Hoofddirectiekolom Het betalingsverkeer in het alge meen en meer in het bijzonder de noodzaak tot tenminste kostendek kendheid van deze dienst is en blijft tot op dit moment één van de meest be sproken onderdelen van de bancaire dienstverlening. Het pakket maatrege len dat de Rabobankorganisatie dit voorjaar aankondigde voor de zakelij ke markt, was niet in het minst aanlei ding voor het oplaaien van de discus sie. Jammer daarbij was dat niet altijd het specifieke karakter van het 'Rabo- pakket' werd onderkend. Waar dit wel het geval was, werd over het alge meen een positief oordeel verbonden aan onze plannen, die niet een hogere bankwinst maar een efficiënt gebruik van het betalingsverkeer als uitgangs punt hebben. Zelfs in het overleg dat de kamercommissie voor financiën met minister Kok voerde over het be talingsverkeer, werd onze aanpak met name en in positieve zin genoemd. Het is verheugend om te kunnen constate ren dat ons beleid voor het betalings verkeer politiek en maatschappelijk een steeds breder draagvlak heeft ge kregen. Op 1 juli zijn de plaatselijke Rabo- banken begonnen met de invoering van het nieuwe systeem voor de reke ning-courant, dat in grote lijnen neer komt op afschaffing van omzetprovisie en valuteringsregels en invoering van transactiegebonden tarieven en voor de cliënt aantrekkelijker rentevergoe ding. Het is daarbij nooit onze bedoe ling geweest om van de ene op de an dere dag 'de knop om te draaien'. Juist om voldoende aandacht te kunnen be steden aan de mogelijkheden en even tuele problemen van iedere cliënt, vindt de overschakeling geleidelijk plaats. Desondanks en ondanks de va kantieperiode is echter inmiddels al zo'n kwart van onze rekening-courant- houders overgestapt op het nieuwe systeem. Het ziet er naar uit dat de hele overschakelingsoperatie binnen een jaar zal zijn afgerond. Uit de signalen die ik doorkrijg van onze aangesloten banken, blijkt dat bedrijfsrelaties in vrijwel alle gevallen positief reageren op het pakket maat regelen dat hen wordt voorgelegd. Uiteraard bestaat het meeste enthou siasme bij die cliënten die direct finan cieel voordeel ondervinden bij het nieuwe systeem. Maar ook in het be perkte aantal gevallen waarin dit niet aan de orde is, zien we dat cliënten bereid zijn mee te denken over een meer efficiënte inrichting van hun be talingsverkeer. Gezien het voorgaande hebben we als Rabobankorganisatie alle aanlei ding om met zelfvertrouwen de inge slagen weg te blijven volgen. Het huidige betalingsverkeer is dan ook een volwassen vorm van dienst verlening geworden met zeer veel ge bruikers en produkten. Om aan de vraag vanuit de markt, zowel vanuit bedrijven als particulieren, te kunnen voldoen, hebben de banken de achter liggende jaren miljarden guldens geïn vesteerd in een hoogwaardige infra structuur. De kosten van deze inmiddels gi gantische dienstverlening en de daar bij behorende kapitaalintensieve in frastructuur zijn in het verleden vooral gedekt vanuit omzetprovisie, valute- ringswinst en de rentemarge op de te goeden van betaalrekeningen en reke ningen-courant. Met name deze laat ste opbrengstencategorie vormt een hoogst onzekere factor door de soms sterke fluctuaties in de rentestand. Banken beschikken zo over onvol doende beheersinstrumenten om kos ten en opbrengsten met elkaar in evenwicht te brengen. Deze constate ring vormt een extra ondersteuning voor invoering van het 'Rabo-pakket': de kosten worden op basis van de fei telijke deelname aan het betalingsver keer aan de klanten doorberekend, ter wijl de klant in de nieuwe creditrente- systematiek voor de rekening-courant volop meeprofiteert van een hoog renteniveau. Over de jaren heen bleek al snel dat uit omzetprovisie, valuteringswinst en rentemarge onvoldoende opbrengsten konden worden gegenereerd en dat de tekorten moesten worden verdiscon teerd in de tarieven van andere produk ten (in die zin is het begrip 'gratis' be talingsverkeer dus uiterst relatief). De veranderende marktsituatie -zoals de concurrentie van partijen die geen beta lingsverkeer verzorgen en dus voor an dere produkten aantrekkelijker tarieven kunnen hanteren- vormt een extra ar gument om te streven naar een tenmin ste kostendekkend betalingsverkeer. In dit verband is ook te verwijzen naar de herhaalde oproepen van de Neder- landsche Bank, die een krachtig plei dooi inhouden voor een sterke verbe tering van de rentabiliteit van het be talingsverkeer. Dit ook in relatie tot de algemeen lage rentabiliteit van het Ne derlandse bankwezen in vergelijking met het -steeds dichterbij komende buitenland. Onze aanpak -de combinatie van transactiegebonden tarieven en voor de cliënt kostenverlagende maatrege len- mag uniek genoemd worden in het Nederlandse bankenlandschap. Dat toont nog eens aan dat de soms geuite suggestie van kartelachtige afspraken tussen de banken niet op waarheid be rust. Banken zullen hun eigen weg be wandelen om de rentabiliteitspositie van het betalingsverkeer te verbete ren, maar er is één element in deze complexe problematiek dat wel de on derlinge relatie tussen de financiële in stellingen raakt. Bij zeer veel betalin gen is sprake van een (betalende) par ticulier en een (ontvangend) bedrijf, die elk hun eigen bank hebben. Kortom: een vierhoeksrelatie. De praktijk heeft uitgewezen dat bij dit soort transacties kosten en opbrengsten in veel geval len niet evenwichtig verdeeld zijn tus sen de betrokken partijen. De verwer king aan de kant van de opdrachtgever brengt de hoogste kosten met zich mee, terwijl de revenuen (financieel, maar ook in termen van nut) juist voor het grootste deel aan de ontvangende zijde worden behaald. Het zal duidelijk zijn dat de Rabo bank voorstander is van een snelle op lossing van deze problematiek. Wat ons betreft zal daarbij sprake zijn van evenwicht, doorzichtigheid en recht vaardigheid: termen die ook van toe passing zijn op het 'Rabo-pakket' in het zakelijk betalingsverkeer, dat nu voortvarend geïntroduceerd wordt bij onze cliënten. Burghouts 5 Rabobank 9/90

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1990 | | pagina 5