Totaal kredietverlening
Stand ultimo
112
88 390
3 720
3 764
Totaal toevertrouwde middelen
Stand ultimo
82
102 106
6 071
3 904
betreft: spaarmiddelen, waardepapieren en betaalrekeningen, betreft: rekeningen-courant en zakelijke deposito's
28 Rabobank 10/90