Wat ons bezighoudt
Het ziet er naar uit dat de
Rabobank steeds vaker zal
worden aangesproken op de
vraag of zij bij financierings
beslissingen in de 'derde we
reld' natuur- en milieu-aspec
ten een rol laat spelen. Ener
zijds heeft dit te maken met
de groei van de internationa
le activiteiten van de bank.
Anderzijds vloeit dit soort
vragen uiteraard voort uit de
toenemende waarde die we
reldwijd aan natuur en milieu
wordt toegekend. Niet alleen
de zure regen in onze directe
omgeving krijgt aandacht,
maar bijvoorbeeld ook de be
dreiging van de tropische re
genwouden in het Amazone
gebied en de vervuiling van
de Zuidpool.
Op dit soort vragen hebben
we een helder antwoord: ge
zien haar maatschappelijke
verantwoordelijkheid laat de
Rabobank zich bij financie
ringsprojecten in de derde
wereld behalve door econo
mische ook door ecologische
en milieu-overwegingen lei
den. Hoewel dit standpunt re
cent nog eens nadrukkelijk is
onderschreven door het ver
antwoordelijke management
binnen Rabobank Nederland,
bepaalt deze stellingname al
sinds jaar en dag onze - tot nu
toe overigens relatief beperk
te - activiteiten in ontwikke
lingslanden.
Hiermee is nog eens aange
geven -en dat geldt niet al
leen voor het buitenlandbe-
drijf- dat bankieren voor de
Rabobank meer is dan het
omgaan met kille cijfers. Nor
men en waarden -zie ook el
ders in dit blad- spelen een
belangrijke rol.
Groei Rabobank zette door in
eerste halfjaar
Nu de drie (ABN en Amro Bank pre
senteerden voor het eerst gezamenlij
ke cijfers) grote Nederlandse banken
hun halfjaarbericht hebben gepresen
teerd, is duidelijk dat de Rabobankor-
ganisatie zich in de eerste zes maan
den goed heeft ontwikkeld. Niet alleen
realiseerde de coöperatieve bank de
sterkste groei van bruto en netto resul
taat, ook het activiteitenniveau nam
aanzienlijk toe.
De meest in het oog springende
ontwikkeling betrof de voor de Rabo
bank zo belangrijke spaarmarkt. De
spaaraanwas bedroeg f 4,7 miljard
(eerste halfjaar 1989: f 2,4 miljard).
Op 30 juni kwamen de spaarmiddelen
uit op f 75,4 miljard, het totaal aan toe
vertrouwde middelen op f 114,4 mil
jard.
De groei van de uitstaande krediet
verlening bleef zich op een hoog ni
veau bewegen. Hoewel de conjunctu
rele ontwikkeling enigszins verflauwde,
was er voor het kredietbedrijf sprake
van aanhoudend gunstige externe om
standigheden. Met name vanuit de be-
drijvensector werd een forse financie-
ringsvraag uitgeoefend Particuliere
woningfinancieringen ondervonden de
invloed van tegenvallende ontwikkelin
gen op de woningmarkt. De kredietver
lening door de buitenlandse Rabo-
bankkantoren nam opnieuw belangrijk
toe. Per saldo stond op 30 juni f 120
miljard uit aan leningen en kredieten,
in een half jaar tijd een stijging met
f 4,3 (5,1miljard.
Het geconsolideerde balanstotaal
van de Rabobankorganisatie nam bijna
7% toe tot f 184,2 miljard. Een balans
telling inclusief de cijfers van Interpolis
kwam uit op f 189,6 miljard. Ter verge
lijking: de ABN AMRO Holding had een
balanstotaal van f 398 miljard, het ba
lanstotaal van de NMB Postbank
Groep bedroeg ruim f 166 miljard.
Banken begonnen aari
onzeker tweede halfjaar
De totale baten van de Rabobank
organisatie groeiden het eerste halfjaar
flink, namelijk met 9 (7)% en kwamen
uit op f 2 779 miljoen. Door de groei
van uitzettingen en middelen kon een
aanzienlijke stijging van de rentebaten
worden gerealiseerd. Provisiebaten
toonden een wisselend beeld (daling
inkomsten effectenbemiddeling, stij
ging provisies betalingsverkeer) en
stabiliseerden zich op het niveau van
de eerste helft van 1989. Boekwinsten
bij het afstoten van enkele deelnemin
gen zorgden voor hogere andere ba
ten.
Ook de lasten stegen met 8 (5)%
sneller, een ontwikkeling die zich bij
alle belangrijke kostencategorieën
voordeed. De personeelskosten wer
den beïnvloed door de sterke groei van
het personeelsbestand. Ook in de eer
ste zes maanden kwamen er weer 504
(310) medewerkers bij: in totaal ston
den er op 30 juni 34 903 mensen op
de loonlijst. De kosten kwamen uit op
f 1 777 miljoen.
Het bruto halfjaarresultaat kwam
voor het eerst boven de miljard, name
lijk op f 1 002 miljoen, een toename
met 10 (11)%. Rekening houdend met
een toevoeging aan de VAR van f 300
miljoen en een (aanzienlijk hogere) be
lastingafdracht van f 213 miljoen, ging
de netto winst eveneens met 10 (18)%
omhoog tot f 488 miljoen.
Een vergelijking tussen de 'grote
drie' leert dat de resultatenontwikkeling
bij de Rabobankorganisatie het meest
voorspoedig was. De beide andere
banken voeren met name de heersen
de rentestructuur en het mindere
beursklimaat aan als verklaring voor
de wat afvlakkende winstgroei.
Op één punt zijn de drie grote finan
ciële instellingen het volledig eens: in
de komende maanden zal het bankie
ren met hoogst ongewisse omgevings
factoren zijn omgeven. De ontwikkelin
gen in het Midden Oosten zijn hieraan
niet vreemd. De Golfcrisis had al een
negatieve invloed op de financiële
markten en kan ook belangrijke conse
quenties hebben voor de wereldecono
mie. Op grond hiervan onthouden
ABN-Amro en NMB-Postbank zich van
prognoses voor het tweede halfjaar.
De Rabobank besluit haar halfjaar
bericht met de constatering: 'Wij gaan
uit van enige afvlakking in het groei
tempo van middelen en uitzettingen.
Niettemin voorzien wij over het gehele
jaar een krachtige expansie van ons
bedrijf. De rentemarge zal naar ver
wachting toenemend onder druk ko
men en de groei van de kosten zal ver
snellen. Onvoorziene omstandigheden
voorbehouden lijkt niettemin een dui
delijk hoger resultaat dan in 1989 haal
baar, zij het dat de groei ervan waar
schijnlijk enigermate zal achterblijven
3 Rabobank 9/90